Samenvatting: 1.4 De Stelsels
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van 1.4 de stelsels
-
1 1.4 de stelsels
Dit is een preview. Er zijn 63 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
Welke stelsels spelen een rol in het voedselverteringsproces?
* ademhalingsstelsel
* bloed-en lymfevatenstelsel
* het uitscheidingsstelsel
* hormoonstelsel
* het zenuwstelsel speelt indirect een rol. -
Welke stelsels met elk hun eigen functie houden het lichaam draaiende?
* het ademhalingsstelsel
* bloed- en lymfevatenstelsel
* geraamte
* hormoonstelsel
* huid
* spierstelsel
* spijsverteringsstelsel
* uitscheidingsstelsel
* voortplantingsstelsel
* zenuwstelsel
* zintuigen -
Behoren amandelen en lymfeklieren tot het lymfatisch systeem?
Ja -
Waaruit bestaat het uitscheidingsstelsel stelsel?
Uit twee nieren en de urinewegen -
Wat ligt er boven de nieren?
De bijnieren -
Wat is de taak van de bijnieren?
Zij zorgen ervoor dmv afscheiding van een hormoon dat de nieren niet teveel vocht afscheiden. -
Hoeveel urine scheiden we in een normaal geval uit per dag? En hoeveel bedraagt dit bij weinig drinken en veel zweten?
Ongeveer 1,8 liter
Ongeveer 400 ml. -
Waar staat de afkorting a.d.h. voor?
Antidiuretisch hormoon ( anti=tegen, diurese=afscheiden en lozen van urine) -
Hoe komen we aan vocht in ons lichaam?
* we nemen het op met ons vaste voedsel
* we nemen het op in de vorm van dranken
* water komt vrij bij de verbranding van onze voedingsstoffen -
Hoe verliezen we vocht?
* met de ontlasting
* via verdamping: de huid en de zweetklieren
* door te urineren
* via de longen
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden