Bewegingsstoornissen - dystonie, acathisie, parkinsonisme en dyskinesie

16 belangrijke vragen over Bewegingsstoornissen - dystonie, acathisie, parkinsonisme en dyskinesie

Tweede generatie antipyschotica (atypische antipsychotica)

geven minder acute en tardieve bewegingsstoornissen dan de 1e generatie.

Eerste generatie antipyschotica hebben een hoger

risico op tardieve dyskinesieen maar ook bij de tweede generatie antipyschotica blijft dit risico aanzienlijk.

Clozapine zorgde ervoor dat de theorie die tot dan toe werd gelooft als waarheid niet op ging

Theorie: een psychose is alleen te bestrijden met stoffen die de dopamine receptor kunnen blokkeren en daardoor als bijwerking bewegingsstoornissen geven.

Maar clozapine gaf geen parkinsonisme maar was een uitstekend antipsychoticum. Dit was heel 'atypisch' voor een antipsychoticum.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Affiniteit voor D2 receptor

blokkade D2 is noodzakelijk voor anitpsychotica

Hoe hoger de K off

hoe sneller de D2 receptor weer wordt losgelaten.

Cholinerge interneuronen striatum ontvangen

- dopaminerge input vanuit de substantia nigra
- non-synaptische mogelijkheden voor dopaminerge invloed op de
   activiteit van cholinerge interneuronen

Let op 
Er zijn ook synaptische en non-synaptische invloeden van acetylcholine op dopaminerge neuronen.

De hoeveelheid dopamine die vrijkomt uit dopaminerge neuronen

neemt toe bij zenuwstimulatie
maar niet als nicotinereceptoren worden bezet door acetylcholine

De fysiologische perioden van inactiviteit van deze tonisch actieve cholinerge interneuronen wordt verkort door

activering van D2 receptoren. 

Door activering van D2 receptoren in striatium

komt minder acchetylcholine vrij.

Eindresultaat: is een complexe reciproke beinvloeding van de dopaminerge en cholinerge banen in het striatum.

Waarmee zou hyperactiviteit van de mesolimbische banen gecorreleerd zijn?

positieve psychotische symptomen.

Als een antipsychoticum selectief deze mesolimbische banen blokkeert dan

geeft dat minder bijwerkingen die gerelateerd zijn aan de blokkade van de andere drie banen.

Blokkade nigrostriatale banen is gerelateerd aan

bewegingsstoornissen

Blokkade van de tubero-infundibulaire banen is gerelateerd aan

hyperprolactinemie
 

Blokkade van de mesocorticale banen zijn gerelateerd aan

negatieve en cognitieve symptomen van schizofrenie
tgv te geringe activiteit van dopamine in deze mesocorticale banen

Als in de behandeling van psychosen de mesocorticale dopamine receptoren ook geblokkeerd worden 

versterkt dit de negatieve en cognitieve symptomen (ook wel secundaire negatieve en cognitieve symptomen genoemd).

Samenvatting de vier concepten die in verklaringsmodellen van acute bewegingsstoornissen bij klassieke en atypische antipsychotica worden gebruikt zijn

1. 5HT2/D2 bindingsratio
2. affiniteit voor de D2 receptor
3. Achetylcholine-dopamine balans
4. Selectiviteit voor mesolimbische banen

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo