Spirited choices: Substance use disorders

26 belangrijke vragen over Spirited choices: Substance use disorders

Wat voor kritiek is er op de diagnose van verslaving aan de hand van de DSM-5?

Deze zou te weinig aandacht hebben voor de etiologie en mechanismen die zorgen voor het behoud van de verslaving. Ook loop je tijdens de diagnose met de DSM-V tegen veel comorbiditeit aan, omdat veel stoornissen dezelfde symptomen hebben. Er zijn meerdere nieuwe concepten die de etiologie wel proberen toe te voegen, echter zijn deze concepten nog in de beginfase van hun ontwikkeling.

Wat zijn de kenmerken van stoornissen in het gebruik van middelen?

Verslaving is een heterogene aandoening met uiteenlopende problemen en aandoeningen. Kenmerkend is herhaaldelijk gebruik van één of meer middelen die resulteren in schade, angst, beperking, of een combinatie hiervan. Langdurig en zwaar gebruik leidt tot fysieke, psychologische, sociale en economische problemen.

Hoe wordt de ernst van een verslaving onderverdeeld?

  • Milde verslaving: twee tot drie criteria van de DSM;
  • Matige verslaving: vier tot vijf criteria van de DSM;
  • Ernstige verslaving: zes of meer criteria van de DSM.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Welke services worden aangeboden door residentiële/klinische diensten en voor wie zijn deze bedoeld?

Residentiële/klinische diensten biedt een breed scala aan diensten om te voldoen aan de unieke behoeften van individuen, waaronder mensen met ernstige psychische stoornissen of cognitieve beperkingen, daklozen, of mensen in het strafrechtelijk systeem. Deze programma's worden aangeboden in een gestructureerde, klinisch beheerde residentiële setting met 24-uurs ondersteuning en getrainde counselors.

Wat biedt medisch beheerde intensieve klinische zorg (detox) voor volwassenen?

Medische detoxificatie en stabilisatie diensten voor volwassenen die een hoog risico lopen op ernstige ontwenningsverschijnselen. cliënten krijgen 24-uurs medische zorg, medicatie en counseling.

Wat is vereist voor het beheer op lange termijn bij verslaving en welke acties worden genomen?

Verslaving vereist voortdurende monitoring. Dit omvat aanpassing van het behandelplan binnen twee weken na aanvang van de behandeling, maandelijkse of driemaandelijkse evaluaties voor stabilisatie, en doorlopende ondersteuning van peer support specialisten tussen behandelingen door.

Waarvoor zijn intensieve ambulante diensten of gedeeltelijke klinische opname bedoeld?

- Kortdurende, intensieve dag- en/of avondbehandeling.
- Voor cliënten die geen 24-uurszorg nodig hebben.
- Geschikt voor cliënten met complexe symptomen of comorbide stoornissen.
- Kan dienen als vervolgstap na een klinische opname.

Welke strategieën behoren tot vroege interventie bij cliënten met verslavingsproblematiek?

- Korte interventies: uitleggen van risico's en aansporen gedrag te veranderen voor cliënten met een laag risico.
- Eerstelijnszorg ondersteuning voor zelfmanagement: voor cliënten die niet klaar zijn om behandeling aan te gaan.
- Schadebeperking: het helpen van cliënten in een actieve verslaving met het verminderen van de schade, door speciale medicatie (naltrexone) tegen overdoses te geven en gemeenschappen aan te kaarten waar schone naalden te halen zijn

Welke medicijnen worden gebruikt om ontwenningsverschijnselen en craving bij alcoholmisbruik te verminderen en wat zijn hun effecten?

- acamprosaat: vermindert afhankelijkheid en cravings, stopt ontwenningsverschijnselen niet.
- disulfiram: veroorzaakt ongemak zoals braken bij alcoholconsumptie, ontmoedigt gebruik.
- naltrexone: blokkeert euforische effecten van alcohol, vermindert aantrekkelijkheid van gebruik.

Welke medicijnen worden ingezet tegen opioïdenverslaving en wat zijn de kenmerken?

- methadone: stopt effecten van opioïden, kan fataal zijn bij overdosis.
- buprenorfine: werkt als methadone maar is veiliger, minder risico op overdosis.
- Naltrexone: voorkomt een overdosis.

Welke vormen van gedragstherapie worden toegepast bij ambulante diensten voor verslavingszorg?

- Cognitieve Gedragstherapie: herkennen en veranderen van gedrag.
- Dialectische Gedragstherapie: vermindert verlangens, leert copingvaardigheden.
- Rationeel Emotieve Gedragstherapie: bevordert positief denken en emoties.
- Matrix Model: beloont goed gedrag, bevordert zelfrespect.

Wat houdt support van gelijkgestemden in bij ambulante verslavingszorg?

Deelnemen aan herstelprogramma's zoals NA/AA/CA meetings.

Wat doet medicatie bij verslaving?

Vermindert ontwenningsverschijnselen en craving.

Wat was het percentage personen van 12 tot 17 jaar en van 18 jaar of ouder in Amerika die in 2018 een diagnoseerbare verslaving hadden?

- In 2018 had 1,6% van de personen van 12 tot 17 jaar in Amerika een diagnoseerbare verslaving.
- Onder personen van 18 jaar of ouder was dit percentage 10,1%.

Hoe verandert het gebruik en de stoornissen in het gebruik van middelen met de leeftijd?

- Middelengebruik en stoornissen nemen toe tijdens de adolescentie.
- Er is een piek tussen de leeftijd van 18 en 22 jaar.
- Het gebruik en de stoornissen beginnen af te nemen tijdens de jongvolwassenheid en deze afname zet zich voort gedurende de volwassenheid.

Waarom is er vaak sprake van een hoge mate van comorbiditeit bij verslaving?

- Verslaving gaat vaak samen met andere psychiatrische symptomen en stoornissen.
- Voorbeelden van comorbiditeit zijn externaliserende, internaliserende en persoonlijkheidsstoornissen.
- Dit komt waarschijnlijk doordat verschillende psychische aandoeningen dezelfde oorzaken en eigenschappen hebben, zoals traumatische ervaringen tijdens de kindertijd en impulsiviteit.

Wat is de etiologie van SUD?

De etiologie van verslaving is erg complex, en wordt al langer gekenmerkt door genetische, biologische, psychosociale en omgevingsfactoren. Een van de nieuwe concepten om verslaving te diagnosticeren is Addiction Research Domain Criteria (AARDoC) en de bijbehorende beoordeling reeks, de Addictions Neuroclinical Assessment (ANA). Dit is het eerste verslaving specifieke systeem dat onderzoek doet naar de gedrags-, neurobiologische en genetische kenmerken ervan samenvoegt in vier domeinen: beloning/incentive saillantie, negatieve emotionaliteit, cognitieve controle/executieve functie en omgevingsfactoren.

Welke drie belangrijke punten kunnen bijdragen aan de ontwikkeling van een verslaving?

- Deviatie of afwijkingsgevoeligheid:Mensen met een hoger niveau van impulsiviteit zijn vatbaarder voor risicovol gedrag, zoals middelengebruik;
- Stress of negatieve emoties: Mensen die vroeg in hun leven stress of trauma hebben ervaren, kunnen geneigd zijn om middelen te gebruiken als een manier om met negatieve emoties om te gaan;
- Farmacologische effecten: individuele verschillen in de gevoeligheid voor de effecten van verschillende middelen spelen een rol in het risico op verslaving en het voortzetten van gebruik.

Welke factoren verhogen het risico op verslaving en hoe verschillen deze naar ras/etniciteit?

- Het beginnen met gebruik op jonge leeftijd.
- Associatie met leeftijdsgenoten die middelen gebruiken.
- Familiegescchiedenis van middelengebruik.
- Racial/etnische verschillen waarbij minderheidsgroepen een lager risico hebben op verslaving tot een bepaalde leeftijd en vervolgens meer risico lopen dan blanke individuen (cross-over effect).
- Minderheden ervaren meer problemen gerelateerd aan drankgebruik, comorbiditeiten, gezondheidsproblemen en juridische problemen.

Wat zijn beschermende factoren waardoor mensen minder snel een middelenverslaving ontwikkelen?

Beschermende factoren zijn positieve ouderlijke invloed, prosociale sociale ondersteuning en relaties tijdens de adolescentie, en positieve banden met de gemeenschap en school.

Welke primaire rollen en verantwoordelijkheden hebben verschillende soorten behandelaars en verzorgers?

  • Huisarts: voert korte interventies uit en evalueert cliënten voortdurend. Raadpleegt de specialist in gedragsgezondheid en coördineert de behandeling van cases;
  • Medisch assistenten of verpleegkundigen: voeren screenings uit en signaleren zorgwekkende uitkomsten voor de huisarts of specialist in gedragsgezondheid;
  • Specialisten in gedragsgezondheid: voeren verdere evaluaties uit, bieden interventies aan en ondersteunen bij het aanpassen van behandelingen. Bieden gedragstherapie aan indien gelicentieerd en houden toezicht op doorverwijzingen;
  • Psychiatrische Consultants: beoordelen complexe gevallen, assisteren bij diagnoses en adviseren over behandelplannen.

Welke secundaire rollen en verantwoordelijkheden hebben verschillende soorten behandelaars en verzorgers?

  • Casemanagers of community gezondheidswerkers: onderhouden cliëntendossiers, verbinden cliënten met zorg en bieden pleitbezorging en ondersteunende diensten.
  • Peer-ondersteuning specialisten: mentoren cliënten, bieden ondersteuning, helpen bij het navigeren door het gezondheidszorgsysteem en voeren casemanagement taken uit indien gekwalificeerd.
Het is verder belangrijk dat de verschillende verzorgers verbinding maken met community partners. Werk samen met organisaties in de buurt en in de gemeenschap om sociale factoren van gezondheid aan te pakken en de kansen op herstel van cliënten te vergroten.

Welke onderdelen moeten begrepen worden bij de beoordeling van een verslaving en wat is het doel van deze onderdelen?

Bij het beoordelen van een verslaving zijn er meerdere onderdelen die begrepen moeten worden om deze beoordeling goed te kunnen doen. Deze onderdelen zijn de selectie van beoordeling doelen, de methoden, instrumenten en de maatregelen die worden gebruikt om dergelijke doelen te beoordelen, en andere beoordelingsprocessen.

Wat zijn de doelstellingen die men kan hebben bij het selecteren van de doelen van een beoordeling?

- Geschiktheid bepalen voor deelname aan wetenschappelijk onderzoek.
- Begrip krijgen van unieke symptomen van een individu.
- Monitoren van de effecten van een behandeling.
- Voorspellen van toekomstig gedrag van een persoon.

Vaststellen van specifieke doelen helpt bij het selecteren van de juiste tests of vragenlijsten voor de beoordeling.

Wat is het meest voorkomende ontwikkelingstraject van middelen- en verslaving gerelateerde stoornissen?

Een toename tijdens de adolescentie, een piek tussen de 18 en 22 jaar, en afnames tijdens de (jong)volwassenheid

Wat is evidence-based assessment en waarom belangrijk?

Het beschrijft een geïntegreerde benadering die de nadruk legt op het gebruik van onderzoek en theorie om te informeren over de selectie van assessment targets, de methodes en metingen die gedaan worden om targets en de assessmentprocedures vast te stellen.
Het herkent de inherente complexiteit van assessment en belicht het belang van het integreren van informatie uit verschillende databronnen voor de beste klinische uitkomsten voor een persoon.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo