Samenvatting: 4 Falsificationisme, Paradigmastrijd
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van 4 Falsificationisme, paradigmastrijd
-
1 Falsificationisme, paradigmastrijd
Dit is een preview. Er zijn 6 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
Hoe kan Poppers kritisch falsificationisme rekenschap afleggen van de objectiviteit van wetenschap en van het onderscheid tussen wetenschap en pseudo-wetenschap?
1. Objectiviteit berust niet op objectiviteit van observaties, maar op objectiviteit van kritische methode. De objectiviteit van hypothesen en theorieën wordt gegarandeerd door bediscussieerbaarheid en falsifieerbaarheid ervan.
2. Falsificatieprincipe is demarcatiecriterium. Als hypotese niet falsifieerbaar is, is ze onwetenschappelijk. Dogmatische theorieën immuniseren zich tegen kritiek. -
Is het falsificatieprincipe een demarcatiecriterium, betekeniscriterium, of beide?
Falsificatieprincipe is wel demarcatiecriterium (onderscheid wetenschap van niet-wetenschap door te kijken of de hypothese falsifieerbaar is).
Falsificatieprincipe is geen betekeniscriterium. Zo kunnen metafysische uitspraken niet-wetenschappelijk zijn, maar toch zinvol en betekenisvol zijn. -
Hoe gaat Poppers kritisch falsificationisme om met de problemen van het inductivisme?
- Probleem van de naakte feiten: observatie vervult een kritische functie in weerleggingspogingen. Onderscheid tussen relevante en irrelevante feiten kan worden gemaakt omdat relevante feiten tot de empirische inhoud van de hypothese behoren.
- Probleem van ontdekking en rechtvaardiging: duidelijk onderscheid tussen context van ontdekking (gissingen) en rechtvaardiging (kritiek).
- Probleem van vergissing en factor geluk: vergissingen zijn slecht gissingen en geluk is vervulling van een verwachting.
-
Probleem van vasthoudendheid (kritisch falsificationisme)
Er is altijd wel bewijs te vinden om een hypothese te falsifiëren, geen enkele theorie zou dan haar potentiële mogelijkheden kunnen tonen. Daarom is een principe van vasthoudendheid nodig om hypothesen de kans te geven sterk te worden. -
Probleem van sociohistorische inbedding van wetenschap (kritische falsificationisme)
Volgens Popper wordt wetenschappelijke vooruitgang uitsluitend gestuwd door kritiek en falsificatie, maar hij vergeet dat ook historische en sociale factoren meehelpen hieraan. -
Probleem van grenzen aan mogelijke kritiek (kritisch falsificationisme)
Volgens Popper stellen wetenschappers voortdurend hun resultaten en die van anderen bloot aan kritiek. Maar alle denken gebeurt tegen een horizon van aanvaarde grenzen en geaccepteerde ideeën. -
Wat is een paradigma en waar moet deze aan voldoen?
Een paradigma komt voor in de theorie van Kuhn en is een modelprestatie (grondslag, niet in vraag gesteld door andere wetenschappers).
Paradigma moet voldoen aan de vereiste van spectaculariteit (paradigma moet opzienbarend en verbazingwekkend genoeg zijn om consensus te brengen) en plasticiteit (paradigma moet voldoende flexibel zijn om zich aan te passen aan nieuwe en toekomstige fenomenen). -
Hoe worden de disciplines verdeeld uitgaande van het tijdstip van de eerste paradigma's voor die discipline?
- Paradigma uit 'prehistorie': wiskunde en astronomie.
- Paradigma relatief recent: delen van biologie (bv erfelijkheidsleer), delen van menswetenschappen (bv fonologie).
- Paradigma nog niet ontwikkeld: bepaalde delen van menswetenschappen (economie, sociologie, psychologie, pedagogiek).
-
Wat is volgens Kuhn normale wetenschap?
Gegrondvest op één of meerdere paradigma's. -
Wat zijn de kenmerken van een wetenschappelijke revolutie (Kuhn)?
- Methodenstrijd: bij normaal wetenschappelijk onderzoek bestaat er consensus over de geldigheid van het paradigma. In een revolutionaire periode bestaat hier onzekerheid over, of is er gewoonweg geen paradigma.
- Verandering van wereldbeeld: in een revolutionaire periode staan paradigma's tegenover elkaar. Ze zijn incommensurabel (niet te meten/wegen met gemeenschappelijke maten). Een verandering van het ene paradigma naar het andere zal dus een totale en radicale verandering inhouden.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden