Samenvatting: 1 - Oogheelkunde
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van 1 - Oogheelkunde
-
4 WG1 Visus en refractie
Dit is een preview. Er zijn 34 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 4
Laat hier meer flashcards zien -
Noem de lagen en ruimtes die lichtstralen passeren van buiten tot aan de n. opticus:
1. Cornea
2. Voorste oogkamer
(3. De pupil in de uvea)
4. Achterste oogkamer
5. Lens
6. Camera vitra/glasvochtruimte
7. Retina -
Welke (4) lagen heeft de retina?
*Glasachtiglichaam*
1. Ganglioncellen
2. Amacriene en bipolaire cellen
3. Fotoreceptoren: staafjes en kegeltjes
4. Retinaal pigment epitheel
*Choroid = vasculaire laag*
*Sclera* -
Waarmee is het grootste deel van de oogbol gevuld?
Het corpus vitreum, ook wel het glasvocht: een gelachtige, transparante massa met een membraan eromheen. -
Hoe heet de vasculaire laag in de oogbol? En waar zit deze laag tussen?
Het choroid, deze zit tussen de retina en de sclera. -
Welke laag bedekt (de voorkant van) het oog?
De conjunctiva (een muceus membraan over de sclera) en de cornea (het hoornvlies). -
Welke structuur houdt de lens op zijn plek?
De zonulavezels / zonula ciliare. -
Druk visus uit in een formule:
VA = x/60
VA is visus of visual acuity
x is de afstand waarop iemand iets kan zien, in dit geval vingers die worden opgehouden.
60 meter is de afstand waarop een persoon met een goede visus dit nog kan zien.
Voor verschillende onderzoeken zijn deze cijfers anders:
- 300m voor beweging
- 5-6m voor de Landolt C kaart -
Tussen welke getallen kan visus variëren? Geef twee voorbeelden van een waarde en wat iemand dan ziet
Van 0 tot ongeveer 2,0
1,0 is het meest "normaal"
Bij een visus van 0,5 kan iemand het voorwerp pas goed zien als hij/zij twee keer zo dichtbij staat (tov iemand met een normale visus) of als het voorwerp twee keer zo groot zou zijn.
Bij een visus van 0,10 is dit een factor 10. -
Wat is refractie? Welke structuren hebben deze eigenschap in het oog?
Lichtbreking, dit kan in het oog bij de cornea (2/3e) en de lens (1/3e) -
Druk refractie uit in een formule, hoe sterk is de refractie van het oog?
D=1/f
D is dioptrie, de mate van refractie.
f is de brandpuntafstand
In het oog:
Cornea = 40Dpt
Lens = 20 Dpt
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden