Startpagina / Samenvattingen / 2e toets FT / dyskinesie-tardieve-afnam

Bewegingsstoornissen - Tardieve dyskinesie

4 belangrijke vragen over Bewegingsstoornissen - Tardieve dyskinesie

De ernst van dyskinesie kan toenemen bij

- stress
- emotie

en afnemen bij relaxatie

Ledematen -romp dyskinesie

Kenmerkt zich door chorea-achtige onwillekeurige bewegingen van romp en ledematen: vingers die voortdurend bewegen (pianospelende vingers) driagen met de pols, armen, enkels of benen, rompbewegingen en copulerende bewegingen van de bekken.

Een moedel voor tardieve dyskinesie moet verklaren waarom

1. deze bewegingsstoornis later optreedt in de behandeling
2. de kans erop toeneemt met de duur van de behandeling met
antipsychotica
3. de patiëntgebonden risicofactoren een oudere leeftijd, acathisie en
vroege extrapiramidale bijwerkingen zijn (voor deze drie is het meeste

bewijs)

4. ze vaak persisteert of zelfs (tijdelijk) verergert na staken van de
antipsychotica.
5. de farmacologie ervan het beeldt geeft dat
- afname van de ernst van tardieve dyskinesie bij een hogere dosering
antipsychotica en omgekeerd
- een toename van tardieve dyskinesie bij het toevoegen van
amfetaminen
- een afname van tardieve dyskinesie bij het toeveogen van tetrabenazine

of reserpine