Samenvatting: 25 Eeuwen Week 4

Studiemateriaal generieke omslagafbeelding
  • Deze + 400k samenvattingen
  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
LET OP!!! Er zijn slechts 61 flashcards en notities beschikbaar voor dit materiaal. Deze samenvatting is mogelijk niet volledig. Zoek a.u.b. soortgelijke of andere samenvattingen.
Gebruik deze samenvatting
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van 25 eeuwen week 4

  • 1 25 eeuwen week 4

  • 1.1 Intermezzo IV Renaissances in de Middeleeuwen (800-1200) (pg 223-226)

    Dit is een preview. Er zijn 4 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1
    Laat hier meer flashcards zien

  • Intermezzo IV pg 223-226)Renaissances in de Middeleeuwen (800-1200)Waarin zitten overeenkomsten tussen de drie monotheïsche godsdiensten?

    Er zijn tal van overeenkomsten tussen de joodse, islamitische en christelijke theologie, zoals het gezamenlijk teruggaan op de filosofie van Plato in het Neoplatonisme, dat reeds de theologie in de vroege middeleeuwen kenmerkt.

    Vervolgens komen de drie religies opnieuw samen in een opnieuw ontdekt fundament voor de theologie: Het werk van Aristoteles, dat gedurende de latere middeleeuwen een onbetwiste autoriteit heeft bezeten.
  • Wat gebeurt er in de late middeleeuwen als het gaat om geloof/theologie

    De verwetenschappelijking van de geloofsleer: Via de islamitische beschaving in Spanje (de zgn Moorse cultuur) komen talloze bronnen uit de Griekse en Romeinse axiale tijd terug in het intellectuele leven in West en Noord Europa (late middeleeuwen): Vooral Averroes' denken heeft veel invloed gehad op de verwetenschappelijking van de geloofsleer.
  • 1.2 Intermezzo V Scholastiek en mystiek in de late middeleeuwen (1200-1400) (pg 301-303)

    Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2
    Laat hier meer flashcards zien

  • Thomas van Aquina: (voorgangers: Avicenna en Averoes ( Islam) en Maimonides (jodendom):De synthese van Axiale Filosofie (Aristoteles) en Bijbelse openbaring:Welke vragen en verdediging riep deze Synthese op voor Jodendom, Christendom en Islam?

    - Kan de wereld eeuwig zijn als God zelf eeuwig is?
    - Kan de transcendentie van God zo gedacht worden dat God zich tevens met ieder individu bemoeit? (intiem en de ander?)

    Elke religie verdedigt de verrijzenis van het lichaam tegen Aristoteles om zo de integriteit van de mens veilig te stellen.

    Thomas (geleerd van Maimonides):  Wij weten slechts wie God niet is.
  • Welk onderscheid maakt Thomas en wat is de betekenis van de scholastiek?

    Thomas maakt onderscheid tussen enerzijds goddelijke zaken die openbaring behoeven en anderzijds goddelijke zaken die met het verstand toegankelijk zijn.

    De betekenis van de scholastiek schuilt in de denkweg die bewust probeert de tegengestelden in een bepaalde samenhang te begrijpen.
    Theologie is wel en geen wetenschap: (spanning tussen geloof en rede)
    Thomas: stelt de vraag of God bestaat 
    Theologie als universitaire wetenschap die steunt op het redelijk debat waar alle argumenten pro en contra aan de orde komen.
  • Wat laat de dertiende en veertiende eeuw ook zien?

    Het optreden van grote mystici. De scheiding tussen theologie en mystiek is iets typisch voor de moderne tijd, in de middeleeuwen waren ze één. (Eckard en Thomas) 

    Vrouwen behoren tot de grote mystici Hadewijch: Het leven in het klooster opende hier voor vrouwen een andere weg dan het moederschap.
  • 1.3 Intermezzo VI Renaissance, reformatie, humanisme (1400-1600 na Chr.) (pg 367-370)

    Dit is een preview. Er zijn 4 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.3
    Laat hier meer flashcards zien

  • Intermezzo VI: Renaissance, reformatie, humanisme (1400-1600) (pg 367-370)Welke verschuiving vindt er in de veertiende en vijftiende eeuw plaats in het Christelijke Europa?

    Steeds meer bewegingen komen op die de kerk willen hervormen van binnenuit, zoals de kloosterordes  dominicanen en Franciskanen, maar ook andere bewegingen (bijv. De Nederlandse Moderne Devotie) die meer een persoonlijk toegeëigend geloof voorstaan dat niet afhankelijk is van klerikale macht (rituelen of priesterlijke prediking).

    Men wil terug naar bronnen van Christendom en zich in een persoonlijke levensstijl identificeren met Christus.

    De mystieke beleving komt in gespannen verhouding te staan met kerkelijk gezag en zijn scholastieke theologie. Dit is de reformatie (Door de Canadese filosoof Charles Taylor (1931) aan geduid als de periode van Reform).
  • Wat is een kenmerk van de Reformatie, (aangeduid als Reform door Charles Taylor (1931)) en welk proces komt daarmee in een nieuwe radicale stroomversnelling?

    Reform: Binnen het geloof ontstaat een spanning tussen sacraliteit van tijd en ruimte - de heiligenfeesten en kathedralen- en de meer persoonlijke, individuele geloofsbeleving, die tot versobering, maar ook tot rationalisering leidt, in de richting van wat we moderniteit noemen.

    Deze hervorming binnen het laatmiddeleeuwse christendom maakt deel uit van de brede omslag in de Europese cultuur: De Renaissance. - een voorspel van de moderne tijd met haar secularisering en individualisering. 

    Het axiale proces met al zijn golfbewegingen en breuklijnen komt in een nieuwe radicale stroomversnelling en de theologie beweegt mee.
  • Wat is de consequentie van de Reformatie / hervorming in de 16e eeuw? Wat is de rol van Luther hierin?

    De scheuring in de zestiende eeuw in de katholieke kerk. 
    Opkomst protestantse kerken

    Luther: Zet zich af tegen de schijnheiligheid van de kerk, maar ook tegen de scholastiek: Die God wil begrijpen met behulp van filosofie.
    Luther: "Deze dwaasheid van de wereld, kan alleen maar tot dorre beschouwingen leiden, waarin de genade van God wordt vergeten en waarin het geloof met behulp van heiden Aristoteles wetenschappelijk wordt gemaakt."
          
    Luthers theologie is verwant aan die van het nominalisme (Ockam): God is onkenbaar en de natuur is niet langer het leesbare boek van God (Bonaventura).
  • Noem een andere belangrijke hoofdrolspeler in de reformatie. Welke kwesties snijdt hij aan?

    Calvijn: Hij werkt aan de organisatie van de nieuwe alternatieve kerk en snijdt kwesties aan die in de middeleeuwse theologie naar de achtergrond waren geraakt: De verhouding van het Christendom tot het jodendom: De joodse Thora die in de Christelijke bijbel een belangrijke plek inneemt, en het evangelie.

    Calvijn sluit zich aan bij de nominalistische kritiek: De oneindige distantie tussen God en mens ziet hij als heilzaam. God kan niet scholastiek bewezen worden, noch kan de mens op mystieke wijze één worden met God).
  • De via negativa: Wie hadden er respectievelijk voor en na de reformatie voor gepleit?

    Voor de reformatie pleitte Cusanus op een vergelijkbare wijze voor de Via Negativa als Calvijn. Door het dualisme van Plato (De sterfelijke en onsterfelijke wereld moeten van elkaar worden onderscheiden). 
    Johannes van het Kruis na de reformatie: Hij stelt de mystieke ervaring van leegte en nacht centraal.
LET OP!!! Er zijn slechts 61 flashcards en notities beschikbaar voor dit materiaal. Deze samenvatting is mogelijk niet volledig. Zoek a.u.b. soortgelijke of andere samenvattingen.

Om verder te lezen, klik hier:

Lees volledige samenvatting
Deze samenvatting +380.000 andere samenvattingen Een unieke studietool Een oefentool voor deze samenvatting Studiecoaching met filmpjes
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart