Osmoregulatie versus volumeregulatie

13 belangrijke vragen over Osmoregulatie versus volumeregulatie

Hoe is het volume van het lichaam opgebouwd?

Zo'n 2/3 van je water zit in de cellen en zo'n 1/3 van het water zit buiten de cellen. Totaal heb je ongeveer 42 Liter water. Dit varieert van man tot vrouw en per lichaam, maar dit is ongeveer een handige indeling.

Het water buiten de cellen zit in het bloedplasma en in het interstitiele volume. Bij het meten meten we altijd het water in het bloedplasma.

Hoe meet je ionen / stoffen in het water en wat zegt dat over het intertestinale milieu?

In het water meet je bepaalde ionen in het plasma en dat komt overeen met het aantal ionen in het intertestinale vloeistof. Dit is wel heel anders dan het intracellulaire vloeistof. 

Een cel ziet namelijk altijd zijn eigen pH en niet dat van buiten de cel, dus vandaar dat het aantal ionen binnen en buiten de cel kunnen wisselen.    

Hoe verhouden de osmoregulatie en de volumeregulatie zich tot elkaar?

Als er heel veel natrium toeneemt, dan neemt nog niet per se het volume toe. Door de osmoregulatie komt er wel water bij en daardoor gaat het volume toenemen.

Bijv. Bij longoedeem dan heb je heel veel natrium en heel veel water, waardoor het volume is toegenomen en de osmolariteit is dan goed.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat is het doel van transpireren?

Temperatuur regulatie

Hoe regelt een zweetklier het uitscheiden van zout?

De zweetklieren lijken op de verzamelbuis. De zweetklieren hebben eerst reaborptie van natrium en dat gaat gepaard met actief chloride-transport. Dat gaat via de CFDR transporter. (bij taai-slijmziekte is die CFDR transporter)

Niet alles wordt gereabsorbeerd en in je zweet zit dan rond de 10-20 mmol natrium / L.

Wat is de osmolaliteit? (of osmolariteit)

De moleculaire concentratie van alle in een oplossing osmotisch werkzame stoffen.
Kan geschat worden als 2 x plasma [Na].
Normaal is dat rond de 290 mOsm / Liter of kg H2O.

Hoe werkt de osmoregulatie van de cel?

Als er buiten de cel veel meer deeltjes bijkomen, dan zal de cel kleiner worden, door dat het dan water uitscheidt. Als er deeltjes in de cel bijkomen, dan wordt de cel groter, omdat er dan water de cel in gaat.

Wat is het gevolg voor mensen met een nierinsufficiëntie die teveel drinken?

Drinken beschermt vooral tegen een te hoge natrium concentratie, maar bij deze patiënten werkt de nier niet goed, waardoor het ook niet goed gefilterd wordt en als je dan teveel water drinkt heb je kans op een hyponatriemie. (te weinig natrium in het bloed).

Welke sensoren zijn er betrokken bij de volume regulatie?

In het atrium wordt een stof gemaakt wat natriurese veroorzaakt.

Hoeveel natrium eten wij?

Teveel.

In de urine kan je meten hoeveel natrium iemand de dag daarvoor gegeten heeft.

Als je weinig natrium eet dan heb je ook heel weinig natrium in je urine.

Wat activeert het renine angiotensine systeem?

Het verlies van water en zout leidt tot volume depletie en dat leidt weer tot een verlaging van het hartminuutvolume, bloeddruk en renale hypoperfusie (NaCl aanbod van de macula densa) en dat activeert het renine angiotensine systeem.

Het renine angiotensine systeem activeert dan vervolgens vasoconstrictie en een toegenomen natriumreabsorptie.

Is er een interactie tussen de osmoreceptoren (osmoregulatie) en de baroreceptoren (volume regulatie)?

Volumebalans heeft altijd voorrang, maar toch hangt het wel een beetje samen met de osmoregulatie.

Normaal gesproken gaat de regulatie apart, maar in extreem heftige gevallen laat de osmoregulatie de volumeregulatie zijn gang gaan. Het ADH geeft dan vasopressine, want je kan beter teveel bloed verliezen en genoeg natrium behouden, dan dat je weinig bloed verliest met een keurige concentratie natrium, want dan heb je uiteindelijk natrium te kort.

Hoe werkt de regulatie van de bloeddruk?

Verhogen van de bloeddruk door:
- Vasoconstrictie waardoor de perifere vaatweerstand toeneemt.
- Toenemen van extracellulair volume, waardoor het hartminuutvolume toeneemt.

Vasoconstrictie stimuleert angiotensine 2 en dat stimuleert natrium excretie met beiden als doel om de bloeddruk te verhogen. 

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo