Toezichthoudende bevoegdheden en dwangmiddelen - aanhouden, staande houden etc - bewijs
50 belangrijke vragen over Toezichthoudende bevoegdheden en dwangmiddelen - aanhouden, staande houden etc - bewijs
met welk doel kan de verdachte bij de RC een miniinstructie uitlokken?
indien hij deskundigenonderzoek wenselijk vindt en de (h)ovj daar niet aan mee wenst te werken.
waarom is kennisgeving aan de verdachte van de uitslag van het onderzoek belangrijk?
omdat de verdachte indien hij de uitslag betwist om een contra expertise kan vragen, een tegenonderzoek.
waar in het wetboek is de mogelijkheid van expertise cq contraexpertise geregeld?
artikel 150a Sv.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
waartoe dient het ten onrechte weigeren van een contra expertise te leiden?
tot (substantiele) nietigheid van het OTT.
wat is rechtens wanneer het gaat om tegenonderzoek dat het verkregen bewijs niet kon aantasten maar om tegenonderzoek dat de verdachte had kunnen disculperen en is het het OM toe te rekenen dat het niet meer kan worden uitgevoerd?
dan kan het de ontvankelijkheid van het OM in de vervolging aantasten.
wat zijn kroongetuigen en waar in de wet is dit geregeld?
dat zijn personen die als getuige kunnen optreden en daarvoor door het OM voor worden beloond. Het is in het wetboek geregeld in de artt. 226g/226l Sv.
welke dingen behoeven GEEN bewijs?
339 lid 2 Sv : feiten en omstandigheden van algemene bekendheid en evenmin wat uit wettelijke voorschriften blijkt.
waarom wordt de onschuldpraesumptie niet doorkruist wanneer iemand als verdachte in de zin van 27 Sv is aangemerkt?
omdat het aanmerken van iemand als verdachte nog niets zegt over de (on)schuld.
wat is het grote verschil tussen een strafrechter en een civiele rechter?
de civiele rechter is lijdelijk terwijl de strafrechter dat niet is; hij wordt geacht zelf te zoeken naar argumenten die pleiten voor of tegen de verdachte.
hoe worden de regels tav de bewijsminima ook wel genoemd?
UNUS regels.
wat houdt het onmiddellijkheidsbeginsel neergelegd in artikel 338 Sv nu concreet in?
dat alle bewijsmateriaal dat de rechter gebruikt voorwerp moet kunnen zijn geweest van discussie tussen verdediging en OM.
wat heeft de wetgever in lijn met het onmiddellijkheidsbeginsel bepaald ten aanzien van schriftelijk materiaal?
zie artikel 301 4e lid Sv : dat ten bezware van de verdachte op geen stukken acht mag worden geslagen die niet hetzij ter terechtzitting zijn voorgelezen, dan wel daar kort zijn samengevat.
wat brengt het onmiddellijkheidsbeginsel dus in ieder geval als uitgangspunt met zich mee?
dat de rechter geen gebruik mag maken van zijn eigen wetenschap, al zag hij het ten laste gelegde sf zelf begaan, hij moet toch het bewijs ervan uit wettige bewijsmiddelen afleiden. De eigen waarneming van de rechter komt niet in aanmerking omdat artikel 340 Sv uitdrukkelijk zegt dat ook daaronder slechts wordt verstaan hetgeen deze zelf ter terechtzitting heeft gezien of gehoord.
wanneer vindt slechts een uitzondering plaats op artikel 340 Sv?
wanneer het gaat om feiten van algemene bekendheid, dwz om iets wat zo algemeen bekend is dat debat daarover achterwege kan blijven.
welke onenigheid bestaat in universitaire kringen tav het onmiddellijkheidsbeginsel?
over de reikwijdte ervan en met name de vraag of het beginsel ook met zich meebrengt dat het meest rechtstreekse bewijs moet worden gebruikt.
wat houdt de regel van best evidence in?
dat bijvoorbeeld bij een getuigenverklaring de rechter geen genoegen mag nemen met de schriftelijke weergave maar de getuige zelf als meest rechtstreekse bron op de terechtzitting zou moeten horen.
huldigt het NL strafrecht de leer van de best evidence?
NEEN. Zie ook artikel 344 2e lid Sv.
Sluit de onmiddellijkheid wellicht het gebruik van verklaringen van horen zeggen (de auditu verklaringen) uit?
NEEN; men kan hiervoor verwijzen naar het auditu arrest.
moet de rechter onbetwiste getuigenverklaringen persoonlijk ter terechtzitting toetsen?
NEEN.
is de ve er nu van afhankelijk of de rechter het goedvindt dat een getuige wiens verklaring door hem wordt betwist ter terechtzitting zal worden gehoord?
NEEN, geenszins. Zie artikel 288 1e lid onder c Sv. De wet zegt dat de rechter een daartoe strekkend uitdrukkelijk verzoek dat tijdig is gedaan alleen mag afwijzen indien redelijkerwijs valt aan te nemen dat daardoor het OM of de verdachte niet in zijn verdediging wordt geschaad.
wanneer wordt voldaan aan het vereiste niet in de verdediging geschaad uit artikel 288 1e lid onder c Sv?
indien het opgeworpen punt in redelijkheid niet van belang kan zijn voor enige in de zaak te nemen beslissingen (overbodigheid naar object) of indien redelijkerwijs moet worden uitgesloten dat de getuige nog iets over het punt zou kunnen verklaren (overbodigheid naar subject). De rechter mag immers niet vooruit lopen op de inhoud van de af te leggen verklaringen.
moet de ve zelf om het verhoor van een getuige vragen?
dat hangt ervan af; de HR verlangt een actieve houding van de verdediging (zie het arrest grenzen getuigenbewijs). Ook het EHRM vindt kennelijk dat de rechter van dat verhoor mag afzien wanneer de verdachte door een raadsman wordt bijgestaan en zij geen van beiden te kennen geven een verhoor wenselijk te achten.
wat heeft de HR in zijn arrest grenzen getuigenverhoor geformuleerd?
enkele algemene regels voor het horen van niet anonieme getuigen.
waar vindt u de formele omschrijving van een bedreigde getuige?
in de betekenissen titel meer specifiek artikel 136c Sv.
wat is een bedreigde getuige inhoudelijk beschouwd?
een getuige die een reeele kans loopt dat hijzelf of een derde ten gevolge van de door die getuige afgelegde verklaring bedreigd zal worden.
hoe wordt de bedreiging van de getuige voorkomen?
door de identiteit van de ve in elk geval voor de verdachte anoniem te houden, een getuige aan wie de status van bedreigde getuige is toegekend is derhalve altijd een anonieme getuige.
welke twee vormen van anonimiteit kent u?
beperkte (=als de getuige wel verschijnt maar op bepaalde vragen niet behoeft te antwoorden, resp. wanneer hem bepaalde vragen niet mogen worden gesteld; bijv. een politieambtenaar die in een criminele organisatie is geinfiltreerd). Volledige (=deze getuige zal niet ter terechtzitting worden gehoord; in plaats daarvan zal hij door de RC worden gehoord conform de artt. 226a e.v. Sv.
wie kan iemand de status van bedreigde getuige toekennen tijden het GVO?
de RC ambtshalve of op vordering van de OvJ of op verzoek van de ve of diens raadsman. Zie artikel 226a Sv.
waar vindt u de begripsbepaling van een afgeschermde getuige?
in artikel 136d Sv.
aan wie is het oordeel over een afgeschermde getuige?
aan de RC in het kader van een GVO (artikel 226m en n 1e lid Sv.
wat is het verschil tussen de regeling van de afgeschermde getuige en de bedreigde getuige?
dat de afgeschermde getuige uiteindelijk zelf uitmaakt wat in het PV van verhoor wordt opgenomen (artikel 226p 3e lid Sv.)
welke eisen gelden ook tav de afgeschermde getuigen?
het bewijsminimum van artikel 344a 1e lid Sv en de nadere eisen gesteld in artikel 344a tav het gebruik van het bewijs.
wat is de NL variant op pleabargaining?
het fenomeen kroongetuige.
waar vindt u de begripsbepaling van kroongetuige?
in artikel 226g 1e lid Sv.
wat heeft de wetgever gelet op de mogelijke betrouwbaarheidsproblemen tav de kroongetuige ingevoerd?
een bewijsminimum: 344a 4e lid Sv. Daarnaast moet de rechter in zijn uitspraak motiveren waarom gebruik is gemaakt van de afspraak (artikel 359 4e lid Sv).
wat geldt zowel tav deskundigen zowel als voor getuigen?
dat de verdachte en/of zijn raadsman desgevraagd de gelegenheid moet worden geboden hem ten overstaan van een rechter te ondervragen en tegen zijn verklaring in te brengen wat tot verdediging kan dienen.
heeft de verdachte recht op een contra expertise?
tijdens het GVO wel tenzij het belang van het onderzoek dit verbiedt (artikel 227 Sv en ook artikel 232 Sv.
heeft de verdachte een algemeen recht op contra expertise?
NEEN; het lijkt er echter wel op dat de HR inmiddels het recht op een tegenonderzoek ook zonder wettelijke bepalingen principieel erkent. Of dat recht mag worden uitgeoefend hangt af van de omstandigheden van het concrete geval.
wanneer er een DNA onderzoek werd verricht en de uitkomst ervan NIET voor het bewijs werd gebezigd, kan de verdachte dan toch een contra expertise aanvragen?
JA; dat de uitkomst van een DNA onderzoek niet voor het bewijs is gebruikt doet niet af aan het legitieme belang dat rekwirant heeft bij de gevraagde contra expertise. Dit belang is erin gelegen om met het beschikbare onderzoekmateriaal op betrekkelijk eenvoudige wijze bewijs a decharge te kunnen leveren.
wat heeft de HR uitgemaakt tav onrechtmatig verkregen bewijs materiaal?
dat dit in beginsel niet mag worden gebruikt. (LET OP: dit is niet altijd zo, soms mag het wel worden gebruikt).
wat is het uitgangspunt bij onrechtmatig verkregen bewijs?
dat wat onrechtmatig is verkregen niet mag worden benut, het moet door de rechter als onrein worden verklaard.
leidt het niet geven van de cautie aan de verdachte altijd tot onreinheid?
NEEN; wanneer de verdachte - bijv. omdat hij zelf jurist was - onmiskenbaar op de hoogte was van zijn zwijgrecht.
welke leer/norm is tot uitdrukking gebracht in artikel 6:163 BW?
de Schutznorm,- of relativiteitsleer. (=er ontstaat geen onreinheid wanneer de overtreden regel niet strekt tot bescherming van de verdachte maar van derden).
wat houdt de Schutnorm theorie of de relativiteitsleer in?
dat er geen onreinheid ontstaat wanneer de overtreden regel niet strekt tot bescherming van de verdachte maar van derden. Indien een regel is geschonden die strekte tot bescherming van een ander belang dan dat van de verdachte is het materiaal ten zijner aanzien niet onrechtmatig verkregen zegt de HR en mag het dus tegen hem wel worden gebruikt. Bijv. het schenden van wettelijke waarborgen ten behoeve van de bewoners van het pand waar een huiszoeking werd verricht terwijl de verdachte daar zelf niet woonachtig was.
waarmee neemt de HR tegenwoordig bij onreinheid van het bewijsmateriaal steeds meer genoegen?
met strafvermindering ipv bewijsuitsluiting, soms acht zij het nadeel gelet op de ernst van het feit voldoende gecompenseerd door strafverlaging.
wat is het vaststellen van het feit dat iets een bewijsregel is?
dat deze regel alleen geldt in samenhang met het ten laste gelegde.
wat is van belang goed te onthouden bij de interpretatie van artikel 339 lid 2 Sv?
dat daar niet wordt gedoeld op het tenlastgelegde zelf, doch slechts op feiten en omstandigheden waaruit de juistheid van het tenlastegelegde kan worden afgeleid en op onderdelen van het tenlastegelegde.
wanneer is het gebruik van een anonieme verklaring toelaatbaar?
wanneer het bewijs daarop niet in belangrijke mate steunt (344a 1e en 3e lid Sv). We spreken dan van steunbewijs, er moet voldoende ander wettig bewijs aanwezig zijn. Wanneer er dus voldoende wettig bewijs is dat geen anoniem karakter draagt, kan de rechter het gebruik van een anonieme verklaring toelaatbaar achten.
vloeit uit het arrest Kostovski voort dat tav anonieme getuigen in zijn algemeenheid geldt dat daar zeer terughoudend mee moet worden omgegaan?
Nee, dit kan niet zo algemeen worden gesteld. Dit arrest betreft niet de fase van het opsporingsonderzoek, maar handelt het louter om de vraag van gebruik van anonieme bronnen voor het bewijs. Een tweede punt is dat terughoudendheid bij het gebruik voor bewijs met name tot uitdrukking komt indien het bewijs in beslissende mate op anonieme bronnen berust, dat is in strijd met artikel 6 EVRM.
welke wettelijke bepaling brengt het criterium dat in het Kostovski arrest door de HR is aangegeven (inmiddels) tot uidrukking?
artikel 344a Sv.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden