Samenvatting: 3.1 Onderzoek

Studiemateriaal generieke omslagafbeelding
  • Deze + 400k samenvattingen
  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
LET OP!!! Er zijn slechts 49 flashcards en notities beschikbaar voor dit materiaal. Deze samenvatting is mogelijk niet volledig. Zoek a.u.b. soortgelijke of andere samenvattingen.
Gebruik deze samenvatting
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van 3.1 Onderzoek

  • 1 Week 1

    Dit is een preview. Er zijn 10 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
    Laat hier meer flashcards zien

  • Naast de cyclus voor praktijkonderzoek bestaat er ook de innovatiecyclus. Welke stap past hierin en wanneer voer je dit uit?

    Ontwerpen: voer je alleen uit als je je richt op een doelbewuste verandering in de dagelijkse praktijk.
  • 1.1 Flashcards Vera inleiding praktijkonderzoek

    Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1
    Laat hier meer flashcards zien

  • Match de juiste omschrijving van 1 van de 3 hoofddoelen van onderzoek met de juiste benaming:1. Op zoek gaan naar antwoorden op vragen in een specifieke beroepssituatie om deze beter te begrijpen en waar nodig te verbeteren.    2 Je wilt kennis toepasbaar maken in een bredere context en het onderzoek levert dan ook oplossingen voor generieke problemen op3. Je wilt theorieën ontwikkelen en daarmee kennis opleveren dat generaliseerbaar isA. Fundamenteel onderzoekB. Toegepast onderzoekC. Praktijkonderzoek

    1 - C
    2 - B
    3 - A
  • Er zijn twee verschillende soorten onderzoeksbenaderingen te onderscheiden: de constructivistische onderzoeksbenadering en de positivistische onderzoeksbenadering. Wat houdt elke soort in?

    Constructivistische onderzoeksbenadering:
    Er bestaat niet één juiste visie op de werkelijkheid, maar er kunnen meerdere interpretaties van de werkelijkheid naast elkaar bestaan. Elk onderzoek is anders en levert andere interpretaties op, daardoor is er altijd een sterke relatie tussen de onderzoeksresultaten en de specifieke beroepscontext

    Positivistische onderzoeksbenadering:  

    Kennis is gebaseerd op dat wat direct waarneembaar is en er is dus één bestaande werkelijkheid. Onderzoeksresultaten zijn eenvoudiger generaliseerbaar naar andere contexten. Je probeert als onderzoeker zo veel mogelijk beïnvloedende factoren te herkennen en waar nodig uit te sluiten door bijvoorbeeld onderzoek te doen op verschillende tijdstippen.
  • Geef van elk voorbeeld aan of het EBP of PBE is:1. Je leest in een artikel in de Nursing dat er een nieuw meetinstrument is om een delier te observeren in de wijk. Je besluit dit instrument in te gaan zetten2. Je merkt dat patiënten in een zittende houding makkelijker een sonde naar binnen krijgen dan een halfzittende houding, zoals in het protocol staat. Je besluit hier onderzoek naar te doen.

    1 = EBP
    2 = PBE
  • Praktijkonderzoek in zorg en welzijn is onderzoek dat wordt uitgevoerd door zorg- en dienstverleners, waarbij op systematische wijze in interactie met de omgeving antwoorden verkregen worden op vragen die ontstaan in de eigen beroepspraktijk en gericht zijn op verbetering van deze praktijk. De praktijkonderzoeker voert zijn onderzoek uit in interactie met de omgeving. Dit participatieve element is kenmerkend voor praktijkonderzoek. Er zijn verschillende vormen van participatief onderzoek te onderscheiden die in ieder geval twee overeenkomstige kenmerken hebben, welke zijn dit?

    1. Kennis wordt direct vertaald naar de praktijk, om de manier van werken van de betrokkenen te verbeteren.
    2. De onderzoekers en de betrokkenen werken samen en zijn gelijkwaardig, waarbij ze voor zover mogelijk alle fasen van het onderzoeksproces samen doorlopen.
  • Praktijkonderzoek moet een relevantie hebben voor de beroepscompetenties die een zorg- of dienstverlener moet verwerven of onderhouden. Er zijn drie te scheiden segmenten. Match het juiste segment bij de juiste omschrijving:1. Het gaat om de vaardigheden die nodig zijn om goed te kunnen functioneren in de organisatie2. Het gaat om de deskundigheid m.b.t. begeleiding, behandeling en/of dienstverlening die je als professional dient te bezitten3. Het gaat om de verantwoordelijkheid voor het onderhouden van je competenties als professionalA. Werken met/voor cliëntenB. Werken in en vanuit een arbeidsomgevingC. Werken aan professionaliteit en professionalisering

    1 - B
    2 - A
    3 - C
  • In het methodisch handelen kunnen er verschillende beweegredenen meer aanleiding geven voor onderzoek. Wat is de juiste benaming voor elke reden?: Je wilt meer kennis over wat er aan de hand isJe wilt weten wat je als professional wilt bereiken en kunnen beargumenteren waarom je dit belangrijk vindtJe wilt ervaringskennis over de effectiviteit van je handelen toestenJe wilt je kennis over je eigen praktijk vergroten door kennis over situatie elders     

    1. De situatiereden
    2. De doelreden
    3. De empiriereden
    4. De theoriereden
  • De cyclus voor praktijkonderzoek omvat zes kernactiviteiten voor het uitvoeren van beschrijvend, vergelijkend, definiërend, evaluerend en verklarend praktijkonderzoek. Bij onderzoek wordt daarnaast de innovatiecyclus met de kernactiviteit 'ontwerpen' één of meerdere keren doorlopen. Wat zijn de zes stappen van praktijkonderzoek?

    1. Oriënteren
    2. Richten
    3. Plannen
    4. Verzamelen
    5. Analyseren en concluderen
    6. Rapporteren en presenteren
  • Wat zijn 7 handige richtlijnen om na te streven wanneer je bij je onderzoek de validiteit en betrouwbaarheid zoveel mogelijk wilt vergroten?

    1. Zorg voor triangulatie (verschillende bronnen, theorieën en onderzoeksmethoden gebruiken)
    2. Communiceer met alle betrokkenen over het praktijkonderzoek
    3. Zorg voor transpiratie 
    4. Verdiep je in het praktijkprobleem
    5. Verdiep je in de organisatie
    6. Verdiep je in verschillende perspectieven
    7. Maak gebruik van vakliteratuur
  • 2 Week 2

  • 2.1 Flashcards Vera oriënteren en richten

    Dit is een preview. Er zijn 5 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.1
    Laat hier meer flashcards zien

  • In de analyse en probleemstelling van je onderzoek wordt het kennistekort duidelijk. De analyse mondt altijd uit in een aparte alinea: de probleemstelling. Hierin beschrijf je heel kort een samenvatting van het probleem. In de doelstelling beschrijf je de wenselijke situatie. Praktijkproblemen ontstaan vaak vanuit praktijksituaties. Vijf technieken kunnen helpen om systematisch op zoek te gaan naar een praktijkprobleem in de betreffende organisatie. Wat zijn deze technieken?

    1. Brainstormen vanuit vragen en een probleem
    2. Het bijhouden van een logboek
    3. Het maken van reflectieverslagen
    4. Observeren door een collega of cliënt om inzicht in blinde vlekken te krijgen
    5. In gesprek gaan met collega's, cliënten en andere betrokkenen
LET OP!!! Er zijn slechts 49 flashcards en notities beschikbaar voor dit materiaal. Deze samenvatting is mogelijk niet volledig. Zoek a.u.b. soortgelijke of andere samenvattingen.

Om verder te lezen, klik hier:

Lees volledige samenvatting
Deze samenvatting +380.000 andere samenvattingen Een unieke studietool Een oefentool voor deze samenvatting Studiecoaching met filmpjes
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart