Summary: Molecular Diagnostics Fundamentals, Methods And Clinical Applications | 9780803626775 | Lela Buckingham

Summary: Molecular Diagnostics Fundamentals, Methods And Clinical Applications | 9780803626775 | Lela Buckingham Book cover image
  • This + 400k other summaries
  • A unique study and practice tool
  • Never study anything twice again
  • Get the grades you hope for
  • 100% sure, 100% understanding
Use this summary
Remember faster, study better. Scientifically proven.
Trustpilot Logo

Read the summary and the most important questions on Molecular Diagnostics Fundamentals, Methods and Clinical Applications | 9780803626775 | Lela Buckingham

  • 1 DNA

    This is a preview. There are 2 more flashcards available for chapter 1
    Show more cards here

  • 1.4 Enzymes that Metabolize DNA

  • Wat zijn de enzymen die DNA modificeren? En wat is hun specifieke functie?(e.g. polymerases, helicases, primase, methylases, deaminases, ligases, exonucleases, endonucleases incl. star activity)

    • Polymerasen: katalyseren formatie van de fosfodiesterbinding.
    • Helicasen: ontwinden.
    • Primase: synthetiseren een kort RNA (primer) om DNA-synthese te primen.
    • Methyltransferasen: voegen methylgroepen toe aan stikstofbasen.
    • Deaminasen: nemen aminogroepen van stikstofbasen.
    • Ligasen: katalyseren formatie van een enkele fosfodiesterbinding.
    • Nucleasen: knippen DNA. (Exo- en endonucleasen) Exo: verwijderen basen aan de einden van DNA-strengen. Endo: knippen DNA-strengen intern.
    • Restrictie endonucleasen (RE’s) knippen dsDNA.
  • 1.5 Recombination in Sexually Reproducing Organisms

    This is a preview. There are 4 more flashcards available for chapter 1.5
    Show more cards here

  • Wat zijn de drie manieren waarop seksueel reproducerende organismen genen recombineren (DNA recombination)?

    1. Crossing over
    2. Random assortment in gametes
    3. Merging of gamete with gamete of other parent
  • 2 RNA

    This is a preview. There are 5 more flashcards available for chapter 2
    Show more cards here

  • 2.1 Transcription

    This is a preview. There are 13 more flashcards available for chapter 2.1
    Show more cards here

  • Wat is het verschil tussen de template, coding, sense en antisense streng?

    • De template en antisense streng zijn dezelfde streng, de complementaire streng van het mRNA.

    • De sense en coding streng zijn ook dezelfde streng, de DNA-streng waarvan de basenvolgorde identiek is aan de basenvolgorde van het geproduceerde mRNA-transcript. (De streng die de codons bevat.)
  • 2.2 Types/Structures of RNA

    This is a preview. There are 4 more flashcards available for chapter 2.2
    Show more cards here

  • Wat is het verschil tussen RNA splicing en alternative splicing?

    • RNA splicing: proces van het splitsen van exonen van het primaire mRNA transcript.
    • Alternative splicing: proces van het produceren van differentiële combinaties van exonen van hetzelfde gen.
  • 2.3 RNA Polymerases

    This is a preview. There are 4 more flashcards available for chapter 2.3
    Show more cards here

  • Wat zijn de reacties gekatalyseerd door RNA-polymerasen?

    RNA-synthese wordt gekatalyseerd door RNA-polymerase enzymen. Eén prokaryoot met meerdere subeenheden enzym is verantwoordelijk voor de synthese van alle soorten RNA in de prokaryotische cel. Eukaryoten hebben drie verschillende RNA-polymerase-enzymen. DNA-afhankelijk RNA-polymerasen hebben een DNA-template nodig. RNA-afhankelijke RNA-polymerasen hebben een RNA-template nodig.
    In prokaryoten worden alle soorten RNA gesynthetiseerd door een enkele RNA-polymerase. Bacterieel RNA-polymerase bestaat uit vijf subeenheden, twee alpha en één van elk beta, beta’ en sigma.
  • Wat is prokaryoot RNA polymerase?

    • Prokaryoot RNA polymerase is gemaakt van verschillende eiwitten.
    • De vier subunits die het core-enzym opmaken, hebben de capaciteit om RNA te synthetiseren.
    • De sigma-cofactor (transcriptie initiatie factor) helpt in accurate initiatie van RNA-synthese door het complete enzym naar de juiste plek van initiatie te begeleiden.
    • Holoenzym = core enzyme + gebonden sigma-factor
    • De Rho-cofactor (terminatie factor) helpt in terminatie van RNA-synthese. 
  • Wat zijn virale RNA polymerasen?

    Virale RNA-polymerasen zijn enzymen die door virussen worden gebruikt om hun eigen RNA te synthetiseren. Deze enzymen zijn essentieel voor het repliceren van het virale genoom en het produceren van virale RNA-moleculen tijdens de virale levenscyclus. Virale RNA-polymerasen zijn specifiek voor RNA-synthese en verschillen van de gastheercellenzymen die betrokken zijn bij de transcriptie van DNA naar RNA.
  • 2.4 Other RNA-Metabolizing Enzymes

    This is a preview. There are 1 more flashcards available for chapter 2.4
    Show more cards here

  • Wat zijn de reacties gekatalyseerd door ribonucleasen?

    Ribonucleasen breken RNA af op een manier die vergelijkbaar is met de afbraak van DNA door deoxyribonucleasen.
    Een endoribonuclease-, splitsings- en polyadenylatiespecifieke factor (CPSF) is vereist voor de juiste beëindiging van RNA-synthese. Samen met RNA-polymerase II-subeenheden en andere eiwitten knipt dit enzym het ontluikende RNA-transcript vóór toevoeging van de polyA-staart door polyA-polymerase.
  • Wat zijn de reacties gekatalyseerd door RNA-helicasen?

    RNA-helicasen katalyseren het afwikkelen van dubbelstrengs RNA. RNA-synthese en -verwerking vereisen de activiteit van helicases. Deze enzymen zijn gekarakteriseerd in prokaryote en eukaryote organismen. Sommige RNA-helicasen werken uitsluitend op RNA. Anderen kunnen werken aan DNA:RNA-heteroduplexen en DNA-substraten.
    Een andere activiteit van deze enzymen is het verwijderen van eiwitten van RNA-eiwit complexen.
  • 2.5 Regulation of Transcription

    This is a preview. There are 12 more flashcards available for chapter 2.5
    Show more cards here

  • Wat is het Catabolite Activator Protein (CAP) en de rol hiervan in het Lac operon?

    Catabolite activator protein (CAP) fungeert als een glucose sensor. Het activeert transcriptie van het operon, maar alleen wanneer glucosespiegels laag zijn. CAP detecteert glucose indirect, door het "hongersignaal"-molecuul cAMP (cyclic adenosine monophosphate).

To read further, please click:

Read the full summary
This summary +380.000 other summaries A unique study tool A rehearsal system for this summary Studycoaching with videos
  • Higher grades + faster learning
  • Never study anything twice
  • 100% sure, 100% understanding
Discover Study Smart