Samenvatting: 5.1 Dikke Darm En Tumoren
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van 5.1 Dikke darm en tumoren
-
5.1 Dikke darm en tumoren
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 5.1
Laat hier meer flashcards zien -
Kanker is in oorsprong van de schade te onderscheiden. Benoem de diverse soorten oorsprongen.
Endogeen : erfelijk
Hormonaal: bv oestrogeen (mamma ca)
Omgevingsfactoren: roken, leefstijl,immunologisch (HIV: virussen kunnen schade brengen aan het lichaam, transplantaties),fysisich (UV, bestraling) -
De kankelcellen kunnen veranderen in hyperplasie, dysplasie en pre-kankercel. Beschrijf wat het is.
Hyperplasie: aantal cellen nemen toe
Dysplasie: cel gaat er anders uitzien
pre-kankercel: het is afwijkend maar nog niet aan het verspreiden -
Kankercellen kunnen ingedeeld worden in vorm. Zoals:Sessiel:PoliepPapillairFungatingAnnulairBeschrijf hoe ze er dan uitzien.
Sessiel: platte tumor
Poliep: Staaf, voordelig want gaat moeilijk naar andere weefsels
Papillair: kleine uitstulpinkjes/vingertjesFungating: grillig, ziet eruit als ulcera > komt niet vaak voor
Annulair: vaak bij darm of slokdarmca, ringvorming, zit in de wand. -
Kanker kan op diverse plekken zitten en hebben dan een speciale benaming.Benoem bij de volgende benaming waar de kanker zit.PlaveiselepiteelAdenoweefselBind en steunweefselLeukemieLymfoom BasaalcelcarcinoomMelanoom
- Plaveiselepiteel: vaak in keratonycten, op de huid.
- Adenoweefsel: klierweefsel
- Bind en steunweefsel: vaak een sacroom (bv osteosacroom, bot)
- Leukemie: beenmerg
- Lymfoom: lymfeklier/lymfebaan > komt vaak al op jongere leeftijd
- Basaalcelcarcinoom: onderlaag/basaalcelmembraan vd huid
- Melanoom: gaat uit van melanocyten dus moedervlekken
-
Er zijn diverse mogelijkheden dat de tumor zich kan verspreiden. De volgende termen worden hiervoor gebruikt. Leg uit wat ze betekenen.in citu versus invasiefLaag/hoog gedifferentieerdtriple negatiefher 2 negatiefCavitairEntmetasen uitzaaiing
- in citu versus invasief: geen eigenschappen tot uitzaaiingen
- Laag/hoog gedifferentieerd: laag: je ziet niet goed wat voor celtype. Hoog gedefinieerd is dat je goed ziet wat voor celtype het is
- Triple negatief: tumor groeit niet onder invloed van hormonen
- her 2 negatief: eiwit niet aanwezig. De Her2-eiwit stimuleert tumorgroei
- Cavitair: (lichaamsholte; uitzaaing bv ovarium naar de darm
- Entmetasen uitzaaiing: versleping vd cellen
-
Vaak krijg je uitzaaingen naar het axiale skelet. Wat voor botten zijn dit en waarom vinden juist daar de uitzaaiingen?
Bekken, ribben en proximale femurkop omdat ze goed doorbloed zijn -
Bij botkanker kan het bot osteolytisch en osteoblastisch zijn. Beschrijf wat dit is
Osteolytisch: is het kapot gaan van het bot (hoog risico op maligne bot#)
Osteoblastisch: toename van osteoblasten. -
Om het stadium waarin de kanker zich bevindt aan te duiden wordt er wereldwijd gebruik gemaakt van de TNM classificatie. Beschrijf wat dit inhoudt.
T: tumor
N: Nodus/lymfeklieren
M: Meta's -
5.2 Erfelijkheid
Dit is een preview. Er zijn 19 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 5.2
Laat hier meer flashcards zien -
DArmkanker ontstaat uit herkenbaar en behandelbaar goedaardig voorstadium (adenomateuze poliep). Oorzaak is meestal multifactorieel. Wat wordt hiermee bedoeld?
Combinatie van omgevingsfactoren & aanleg. -
Wat zijn de algemene aanwijzingen op erfelijke darmkanker?
- > 3 familieleden met darm- of baarmoederkanker
- darmkanker op jonge leeftijd <45jaar
- meerdere darmtumoren bij 1 patient
- kanker in colon ascendens
- >15 darmpoliepen
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden