Spirited choices: Substance use disorders
26 belangrijke vragen over Spirited choices: Substance use disorders
Wat voor kritiek is er op de diagnose van verslaving aan de hand van de DSM-5?
Wat zijn de kenmerken van stoornissen in het gebruik van middelen?
Hoe wordt de ernst van een verslaving onderverdeeld?
- Milde verslaving: twee tot drie criteria van de DSM;
- Matige verslaving: vier tot vijf criteria van de DSM;
- Ernstige verslaving: zes of meer criteria van de DSM.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Welke services worden aangeboden door residentiële/klinische diensten en voor wie zijn deze bedoeld?
Wat biedt medisch beheerde intensieve klinische zorg (detox) voor volwassenen?
Wat is vereist voor het beheer op lange termijn bij verslaving en welke acties worden genomen?
Waarvoor zijn intensieve ambulante diensten of gedeeltelijke klinische opname bedoeld?
- Voor cliënten die geen 24-uurszorg nodig hebben.
- Geschikt voor cliënten met complexe symptomen of comorbide stoornissen.
- Kan dienen als vervolgstap na een klinische opname.
Welke strategieën behoren tot vroege interventie bij cliënten met verslavingsproblematiek?
- Eerstelijnszorg ondersteuning voor zelfmanagement: voor cliënten die niet klaar zijn om behandeling aan te gaan.
- Schadebeperking: het helpen van cliënten in een actieve verslaving met het verminderen van de schade, door speciale medicatie (naltrexone) tegen overdoses te geven en gemeenschappen aan te kaarten waar schone naalden te halen zijn
Welke medicijnen worden gebruikt om ontwenningsverschijnselen en craving bij alcoholmisbruik te verminderen en wat zijn hun effecten?
- disulfiram: veroorzaakt ongemak zoals braken bij alcoholconsumptie, ontmoedigt gebruik.
- naltrexone: blokkeert euforische effecten van alcohol, vermindert aantrekkelijkheid van gebruik.
Welke medicijnen worden ingezet tegen opioïdenverslaving en wat zijn de kenmerken?
- buprenorfine: werkt als methadone maar is veiliger, minder risico op overdosis.
- Naltrexone: voorkomt een overdosis.
Welke vormen van gedragstherapie worden toegepast bij ambulante diensten voor verslavingszorg?
- Dialectische Gedragstherapie: vermindert verlangens, leert copingvaardigheden.
- Rationeel Emotieve Gedragstherapie: bevordert positief denken en emoties.
- Matrix Model: beloont goed gedrag, bevordert zelfrespect.
Wat houdt support van gelijkgestemden in bij ambulante verslavingszorg?
Wat doet medicatie bij verslaving?
Wat was het percentage personen van 12 tot 17 jaar en van 18 jaar of ouder in Amerika die in 2018 een diagnoseerbare verslaving hadden?
- Onder personen van 18 jaar of ouder was dit percentage 10,1%.
Hoe verandert het gebruik en de stoornissen in het gebruik van middelen met de leeftijd?
- Er is een piek tussen de leeftijd van 18 en 22 jaar.
- Het gebruik en de stoornissen beginnen af te nemen tijdens de jongvolwassenheid en deze afname zet zich voort gedurende de volwassenheid.
Waarom is er vaak sprake van een hoge mate van comorbiditeit bij verslaving?
- Voorbeelden van comorbiditeit zijn externaliserende, internaliserende en persoonlijkheidsstoornissen.
- Dit komt waarschijnlijk doordat verschillende psychische aandoeningen dezelfde oorzaken en eigenschappen hebben, zoals traumatische ervaringen tijdens de kindertijd en impulsiviteit.
Wat is de etiologie van SUD?
Welke drie belangrijke punten kunnen bijdragen aan de ontwikkeling van een verslaving?
- Stress of negatieve emoties: Mensen die vroeg in hun leven stress of trauma hebben ervaren, kunnen geneigd zijn om middelen te gebruiken als een manier om met negatieve emoties om te gaan;
- Farmacologische effecten: individuele verschillen in de gevoeligheid voor de effecten van verschillende middelen spelen een rol in het risico op verslaving en het voortzetten van gebruik.
Welke factoren verhogen het risico op verslaving en hoe verschillen deze naar ras/etniciteit?
- Associatie met leeftijdsgenoten die middelen gebruiken.
- Familiegescchiedenis van middelengebruik.
- Racial/etnische verschillen waarbij minderheidsgroepen een lager risico hebben op verslaving tot een bepaalde leeftijd en vervolgens meer risico lopen dan blanke individuen (cross-over effect).
- Minderheden ervaren meer problemen gerelateerd aan drankgebruik, comorbiditeiten, gezondheidsproblemen en juridische problemen.
Wat zijn beschermende factoren waardoor mensen minder snel een middelenverslaving ontwikkelen?
Welke primaire rollen en verantwoordelijkheden hebben verschillende soorten behandelaars en verzorgers?
- Huisarts: voert korte interventies uit en evalueert cliënten voortdurend. Raadpleegt de specialist in gedragsgezondheid en coördineert de behandeling van cases;
- Medisch assistenten of verpleegkundigen: voeren screenings uit en signaleren zorgwekkende uitkomsten voor de huisarts of specialist in gedragsgezondheid;
- Specialisten in gedragsgezondheid: voeren verdere evaluaties uit, bieden interventies aan en ondersteunen bij het aanpassen van behandelingen. Bieden gedragstherapie aan indien gelicentieerd en houden toezicht op doorverwijzingen;
- Psychiatrische Consultants: beoordelen complexe gevallen, assisteren bij diagnoses en adviseren over behandelplannen.
Welke secundaire rollen en verantwoordelijkheden hebben verschillende soorten behandelaars en verzorgers?
- Casemanagers of community gezondheidswerkers: onderhouden cliëntendossiers, verbinden cliënten met zorg en bieden pleitbezorging en ondersteunende diensten.
- Peer-ondersteuning specialisten: mentoren cliënten, bieden ondersteuning, helpen bij het navigeren door het gezondheidszorgsysteem en voeren casemanagement taken uit indien gekwalificeerd.
Welke onderdelen moeten begrepen worden bij de beoordeling van een verslaving en wat is het doel van deze onderdelen?
Wat zijn de doelstellingen die men kan hebben bij het selecteren van de doelen van een beoordeling?
- Begrip krijgen van unieke symptomen van een individu.
- Monitoren van de effecten van een behandeling.
- Voorspellen van toekomstig gedrag van een persoon.
Vaststellen van specifieke doelen helpt bij het selecteren van de juiste tests of vragenlijsten voor de beoordeling.
Wat is het meest voorkomende ontwikkelingstraject van middelen- en verslaving gerelateerde stoornissen?
Wat is evidence-based assessment en waarom belangrijk?
Het herkent de inherente complexiteit van assessment en belicht het belang van het integreren van informatie uit verschillende databronnen voor de beste klinische uitkomsten voor een persoon.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden