Samenvatting: 3: Geriatrische Syndromen

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van 3: Geriatrische syndromen

• 1 Geriatrisch syndroom

• - Wat is een geriatrisch syndroom en waartussen is er interactie?- Wat zijn de 5 gevolgen van een geriatrisch syndroom?

  Geriatrisch syndroom
  = multifactoriele conditie 
  
  Interactie tussen
  - specifieke identificeerbare --> stressoren
  - onderliggende, leeftijdsgebonden --> risicofactoren 
  
  Gevolg 
  - qol
  - beperkingen
  - afhankelijkheid
  - institutionalisering 
  - overlijden 

• 2 Ondervoeding

  Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2
  Laat hier meer flashcards zien

• - Wat zijn de 3 belangrijkste redenen van ondervoeding?- Wat zijn ook andere oorzaken? Noem er minimaal 4

  1. Verhoogde stofwisseling
  
  2. Verlies nutrienten --> niet te compenseren
  - door adequate inname
  
  3. Vermindere inname
  
  Maar ook
  - armoede
  - depressie
  - medicatiegebruik
  - vereenzaming/slechte huisvesting
  - problemen mondgezondheid
  - verminderde geur en smaak

• Welke 5 redenen zijn er voor dehydratie bij ouderen?

  1. Minder dorstgevoel
  
  2. Ziekte 
  
  3. Medicatie
  
  4. Psychosociale factoren
  
  5. Zorgomgeving 

• 3 Slikproblemen

  Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3
  Laat hier meer flashcards zien

• Ziekten zorgen voor dysfagie:- Benoem minstens 5 ziekten die dysfagie veroorzaken.

  1. Cerebrovasculaire pathologie
  
  2. Parkinson
  
  3. Dementie 
  
  4. Sarcopenie
  
  5. Spieraandoeningen 
  
  6. Multiple sclerose
  
  7. Hoofd- en halstumoren

• 3.1 Prebyphagie

  Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3.1
  Laat hier meer flashcards zien

• - Wat is prebyphagie?- Benoem de 5 oorzaken voor het ontstaan van prebyphagie

  Prebyphagie 
  = wijziging in slikmechanisme
  - deze is inefficiënt 
  
  Oorzaken:
  - leeftijdsgebonden (vermindering functionele reserve)
  - anatomisch (spieratrofie)
  - fysiologische (xerostomie)
  - psychologische 
  - functionele veranderingen (verminderde larynx elevatie)

• 3.2 Sarcopene dysphagie

  Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3.2
  Laat hier meer flashcards zien

• - Wanneer spreken we van sarcopene dysphagie?- Wat is hiervan de oorzaak? Zijn er nog andere oorzaken?

  Sarcopene dysphagie
  - Wnr sarcopenie (ganse lichaam) samengaat --> prebyphagie
  
  Oorzaak
  - verminderde massa van slikspieren aangetoond
  - andere oorzaken zijn uitgesloten

• Om slikproblemen te testen in een WZC wordt de water swallow test gebruikt:- Leg uit hoe dat werkt en waar er naar wordt gekeken.

  1. De patiënt wordt gevraagd in een stoel te gaan zitten 
  - een glas water van 30ml te drinken zoals gewoonlijk (normale temp)
  
  2. Vervolgens wordt gekeken naar:
  - tijd waarin glas leeggedronken wordt (gemeten)
  - hoe goed/slecht het drinken gaat (profiel + manier)

• - Wat kan er gedaan worden mbt de behandeling van sarcopene dysphagie?- Ook kan kine worden gedaan: welke 4 dingen wordt hier gedaan om te helpen?

  Behandeling
  - stimuleren van activiteiten
  - voedingsondersteuning
  - medicatie
  - mondzorg
  
  Kine
  - hoofd- en halsspieren versterken
  - tongkracht verhogen
  - slikoefeningen
  - verbetering van houding

• 3.3 Aspiratie pneumonie

  Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3.3
  Laat hier meer flashcards zien

• Welke 3 dingen verhogen het risico op aspiratie pneumonie?

  1. Centrale zenuwstelsel
  - sedatie 
  - beroerte
  - dementie
  
  2. Maagdarmstelsel
  - reflux 
  - braken
  
  3. Slechte mondgezondheid
  - parodontitis 

• 4 Dementie

  Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 4
  Laat hier meer flashcards zien

• Welke 6 gedragsveranderingen ontstaan er bij dementie?

  1. Apathie
  - gesloten, geen interesse/motivatie
  
  2. Depressie
  - droevig, huilerig, hopeloos
  - laag zelfbeeld, angst
  
  3. Psychose 
  - hallucinaties, waanbeelden, valse herkenningen
  
  4. Decorumverlies
  
  5. Agressie
  - fysieke + verbale agressie
  
  6. Psychomotore agitatie
  - doelloos wandelen, ijsberen, volgen 
  - rusteloosheid, slaapstoornissen
  - repetitieve acties, aan/uitkleden