Samenvatting: 10 Voor Biologie Hoofdstuk 2
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van 10 voor biologie hoofdstuk 2
-
2 Cellen: bouw en functie
-
2.2 Celstructuren en hun functie
Dit is een preview. Er zijn 23 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.2
Laat hier meer flashcards zien -
Wat is de Celkern en de functie
De celkern bevat de erfelijke informatie van een organisme in de vorm van genen. Deze genen bestaan uit DNA. Met de erfelijke informatie bestuurt de kern de celprocessen die moeten plaatsvinden om het geheel goed te laten functioneren. -
Wat is zo handig aan de opbouw van het celmembraan en de fosfolipiden
Door deze opbouw ontstaat een soepel, vervormbaar en waterafstotend membraan. Het celmembraan scheidt het inwendige van de cel (het celplasma) van zijn omgeving. -
Wat ligt er in de dubbele fosfolipide laag?
n de dubbele fosfolipidenlaag liggen cholesterolmoleculen en eiwitmoleculen. Sommige eiwitmoleculen dienen voor het stoffentransport de cel in en uit. Dat zijn membraanporiën ofwel porie-eiwitten. Andere eiwitmoleculen die óf aan de binnenkant van het membraan óf aan de buitenkant van het membraan liggen, fungeren als receptoren voor bepaalde stoffen, zoals hormonen, die signalen naar en van de cel doorgeven. -
Wat kun je zeggen over de koolhydraten op het oppervlak van het celmembraan?
Deze koolhydraten zijn aan de eiwitten en de vetten in het membraan gebonden en steken buiten het membraanoppervlak uit. -
Veel organellen bestaan uit membranen met dezelfde bouw als het celmembraan Welke zijn dit?
kern, mitochondrium, endoplasmatisch reticulum, golgi-systeem, lysosoom en bij planten ook de plastiden. Zelfs uitsteeksels aan sommige cellen, zoals flagellen en ciliën, bestaan uit membranen. -
Wat is speciale energiemoleculen: ATP (adenosinetrifosfaat)
Bij de verbranding wordt energie gevormd die wordt vastgelegd in speciale energiemoleculen: ATP (adenosinetrifosfaat). Hoe meer ATP in de mitochondriën gemaakt wordt, des te actiever een cel kan zijn. Als eindproducten van de verbranding worden behalve energie de stoffen koolstofdioxide (CO2) en water (H2O) gevormd -
Waar worden de verschillende geproduceerde eiwitten voor gebruikt?
De geproduceerde eiwitten kunnen voor verschillende doeleinden worden gebruikt, zoals de aanmaak van materiaal (structuureiwitten), het versnellen van omzettingen (enzymen) en het transport van stoffen door celmembranen (transporteiwitten). De ribosomen in een cel zijn voor het overgrote deel met het ruwe ER verbonden, een kleiner deel ligt vrij in het celplasma, soms in groepjes als polysomen. -
Waarom zijn kliercellen een goed ontwikkelt golgisysyteem
Vanwege de grote variatie aan chemische omzettingen is het golgi-systeem rijk gevuld met veel verschillende enzymen. Voor ieder type omzetting is namelijk een specifiek enzym nodig. -
Wat zijn plastiden? En in welke 2 delen worden ze opgedeeld?
Plastiden zijn organellen die alleen bij planten voorkomen.
Je hebt (gekleurde plastiden) chromoplasten en (kleurloze) leukoplasten -
Wat is de functie van de kleurloze leukoplasten?
De kleurloze leukoplasten dienen om stoffen zoals vet, zetmeel en eiwit op te slaan. De leukoplasten waarin zetmeel is opgeslagen, worden zetmeelkorrels (amyloplasten) genoemd. Deze vind je in wortels en ondergrondse stengelverdikkingen, zoals aardappels. Ook in zaden komen amyloplasten voor.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden