Samenvatting: 22. Metabole Skeletziekten

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van 22. Metabole skeletziekten

• 22.2 Metabole botziekten

• Voor welke ionen vormt bot vooral een reservoir?

  Vooral calcium en fosfaat worden in de botten opgeslagen voor later gebruik.

• In welk systeem staan alle invloeden op bot aanmaak en afbraak beschreven? Welke factor is hierin stimulerend?

  Het OPG/RANK/RANKL-systeem.
  Dit systeem geeft weer welke factoren invloed hebben op de vorming van osteoclasten, welke de botafbraak reguleren.
  
  
  
  OPG=osteoprotegerine -> remt de differentiatie van osteoclasten
  RANK=receptor activator of NFkB -> remt RANKL en dus osteoclasten
  RANKL= receptor activator of NFkB ligand  -> stimuleert differentiatie osteoclasten

• Hoe worden osteoclasten gevormd? Wat is hun functie?

  Osteoclasten ontstaan door een fusie van mononucleaire voorlopercellen, welke worden gevormd uit hematopoëtische stamcellen. De vorming van de osteoclasten vindt plaats in het bot zelf, waar de voorlopercellen na interactie met osteoblasten en stromacellen differentiëren tot rijpe osteoclasten.
  De functie van osteoclasten is het reguleren van botafbraak.

• Op welke cellen wordt RANKL tot expressie gebracht? Hoe heeft dit invloed op de differentiatie van osteoclasten?

  RANKL (receptor activator NFkB ligand) wordt geproduceerd en tot expressie gebracht door osteoblasten en stromacellen, als respons op aanmaak van hormonen en andere stoffen. 
  Wanneer het geëxpresseerde RANKL bindt aan de transmembraanreceptor op de osteoclastprecursor ,kan deze differentiëren tot osteoclast.

• 22.3 Osteoporose

  Dit is een preview. Er zijn 11 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 22.3
  Laat hier meer flashcards zien

• Hoe veranderd de verhouding tussen collageen en mineralen bij osteoporose?

  Bij osteoporose veranderd de verhouding tussen mineralen en collageen niet, in tegenstelling tot de verandering bij osteomalacie.

• Wanneer treedt botverlies op? Vanaf welke leeftijd gebeurt dit?

  Botverlies treedt op wanneer er een sterke toename is van botafbraak of wanneer er een afname is in botaanmaak.
  Rond de menopauze (50 jaar) raken de aanmaak en afbraak uit balans doordat er een verhoogde botresorptie is door osteoclasten. Dit heeft als gevolg dat de botbalkjes van het trabiculaire bot volledig kunnen verdwijnen. De mechanische sterkte neemt sterk af.

• Wat ziet men op een röntgenfoto van het bot bij iemand waarbij de botafbraak groter is dan de aanmaak?

  Men ziet een dunner wordende cortex en verdwijnende bottrabekels. Hierdoor ontstaat een vertikale streping. (kijk vooral naar het deel rond de epifyse)

• Welke diagnostiek wordt gebruikelijk toegepast bij een vermoeden van osteoporose?

  De botmassa wordt gemeten met de 'dual energy X-ray absorptiometry' ofwel DEXA. Aan de hand van de hoeveelheid röntgenstraling die door het bot wordt geabsorbeerd, wordt de botmineraaldichtheid bepaald.
  Uit de DEXA komt een Z-score (aantal standaarddeviaties die de score af wijkt van het gemiddelde van iemand met dezelfde leeftijd) en een T-score (aantal standaarddeviaties die de score af wijkt van de score van een jongvolwassene).

• Wanneer is de Z-score van een DEXA bij een gemiddelde blanke vrouw afwijkend?

  Wanneer de score 2,5 SD af wijkt van de gemiddelde piekbotmassa (bij 30 jaar), dus bij een score van T=-2,5 SD.
  Er is dan sprake van osteoperose.

• Hoeveel procent van de ouderen met een heupfractuur overlijdt binnen een jaar na het trauma?

  Een kwart overlijdt binnen een jaar.