Samenvatting: 1.2.4

Studiemateriaal generieke omslagafbeelding
  • Deze + 400k samenvattingen
  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
LET OP!!! Er zijn slechts 92 flashcards en notities beschikbaar voor dit materiaal. Deze samenvatting is mogelijk niet volledig. Zoek a.u.b. soortgelijke of andere samenvattingen.
Gebruik deze samenvatting
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van 1.2.4

  • 1 1.2.4

    Dit is een preview. Er zijn 82 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
    Laat hier meer flashcards zien

  • De vertering van eiwitten begint in de maag, met welk enzym? Welke enzymen zorgen voor de eiwit vertering in het duodenum en jejunum?

    Pepsine in de maag
    Proteolytische eiwitten uit de pancreas: trypsine, chymotrypsime, carboxypolypeptidase en proelastase
  • Waar wordt ijzer opgenomen? Welke stof is hiervoor nodig? Waar wordt dit gemaakt?

    In het duodenum
    Apoferritine uit de lever
  • Waar worden de verteringsenzymen en het natriumbicarbonaatoplossing in de pancreas uitgescheiden? Hoe heet het kanaaltje waar het in het duodenum stroomt en hoe heet de sfincter?

    Verteringssappen worden gemaakt in de pancreas acini
    Het natriumbicarbonaatoplossing in de de kanalen die van de acini af lopen.

    Papilla van Vater die omringt is door de sfincter van Oddi
  • Vanaf hoeveel meter dunne darm wordt er gesproken van het short bowel syndroom?

    1 meter
  • Welke factoren zorgen voor depolarisatie (meer prikkelbaar) van de gladde spiercellen in het maag-darmkanaal?

    - strekken van de spier
    - stimulatie door acethylcholine van de uiteinden van parasympathische zenuwen
    - stimulatie door specifieke hormonen
  • Wat is de 'big five' qua het beoordelen van iemand persoonlijkheid?

    Inschikkelheid: cooperatief
    Nauwgezetheid: verantwoordelijk
    Extraversie: sociaal
    Neuroticisme: gespannen, angstig
    Openheid: fantasierijk, open voor nieuwe dingen
  • Secretie van speeksel vindt plaats in de parotide, de submandibulaire en sublinguale klieren. Ook zijn er buccale klieren. Er zijn twee typen secretie sereuze en muceuze secretie. Wat voor secretie vindt er plaats in de verschillende klieren?

    Parotide klieren: sereuze secretie
    Submandibulaire klieren: sereuze en mucus secretie
    Sublinguale klieren: sereuze en mucus secretie
    Buccale klieren: mucus
  • Osmotische en secretoire diarree zijn uit elkaar te houden met een som: feces [natrium + kalium] * 2. Wanneer is het osmotische, secretoire of een combinatie?

    Osmotische: onder 165
    Secretoire: tussen 240 en 290
    Combo: tussen 165 en 240
  • Het peritoneum (buikvlies) bestaat uit het viscerale peritoneum en het pariëtale peritoneum. Wat bekleden deze delen?

    Viscerale peritoneum: omhult de organen
    Pariëtale peritoneum: bekleedt de binnenzijde van de abdominopelvische wand
  • Wat kan men beter verdragen? Resectie van het jejenum of ileum?

    Resectie van jejenum

    In ileum is een mindere mate van aanpassing, door lage aanwezigheid van GLP-2.
    Dit is een specifiek groeihormoon voor enterocyten
LET OP!!! Er zijn slechts 92 flashcards en notities beschikbaar voor dit materiaal. Deze samenvatting is mogelijk niet volledig. Zoek a.u.b. soortgelijke of andere samenvattingen.

Om verder te lezen, klik hier:

Lees volledige samenvatting
Deze samenvatting +380.000 andere samenvattingen Een unieke studietool Een oefentool voor deze samenvatting Studiecoaching met filmpjes
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart