Startpagina / Samenvattingen / 6.4 Development, scoring, scaling / item-polytoom-likert

Stappen ontwikkelen nieuw instrument

Q: Wat wordt bedoeld met een adjectival unipolar scale en hoe richt men deze antwoordschaal in?

Adjectival scales: unipolair 1. nooit 2. soms 3. vaak 4. altijd 1 Not at all 1. Kan niet 2 Slight 2. Met enige hulp 3 Moderate 3. Met veel hulp 4 Severe 4. Kan niet 5 Very severe

Q: Wanneer je een pilot doet voor je instrument, waar kun je je op baseren om items eruit te gooien?

Reductie item pool • Niet informatieve items – Veel missings, n.v.t. (bijv. > 10%) – Te hoge inter-item r (>0.8, “Fatigue” Cox et al.) • Lage scorevariatie – lage / hoge gemidd. item score (polytoom) – lage / hoge item-p: 10% - 90% (dichotoom) • Lage discriminatie (interne consistentie) – Item-total r < 0.30 – Hogere “alpha if item deleted” (factor analyse?/ lage variatie?) • Laag reproduceerbare items

Q: Waarom maak je bijvoorbeeld een content matrix?

Om te controleren of alle items die belangrijk zijn voor het construct aan bod komen. En om het meetbereik te bepalen: voorkomen van vloer of plafondeffecten bijvoorbeeld: zijn de vragen niet allemaal veel te 'moeilijk'?

9 belangrijke vragen over Stappen ontwikkelen nieuw instrument

Op welke manieren kun je een antwoordschaal indelen?

• Unipolair: VAS of Adjectival

• Bipolair: Likert

• Dichotoom vs polytoom

• Allerlei layouts, formats

– Horizontaal vs verticale schaal

– Wel / geen n.v.t. optie

– Wel / geen “neutraal” optie (Likert)

Wanneer en hoe zou je een Likert schaal gebruiken?

• Schalen van attitudes, opinies, percepties (KvL)

• Item is een uitspraak, stelling

• Kenmerk: “oneens / eens” schaal en bipolair

(“van toepassing”, “juist”, “klopt”… etc)

Vb. Ik schaam mij voor mijn aandoening.

Wat wordt bedoeld met een adjectival unipolar scale en hoe richt men deze antwoordschaal in?

Adjectival scales: unipolair

1. nooit 2. soms 3. vaak 4. altijd

1 Not at all 1. Kan niet

2 Slight 2. Met enige hulp

3 Moderate 3. Met veel hulp

4 Severe 4. Kan niet

5 Very severe

Welke voordelen heeft een polytome antwoordschaal tov een dichotome antwoordschaal?

Polytoom

• Voordeel

– Meer differentiatie (betrouwbaarheid)

– Hogere validiteit coëfficiënt

– Respondent vriendelijker

• Nadeel:

– Minder reproduceerbaar

– Testscore lastiger interpreteren

Waarom mag je geen gebruik maken van vague qualifiers zoals nooit/soms/vaak?

Dit is onduidelijk, wat wordt hier mee bedoeld?
Beter is bijvoorbeeld nooit = 1 x of minder per maand. Soms 2-3 x per maand etc.

Wat zijn belangrijke stappen wanneer je wilt testen of je instrument betrouwbaar is?

Maak gebruik van pilot testing.
• Standaardiseer (betrouwbaarheid)
– Handleiding (gebruikers), instructie (patiënten)
– Referentie en tijdskader (afgelopen week/maand?, door uw ziekte?
• Bepaal reproduceerbaarheid (evt.)
– Test hertest, inter-rater, proxy

Waar baseer je je keuze op als je moet kiezen tussen polytome of dichotome uitkomstschalen?

• Gewenste score differentiatie

• Interpreteerbaarheid somscore

• Algemeen

– Veel items, grote item pool: dichotoom

– Minder items: polytoom

– Polytoom: < 8 antwoord categorieën

– Vermijd VAS en andere ‘vague qualifiers’

Wanneer je een pilot doet voor je instrument, waar kun je je op baseren om items eruit te gooien?

Reductie item pool

• Niet informatieve items

– Veel missings, n.v.t. (bijv. > 10%)

– Te hoge inter-item r (>0.8, “Fatigue” Cox et al.)

• Lage scorevariatie

– lage / hoge gemidd. item score (polytoom)

– lage / hoge item-p: 10% - 90% (dichotoom)

• Lage discriminatie (interne consistentie)

– Item-total r < 0.30

– Hogere “alpha if item deleted”

(factor analyse?/ lage variatie?)

• Laag reproduceerbare items

Waarom maak je bijvoorbeeld een content matrix?

Om te controleren of alle items die belangrijk zijn voor het construct aan bod komen. En om het meetbereik te bepalen: voorkomen van vloer of plafondeffecten bijvoorbeeld: zijn de vragen niet allemaal veel te "moeilijk"?

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

6.4 Development, scoring, scaling | Robert Lindeboom

Bekijk samenvatting

Een unieke studie- en oefentool
Nooit meer iets twee keer studeren
Haal de cijfers waar je op hoopt
100% zeker alles onthouden

Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.

Studiemateriaal generieke omslagafbeelding

Stappen ontwikkelen nieuw instrument

9 belangrijke vragen over Stappen ontwikkelen nieuw instrument

Op welke manieren kun je een antwoordschaal indelen?

Wanneer en hoe zou je een Likert schaal gebruiken?

Wat wordt bedoeld met een adjectival unipolar scale en hoe richt men deze antwoordschaal in?

Welke voordelen heeft een polytome antwoordschaal tov een dichotome antwoordschaal?

Waarom mag je geen gebruik maken van vague qualifiers zoals nooit/soms/vaak?

Wat zijn belangrijke stappen wanneer je wilt testen of je instrument betrouwbaar is?

Waar baseer je je keuze op als je moet kiezen tussen polytome of dichotome uitkomstschalen?

Wanneer je een pilot doet voor je instrument, waar kun je je op baseren om items eruit te gooien?

Waarom maak je bijvoorbeeld een content matrix?

Samenvattingen die gerelateerd zijn aan Stappen ontwikkelen nieuw instrument

6.4 Development, scoring, scaling

2. Time Related Data - Survival Analysis and…

1. Elementary Statistical Analysis and Multi…

3. Logistic Regression - Prediction Model

6.1 History, Concepts, Endpoints

6.2 Classical Test Theory: Reliability and r…

6.3 Validity of Multi Item Scales

MTA en EE

Exploring humans an introduction to the phil…

Psychologie & sociologie : basiscursus

sheets

Leren veranderen