Samenvatting: 1. Inleiding In De Loonbelasting En Sociale Verzekeringen
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van 1. Inleiding in de loonbelasting en sociale verzekeringen
-
1 1 Inleiding in de loonbelasting en sociale verzekeringen
Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
Wat wordt besproken in het hoofdstuk over de Wet loonbelasting?
- Opbouw van de Wet loonbelasting
- Relatie tussen loon- en inkomstenbelasting
- Begrippen werknemer en pseudo-werknemer
- Regeling voor artiesten en beroepssporters -
2 1.1 loonbelasting
Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2
Laat hier meer flashcards zien -
Wat zijn de leerdoelen van de 1e les over de loonbelasting?
- De opbouw en systematiek van de Wet op de loonbelasting uitleggen
- De drie pijlers van de loonbelasting benoemen in een casus
- Het tweeledige karakter (voor- c.q. eindheffing) van de loonbelasting benoemen
- Het begrip loonheffingen definiëren
- De samenhang tussen alle loonheffingen duiden
- De relatie tussen loonbelasting en inkomstenbelasting verklaren -
Wat houdt het tweeledige karakter van de loonbelasting in?
- Voorheffing: werkgever houdt belasting in op het loon van werknemers
- Eindheffing: belasting die de werkgever moet betalen over het loon van de werknemers -
5 1.1.1.2 Geschiedenis
Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 5
Laat hier meer flashcards zien -
Wat is de oorsprong en geschiedenis van de loonbelasting in Nederland?
- In 1894 werd de inkomstenbelasting ingevoerd in Nederland op basis van de Wet op de bedrijfsbelasting en de Wet op de vermogensbelasting.
- De bedrijfsbelasting was een directe belasting naar het inkomen en omvatte ook looninkomsten.
- De belasting werd geheven op basis van het bronnenfictiestelsel.
- In 1914 werden beide wetten vervangen door de Wet inkomstenbelasting 1914, die ook was gebaseerd op het bronnenfictiestelsel. -
Wat hield het bronnenfictiestelsel in bij de bedrijfsbelasting en de Wet inkomstenbelasting 1914 in Nederland?
- Belasting werd geheven over het inkomen dat men bij fictie geacht werd in een jaar te genieten.
- Het inkomen omvatte ook looninkomsten. -
Wanneer trad het Besluit op de loonbelasting 1940 in werking en tot wanneer heeft het gegolden?
- Het Besluit op de loonbelasting 1940 trad in werking op 1 januari 1941.
- Het Besluit loonbelasting 1940 was van kracht tot 1 juli 1965. -
6 1.1.1.3 Het karakter van de loonbelasting
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 6
Laat hier meer flashcards zien -
Welke functies vervult de loonbelasting in het Nederlandse belastingstelsel?
- Voorheffing op de inkomstenbelasting
- Zelfstandige heffing, ingeval het totale inkomen hoofdzakelijk uit loon bestaat
- Eindheffing -
12 Hoofdstuk 6 e.v. - afwijkende bepalingen - artikelen 33 tot en met 40 Wet LB
Dit is een preview. Er zijn 5 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 12
Laat hier meer flashcards zien -
Welke rechtsbronnen zijn van belang voor de loonbelasting volgens de Wet LB? Noem ze.
- UBLB (Uitvoeringsbesluit loonbelasting 1965)
- URLB (Uitvoeringsregeling loonbelasting 2011)
- Uitvoeringsregeling afdrachtvermindering
- Regeling loonbelasting en premietabellen -
Wat behoort nog meer tot de rechtsbronnen van de loonbelasting en wekt vertrouwen bij belastingplichtigen? Beschrijf.
Gepubliceerde (beleids)besluiten van de Minister van Financiën. Ze wekken vertrouwen dat de inspecteur conform de besluiten handelt. Het Handboek Loonheffingen is ook van praktisch belang en geeft richtlijnen. -
Welke wetten mogen niet over het hoofd worden gezien als belangrijke rechtsbronnen voor de loonbelasting naast de rechtspraak?
Algemene wet bestuursrecht (AWB) en Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR). Ze regelen zaken zoals aangifte, afdracht, boetes en bezwaar en beroep.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden