De groei van de bevolking - Emigratie en emigratiepolitiek
4 belangrijke vragen over De groei van de bevolking - Emigratie en emigratiepolitiek
1. Hoe zag de emigratie er in Nederland uit in de periode 1946-1960?
- 377.000 emigranten
- 33% naar Canada
- hoogtepunt: 1952-1953
2. Hoewel er sprake was van een actief emigratiebeleid, was de organisatie geenszins een overheidstaak. Wie organiseerden de emigraties?
'Maatschappelijke organisaties":
- kerkelijk
- vakbonden
- neutrale organisaties
De overheid zorgt alleen voor een kleine vertreksubsidie.
3. Wat waren de motieven voor emigratie?
- economisch pessimisme: onbehagen over onbestemde economische toekomst
- verwacht overschot jonge boeren ivm benadrukking industrialisatie ten koste van landbouwgronden
- aantrekkingskracht nieuwe land
- algehele ontevredenheid, die soms voortkwam uit teleurstelling over de niet-gerealiseerde nieuwe toekomst na de oorlog (bijvoorbeeld bij verzetslieden)
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
4. Na 1954 daalde de emigratiebereidheid. Wat was hiervan de oorzaak?
Economisch optimisme:
- snel dalende werkloosheid tussen 1952 en 1956
- betere vooruitzichten van de industrialisatie
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden