Samenvatting: 2.2 Fysiologie

Studiemateriaal generieke omslagafbeelding
  • Deze + 400k samenvattingen
  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
LET OP!!! Er zijn slechts 38 flashcards en notities beschikbaar voor dit materiaal. Deze samenvatting is mogelijk niet volledig. Zoek a.u.b. soortgelijke of andere samenvattingen.
Gebruik deze samenvatting
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van 2.2 Fysiologie

  • 1 Endocrinologie

    Dit is een preview. Er zijn 4 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
    Laat hier meer flashcards zien

  • Wat is de functie van de hypofyse? Beschrijf de relatie die deze heeft met de hypthalamus en leg het verschil uit tussen de voor- en achterkwab van de hypfyse.

    De hypofyse achterkwab wordt ook wel de neurohypofyse genoemd omdat de zenuwbanen van de hypothalamus door dit deel van de hypofyse lopen en hier hun hormonen afgeven, het is een neurale verbinding. De voorkwab is eigenlijk de "echte" endocriene klier en wordt ook wel de adenohypofyse genoemd.
    De hypothalamus ontvangt informatie van het brein (staat in verbinding met het lymbische systeem en de hersenschors) à geeft dan vooral veel release hormonen af aan de hypofyse waarop de hypofyse weer hormonen afgeeft.
  • 2 Bio-energetisch trainen

    Dit is een preview. Er zijn 15 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2
    Laat hier meer flashcards zien

  • Waar halen wij (mensen) onze energie vandaan?

    Wij halen onze energie uit de afbraak van macronutriënten; koolhydraten, eiwitten, vetten. De afbraak van (chemische verbindingen in) macronutriënten geeft energie om biologische arbeid te verrichten (ofwel inspanning).
  • Wat is het actiepotentiaal? Wat is zijn functie en hoe komt deze bij de spier?

    Het seintje/impuls uit de hersenen komt via een motorische neuron aan. Het seintje is het AP = actiepotentiaal. Als deze uitkomt bij het uiteinde van de zenuw worden de signaalstoffen losgelaten; acetylcholine (een neurotransmitter)/ dit gaat richting de spiercel via de motorische eindplaat. Deze overgang van zenuw naar spier wordt de neuro-musculaire overgang genoemd.
  • In een spier heb je 3 verschillende omhulsels. Welke zijn dit?

    • Endomysium = de laag om een spiervezel
    • perimysium = de laag om een spierbundel/fasciculi heen
    • epimysium = de laag om een spierbuik heen
  • Welke rol speelt troponine bij spiercontractie?

    Dit is een molecuul.
    Wanneer er calcium aan actine wordt gekoppeld via het molecuul troponine (bepaald soort eiwit in spieren), dan kan myosine aan actine worden gekoppeld.
  • Welk enzym zorgt ervoor dat ATP gedeeld kan worden tot ADP? En hoe heet het vrijmaken hiervan?

    Dat vrijmaken heet hydrolyse, omdat er watermoleculen bij nodig zijn. Hydrolyse = katabool want er komt energie vrij.

    en er is een enzym bij nodig, ATPase, dat als katalysator (aanjager) voor die chemische reactie dient. ATP verandert in ADP (van trifosfaat naar difosfaat) en daarbij komt 1 fosfaat molecuul vrij en een hoeveelheid energie.
    de reactie kan in beide richtingen plaatsvinden > dus vanuit ADP en een vrij fosfaat kan ook weer een nieuw ATP molecuul gevormd worden.
  • Je hebt 3 manieren waarop ATP gevormd kan worden. Welke 3 zijn dit?

    1. Fosfaatsysteem > anaeroob
    2. glycolyse > anaeroob / aeroob
    3. oxidatief systeem > aeroob
  • Hoe vindt ATP productie plaats via het oxidatieve systeem?

    ATP productie kan ook in de spiercel plaatsvinden; zowel in het sarcoplasma als in de mitochondria. De mitochondria is de belangrijkste energiefabriek in je cellen, deze hebben zuurstof nodig om ATP te kunnen produceren à aerobe metabolisme. Hier komt heel veel ATP uit vrij. Dit is alleen niet ons snelste systeem en het duurt dus even voordat dit op gang is gekomen, maar ze hebben wel een grote voorraad. Als je bezig bent wordt je ATP voorraad constant aangevuld.
    nadeel = duurt langer
    voordeel = grote voorraad
  • Hoe vindt ATP productie plaats via het fosfaatsysteem?

    Het fosfaatsysteem maakt gebruik van creatine fosfaat, dit is een fosfaatmolecuul met hoge energie dat voorradig is in het sarcoplasma van de spiercel. Niet heel veel opslag, maar deze is wel 5-6x groter dan de ATP opslag in de spier. Creatinekinase is het enzym dat deze reactie katalyseert.
    dit fosfaatsysteem is goed voor krachtige korte termijn activiteiten zoals: 60-100 m sprint, gewichtheffen. Hogere aanvoer van CP (creatinephosphate) in fast twitch-vezels dan slow twitch.
  • Wat zijn belemmerende factoren tijdens inspanning? Wat zorgt voor vermoeidheid?

    Recente studies laten zien dat neuromusculaire vermoeidheid de belangrijkste belemmerende factor is.
    hoog intensief > suikers nodig
    laag-intensief en langdurig: vetzuurverbranding > ketonen
    Ketonen zijn chemische stofjes die aangemaakt worden als je lichaam vet gaat verbranden om aan energie te komen. De cellen beginnen dan vet te verbanden om aan energie te komen, in plaats van glucose. Hierdoor komen er ketonen in het bloed, en uiteindelijk ook in de urine.
LET OP!!! Er zijn slechts 38 flashcards en notities beschikbaar voor dit materiaal. Deze samenvatting is mogelijk niet volledig. Zoek a.u.b. soortgelijke of andere samenvattingen.

Om verder te lezen, klik hier:

Lees volledige samenvatting
Deze samenvatting +380.000 andere samenvattingen Een unieke studietool Een oefentool voor deze samenvatting Studiecoaching met filmpjes
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Onderwerpen gerelateerd aan Samenvatting: 2.2 Fysiologie