Volgordecomplexiteit

Springen, zwaaien, over de kop gaan en balanceren. Balanceren is onder te verdelen in klauteren, glijden, rijden en balanceren.

inblijven en uitmaken, mikken, jongleren en passeren en onderscheppen

- stappen op en over een klautervlak

- vastpakken van een klautervlak

- ophijsen aan een klautervlak

- loslaten van een klautervlak

a: van meer naar minder steunmogelijkheden met de voeten (van touw met knopen naar zonder)
b: van stabiele naar instabiele klautervlakken (van wandrek naar touwladder)

- de hoogte van het klautervlak veranderen

- de afstand tussen vastpak- en steunpunt veranderen 

- de helling van het klautervlak veranderen

- de lengte van het klautervlak veranderen

- het plaatsnemen op het glijvlak

- het voortgaan op het glijvlak

- het verlaten van het glijvlak

Het vaart krijgen en vaart behouden op een glijvlak ten opzichte van het uit evenwicht raken.

Van zittend, naar gehurkt naar staand glijden.

- de hoogte van het startpunt van glijden veranderen

de hoogte van het hele glijvlak veranderen; afzweven wordt nu mogelijk

de lengte van het glijvlak veranderen

de breedte van het glijvlak veranderen

het landingsvlak veranderen

het glijvlak gladder maken

van alleen naar met meerdere glijden

Het plaatsnemen op een verrijdbaar grondvlak

Het voorbewegen van een verrijdbaar grondvlak

het veranderen van richting

het tot stilstand brengen van een rijdend grondvlak

het vaart maken en vaart houden op een rijdend grondvlak ten opzichte van het uit evenwicht raken

de aard van het rijvlak veranderen: veel/weinig wielen, breed/smal

de wijze van vaart maken veranderen: door een ander / door een schuin vlak / zelf

de wijze van sturen veranderen: geen stuurmogelijkheden, beperkte stuurmogelijkheden, stuurmogelijkheden met de handen, stuurmogelijkheden met de voeten

de richting van voortgaan veranderen: van recht naar bochten naar achteruit

Op een beperkt grondvlak stappen

over een beperkt grondvlak lopen

op een beperkt grondvlak staan

van een beperkt grondvlak afstappen

de breedte van het grondvlak veranderen

de hoogte van het grondvlak veranderen

de helling van het grondvlak veranderen

de lengte van het grondvlak veranderen

het aantal steunmogelijkheden veranderen

het aantal obstakels veranderen

de oppervlakte veranderen (plat naar rond)

tijdens het balanceren een truc uitvoeren, bijvoorbeeld een halve draai

aanlopen

afzetten

zweven of los zijn

landen

het loskomen van de grond ten opzichte van het uitstellen van het landen

rechtstandig springen

steunend springen

kaatsend springen

van geen speciale afzetplaats naar wel een speciale afzetplaats

veranderen van het aanloopvlak

veranderen van het afzetvlak

veranderen van de hoogte van het afzetvlak

veranderen van de afstand tussen afzetvlak en steunvlak

veranderen van het landingsvlak

veranderen van de wijze van los zijn

het aan iets loskomen van de grond

het aan iets los blijven komen van de grond

het loslaten aan iets om te landen op de grond

het aan iets losblijven (komen) van de grond ten opzichte van het onderhouden en vergroten van de zwaai

schommelen

hangend zwaaien

steunend zwaaien

schommelen: met behulp van anderen of zelf de zwaai vergroten

handend zwaaien: zwaai vergroten door contact met de grond of zonder contact met de grond

van afremmen naar afspringen

het zwaaitoestel veranderen

de hoogte van het zwaaitoestel veranderen

het afzetvlak veranderen

het landingsvlak veranderen

van zittend naar staand zwaaien

van één naar meerdere zwaaires op eenzelfde zwaaitoestel

tijdens het hangend zwaaien uitvoeren van een truc, bijv. een halve draai

inzetten van rotatie tijdens het over de kop gaan ten opzichte van het weer tijdig afremmen

van duikelen naar rollen naar salti

van voorwaarts naar achterwaarts naar zijwaarts

duikelen: van stabiel naar labiel

hoogte van het rol en duikelvlak

helling van het rol en duikelvlak

het weglopen voor een tikker

het achterna lopen van een loper

het aanraken van een loper

het passeren van een tikker

het staan op een vrijplaats 

het lokken van de tikker

het bevrijden van medelopers

het bewaken van getikten

het aanraken van de lopers ten opzichte van het voorkomen hiervan

tikken

jagen

insluiten

honkloopspelen

van uit bedreigd gebied, naar door bedreigd gebied, naar in bedreigd gebied blijven lopen

van één naar verschillende functies in een bewegingssituatie

aantal lopers veranderen

aantal tikkers veranderen

grootte van speelveld veranderen

het aantal en groorte van de vrijplaatsen veranderen

het aantal schuilplaatsen veranderen

de loopregel veranderen (minder verplaatsingsmogelijkheden voor de tikker

bevrijdingsmogelijkheden veranderen

werpend, schoppend en slaand mikken

van mikken op een verticaal gesteld doelvlak naar mikken op een horizontaal doelvlak

het doel veranderen

de afstand tot het doel

de weg naar het doel

het wegspelen van een voorwerp

het ontvangen van een voorwerp

het ontvangen van een voorwerp ten opzichte van het telkens weer direct wegspelen van het voorwerp

werpend, tikkend en slaand jongleren

van alleen naar samen spelen

van ondersteunend naar sparrend jongleren

het speelvoorwerp veranderen

het te hanteren voorwerp veranderen

de afstand varieren

het aantal speelvoorwerpen veranderen

de hanteringswijze veranderen

naar een medespeler overspelen

op een doel mikken

de bal tegenhouden

positie kiezen t.o.v. tegenspelers
positie kiezen t.o.v. medespelers

scoringskansen creëren

scoringskansen voorkomen

een tegenspeler voorbij lopen of dribbelen

een tegenspeler de bal afpakken

doelenspelen

lummelspelen

opbouwspelen

van werpen naar schoppen naar slaan

van beschermend balbezit naar onbeschermd balbezit

veranderen van de grootte van het doel

aantal doelen veranderen

plaats van het doel veranderen

hoogte van het doel veranderen

ander soort bal nemen

aantal ballen veranderen

de grootte van het veld veranderen

het aantal spelers veranderen