Palliatieve farmacotherapie

44 belangrijke vragen over Palliatieve farmacotherapie

Top 5 sterfte in nederland als gevolg van chronische ziekte (2006)

  1. kanker
  2. CVA
  3. Dementie
  4. COPD
  5. Hartfalen

Welke fysiologische veranderingen treden op bij het ouder worden?

  1. afname spiermassa
  2. afname nierfunctie
  3. afname balans/flexibiliteit

Andere factoren bij het ouder worden zijn
  • afname cognitie, visus, gehoor
  • incontinentie
  • pijnklachten
  • benauwd, hartfalen
  • slapeloosheid

In welke drie fasen is een chronische ziekte opgedeeld?

  1. curatieve fase (gericht op genezing)
  2. palliatieve fase (niets meer te doen --> gericht op symptoombehandeling)
  3. terminale fase

Extra
COPD geen gnm die voor genezing zorgen maar wel die de ziekte vertragen. Hartfalen idem dito. Lastig wanneer de overgang is van curatief naar palliatief.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Speerpunten palliatieve zorg zijn:

  1. het doel is de kwaliteit van leven en niet genezing
  2. de dood is een normaal, natuurlijk proces dat niet vertraagd of versneld wordt
  3. aandacht hebben voor lichamelijke en psychische klachten
  4. integratie van psychologische en spiratuele aspecten
  5. emotionele ondersteuning voor de patiënt/naasten
  6. team van zorgverleners

Wat is kwaliteit van leven nu eigenlijk?

  1. lichamelijk welbevinden
  2. zelfzorgvermogen
  3. emotioneel en sociaal welbevinden
  4. religie en spiritualiteit (zingeving)
  5. uiterlijke verzorging
  6. tevredenheid over zorg en behandeling
  7. financiële situatie
  8. hoop en planning
  9. welbevinden naasten

Daarbij geldt voor de laatste paar dagen dat juist de kwaliteit van sterfte voorop moet staan. Maar ook dat de patiënt kan kiezen waar te overleden (thuis/zkh/verpleeghuis etc).

Beschrijf de geschiedenis van de palliatieve zorg

  • Begin jaren 90: eerste hospices in Nederland vanwege AIDS patienten die op jonge leeftijd overlijden.
  • In verpleeg en verpleeghuizen ontstonden hospice afdelingen of palliative units
  • Oprichting consultatieteams
  • Ontwikkeling van onderwijs
  • Beschikbaarheid van betere geneesmiddelen en toedieningsvormen voor de palliatieve zorg. Denk hierbij aan het mogelijk maken van intensieve pijn bestrijding in de thuissituatie (subcutane infuus pompen) maar ook fentanyl pleisters.

Palliatieve consultatieteams (IKNL)

  • IKNL = integraal kankercentrum Nederland
  • werken op regionaal niveau
  • beschikbaar voor eerste en tweede lijn ook voor apothekers
  • geven telefonisch advies
  • kunnen huisbezoeken afleggen
  • deskundigheidsbevordering/scholing
  • ook info voor FTO's belangrijke afspraken etc.
  • www.iknl.nl

Vele symptomen passeren de revu in de palliatieve fase bij kanker

  • vermoeidheid
  • pijn
  • gebrek aan energie
  • zwakte
  • gebrek aan eetlust
  • gespannenheid
  • gewichtsverlies
  • droge mond
  • somberheid
  • obstipatie
  • zorgen maken
  • slaapproblemen
  • kortademigheid
  • misselijkheid
  • angst
  • prikkelbaarheid
  • opgeblazen gevoel
  • hoesten
  • cognitieve symptomen
  • snelle verzadiging
  • smaakveranderingen
  • pijn in de mond
  • braken
  • sufheid
  • oedeem
  • mictieklachten
  • duizeligheid
  • dysfagie
  • verwardheid
  • bloedingen
  • neurologische klachten
  • heesheid
  • dyspepsie
  • huidsymptomen
  • diarree
  • jeuk 
  • hik
Lastig iets aan te doen:
vermoeidheid, gebrek aan eetlust, cognitieve symptomen.

Goed behandelbaar:
 pijn, somberheid, obstipatie, kortademigheid, misselijkheid.

Top 7 klachten in de terminale fase

  1. vermoeidheid (83%)
  2. kortademigheid (50%)
  3. pijn (48%)
  4. verwardheid (36%)
  5. angst (31%)
  6. depressie (28%)
  7. misselijkheid en braken (25%)

Over wat voor pijn hebben we het in de palliatieve fase?

Vaak een combi van neuropatische pijn + noiceptieve pijn dus beschadiging weefsel en zenuwen.

Daarnaast ook adjuvante behandeling van depressie, angst, slapeloosheid, intracraniele druk: zenuwcompressie, botpijn etc met dexamethason. 

Wat is het nadeel van methadon?

Methadon is lastig in te stellen. Het metabolisme is auto geindiceerd en methadon heeft een lange halfwaardetijd. De kinetiek van methadon is lastig te voorspellen.

Opioid rotatie naar oxycodon wanneer?

  1. bij goede pijnstilling maar misselijkheid door morfine
  2. bij slechte nierfunctie

Opioid rotatie naar methadon wanneer?

Als morfine bij neuropatische pijn slechts leidt tot een matige reactie. Methadon is een NMDA antagonist.

Opioid rotatie naar fentanyl

Bij goede pijnstilling bij morfine maar ernstige obstipatie. 
Bij een slechte nierfunctie overstappen. 
Accumulatie morfine bij eGFR 50ml/min kan leiden tot delier.

Hoe gaan we een opiod rotatie van fentanyl naar morfine uitvoeren?

  1. wachten tot depot pleister leeg is of pleister verwijderen en 24 uur wachten
  2. vervolgens morfine geven in equivalente dosering (zie tabellen)

Hoe gaan we een opioid rotatie van morfine naar fentanyl uitvoeren?

  1. Het duurt even voor dat depot fentanyl is opgebouwd
  2. op dag 1 pleister plakken en nog 50% van de dagdosering morfine geven
  3. daarna afbouwen morfine

Hoe wordt neuropatische pijn behandeld in de palliatieve zorg?

stap 1: opioiden ook tramadol verder direct op sterke opioiden
            tramadol is soms goed effect
stap 2: amitriptyline, nortriptyline
             gabapentine
             pregabaline
stap 3: esketamine oraal sc iv (meestal in combinatie met opioid)
esketamine = ketamine blokkeert NMDA rec
                          wordt ookk gegeven als producten doorbraakpijn niet meer                               werken
                          of bij morfine intolerantie
                          verbeterd analgesie
Bijw esketamine: vooral bij hoge doseringen 
hallucinaties, delier, misselijkheid, duizeligheid, sufheid en droge mond. Na opbouw esketamine kan de opioiddosering gehalveerd worden.
CI esketamine: acute psychose, verhoogde hersendruk , recent myocardinfarct.

Esketamine kan gecombineerd worden met morfine en met haloperidol in dezelfde casette.

Morfine en ademhalingsdepressie hoe zit dit?

Als morfine opgebouwd wordt komt dit niet voor.
Wordt alleen gezien bij een acute overdosering (dus niet een overdosering die rustig is opgebouwd).

Belangrijke bijwerking van DA antagonisten (haloperidol, metoclopramide en in mindere mate domperidon) is

extrapyrimidale bijwerkingen --> risico voor vallen

Noem 5 oorzaken van misselijkheid en braken

  1. maagdarmkanaal (irritatie, obstructie)
  2. CZS (verhoogde hersendruk door metastasen)
  3. vestibulair (bijv hersentumor --> tast gehoor aan) evenwichtsorgaan verstoort
  4. metabool (hyponatriemie maar ook hypercalciemie)
  5. behandeling met opioiden chemotherapie of radiotherapie

Behandeling: leefregels, voedingsadviezen of medicamenteus

Bij parkinson geef je welk anti emeticum en waarom

Domperidon omdat metaclopramide een dopamine antagonist is die de BHB passeert. Domperidon passeert BHB niet. Braakcentrum ligt buiten BHB wordt dus wel bereikt door beide middelen.

Probleem van parkinson is te weinig dopamine daar wil je dus geen dopamine antagonist geven (= nog minder dopamine).

Behalve in het CNS waar bevinden zich nog meer dopamine receptoren?

Perifere dopamine receptoren bevinden zich in de maag. Dopamine receptoren blokkeren met antagonisten is meer dopamine in de maag. Meer dopamine in de maag bevordert de peristalstiek en zorgt voor een versnelde maaglediging.


DA antagonisten pakken dus op 2 manieren de misselijkheid aan:
1. braakcentrum DA antagonisten remmen centrale D2 dopamine receptoren in de chemo trigger zone. Braakcentrum overprikkeld = braakreflex. Dopamine prikkelt via de D2 receptoren en leidt zo tot een braakreflex dit wordt dus geremd met DA antagonisten.
2. dopamine spiegel in maag omhoog. Voedsel minder lang in maag --> minder kans op misselijkheid en braken

Farmacotherapie bij misselijkheid en braken

Stap 1
  • metoclopramide (po, rectaal, sc/iv) DA antagonist
  • domperidon (po, rectaal) DA antagonist
  • alternatief: haloperidol (po, buccaal. evt sc/iv) weinig effecten op peristalstiek (dus 1 werkingsmechanisme)

Stap 2
Dexamethason het werkt waarom = niet bekend

Stap 3
  • levopromazine = oud antipsychoticum = sederend werkt zowel op dopaminerge, serotonerge, histaminerge, cholinerge receptoren dus brede receptor range. (let op veel bijwerkingen)
  • serotonine (5HT3) antagonisten: ondansetron, granisetron, tropisetron icm dexamethason vooral bij cytostatica die werken op de snel delende cellen (slijmvliezen darm)
  • olanzapine als monotherapie (atypisch antipsychoticum) remt in de hersenen de effecten van dopamine (bijw: gewichtstoename, droge mond, droge ogen, obstipatie, plasproblemen).

Waarom metoclopramide vaak in palliatieve zorg

Kan zowel sc als iv gegeven worden en er is veel ervaring mee

Let op bij ouderen ook vaak stil delier

  • wordt vaak niet herkend
  • heel erg teruggetrokken, apathisch
  • vaak niet herkend en als patient uit delier komt  houdt deze er veel angst om de controle te verliezen aan over

Hoe behandel je een delier bij parkinson?

Met clozapine let op op de bijwerking agranulocytose (keelpijn direct aan de bel trekken). Clozapine heeft een grote affiniteit met de dopamine receptoren maar dissocieert ook snel. 

Beschrijf de viceuze cirkel waar patienten in komen als ze dyspneu (kortademigheid) ervaren

paniek --> kortademigheid --> ontstaat een angst om te stikken --> door de angst ontstaat er weer paniek en zo gaat de vicieuze cirkel door.

Bij hoeveel patienten komt Dyspneu voor in de laatste 12 maanden?

  • Bij longkanker in 70% van de patienten
  • bij Hartfalen in 72% van de patienten
  • bij COPD in 94% van de patienten
  • patienten: zeer benauwd, angst om te stikken

Symptomatische behandeling van dyspneu

  1. houding, ademhalingstechniek, zuurstof
  2. morfine (intermitterend/slow realease/continue) in combinatie met kortwerkende voor doorbraak dyspnoe
    streven naar onderhoud
    toevoegen laxans
    hoe morfine werkt tegen dyspneu is niet duidelijk
  3. aanvullend: benzodiazepinen, corticostereoiden
  4. refractaire dyspneu = over op palliatieve sedatie
    refractair = niet meer te behandelen

Depressie in de palliatieve fase

  • lastig het verschil te onderscheiden tussen somberheid en depressieve stemming en een depressie
  • 15-30% chronisch zieke patienten heeft hier last van

Risicofactoren voor een depressie in de palliatieve fase zijn

  1. pijn
  2. fysieke beperkingen
  3. (co) morbiiditeit
  4. geneesmiddelen: corticostereoiden, psychofarmaca

Medicamenteuze behandeling depressie

Levensverwachting < 4 weken:
Proefbehandeling van 4 dagen met methylfenidaat 2dd
 (niet later dan 15.00-16.00 's middags laatste dosis).
Bepaal na 4 dagen het effect ja /nee --> nee = stop.

Levensverwachting > 4 weken: antidepressieva

In de palliatieve fase vaak gnm gekozen om meerdere symptomen aan te pakken

1 gnm --> meerdere aandoeningen
TCA bij neuropatische pijn en depressie.
Dosis niet omhoog --> bijwerkingen ontstaan

uitzondering = dyspneu bij optreden dyspneu wel onderhoud morfine omhoog.

Een aantal palliatief gerelateerde interventies zijn:

  1. radiotherapie
  2. gebruik van corticostereoiden
  3. palliatieve sedatie

Radiotherapie kenmerken in palliatieve fase

  • Doel: ziektebeloop vertragen
  • klachten verminderen (bijv pijn)
  • conditie en kwaliteit van leven bevorderen

Indicaties:
  1. botmetastasen
  2. wervelmetastasen
  3. hersenmetastasen

Bijwerkingen radiotherapie: meestal mild, let op soms toename pijn in het begin.

Effect radiotherapie na 3-4 weken.

Dus pas na 3-4 weken de eventuele pijn medicatie verlagen.

Kenmerken corticostereoiden in palliatieve fase

  • 35-60% patienten gebruiken in de laatste fase corticostereoiden

Indicaties:
  1. verhoogde hersendruk (oedeemvorming)
     --> misselijk/uitval verschijnselen
  2. acute darmobstructie door oedeem --> oedeem remmen
  3. pijn door botmetastasen
  4. eetlust verhogend
  5. ernstig braken (zie therapieschema oncologie)

Cortico's ingezet bij misselijkheid maar ook bij dyspneu

Gewichtsverlies: cortico geven
Eetlust vergroot maar leidt niet tot gewichtstoename echter wordt dit wel als proefbehandeling geprobeerd.

Noem de twee vormen van palliatieve sedatie:

  1. continue =continue buiten bewust zijn zijn
    sederen tot overlijden

  2. intermitterend sederen = bijv alleen tijdens de nacht en 1-2 uur voor wakker worden de sedatie stoppen

Diepe sedatie is bij 8% van de overleden patiënten (2005) toegepast. In dit college richten wij ons verder op de continue palliatieve sedatie.

Wat is de indicatie voor continue sedatieve sedatie:

1 of meer refractiare symptomen die ondraaglijk leiden veroorzaken

Refractaire symptoom: geen behandeling meer voor bijv met pijnmedicatie kom je niet meer uit;  met dyspneu medicatie kom je niet meer uit: paniek.

Refractaire symptomen zijn: (principe = leiden is onnodig)
  • pijn
  • dyspneu
  • delier (als mensen niet uit delier komen)
  • misselijkheid
  • angst
  • totale uitputting
  • existentieel leiden (verband houden met het bestaan)

Wat zijn de voorwaarden die nodig zijn voordat continue palliatieve sedatie toegestaan is?

  • absolute voorwaarde = levensverwachting van 1-2 weken
  • overeenstemming wensen patient
  • overleg zorgverleners
  • arts is bij begin continue sedatie aanwezig

Farmacotherapie continue palliatieve sedatie

stap 1 Midazoloam 
start 10 mg bolus sc + continue 1,5-2,5 mg/uur sc of iv
zn iedere 2 uur bolus 5 mg

Midazolam = benzo (dormicum) geschikt voor palliatieve sedatie,
-sederend
-korte halfwaardeheid
-stuurbaar snel zien hoeveel iemand nodig heeft 

Bij onvoldoende effect: na minimaal 4 uur dosis met 50% omhoog altijd in combinatie met een bolus.
Waarom na minimaal 4 uur? -->  eerst steady state bereiken anders risico te diep doseren --> oversedatie is niet nodig

Bij risicofactoren dosering verlagen en langer interval voordat onderhoudsdosering verhoogd wordt.
Risicofactoren zijn: patienten>60jaar; gewicht <60kg;
                                    nier/leverfunctiestoornissen,
                                    co medicatie 

Nodig voor continue palliatieve sedatie: infuuspomp

Let op de combinatie van midazolam met psychotrope geneesmiddel leidt tot paradoxale reacties.(onrust opwinding prikkelbaarheid waanvoorstellingen woedeaanvallen)

Dosering wordt altijd gedaan op geleide van klinisch beeld ipv fixed doseringen.

stap 2 
Levomepromazine sc/iv vanwege sederend effect

stap 3
propofol iv (ziekenhuis/anaesthesist) wordt echter zelden gebruikt doordat het een lastig middel is

Wat wil je doorgaan en wat wil je stoppen in de palliatieve fase

Wordt bepaald op bijwerkingen
Als je het stopt afvragen of de patient er nog iets van merkt
(symptomen waar patient last van heeft blijf je behandelen).
streven naar rustig uiteinde met zo min mogelijk medicijnen die lastige bijwerkingen kunnnen hebben.

Stoppen
  • antidiabetica
  • anithypertensiva
  • statine
  • iv vocht toedieningen --> stoppen met vochttoediening geeft geen ondraaglijk gevoel aan de patient en de patient krijgt ook geen dorst.
  • antibiotica --> intensief behandelen van infecties heeft geen zin meer en wordt niet gedaan (er is immers niet meer veel baat bij de behandleing)

Doorgaan
  • lisdiureticum
  • pijnmedicatie --> midazolam is immers geen pijnstiller (benzo)

Geen continue toediening van midazolam

  • niet ideaal
  • acute situaties: frequent bolus midazolam geven
  • zeer korte levensverwachting (geen pomp beschikbaar) --> alternatieven .
    Alternatieven voor midazolam (vooral thuis) zijn: diazepam (rectaal) en lorazepam, clonazepam (sublinguaal).

Intermitterende sedatie: volgens midazolam schema, stop ca 1 uur voor gewenste ontwaaktijd!

Wat zijn de knelpunten van palliatieve sedatie in de praktijk?

  • bepalen wanneer een symptoom refractair is
  • welk gewicht heeft existentieel lijden (draag of niet)
  • inschatten van de levensverwachting van de patient is lastig
  • deskundigheid/verplichte consultatie
  • aanwezigheid arts begin palliatieve sedatie
  • afstemming verschillende hulpverleners
  • wat is de verhouding tot euthanies

Wat zijn de grootste verschillen tussen palliatieve sedatie en euthanasie

Sedatie:
  • patient vraagt om symptoombestrijding
  • noodsituatie: patient niet altijd aanspreekbaar
  • reversibel

Euthanasie
  • patient vraagt arts om levensbeeindiging --> getekend formulier is nodig!
  • uitgebried overleg (zie richtlijn uitvoering euthanasie en hlp bij zelfdoding)
  • wilsbekwame patient
  • irriversibel

Het is goed om het over euthanasie en palliatieve sedatie te hebben aan het begin van het palliatieve traject.


De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo