Toezichthoudende bevoegdheden en dwangmiddelen - aanhouden, staande houden etc - beslissen en motiveren

dan kan zij de hervatting op de terechtzitting gelasten (346 Sv) maar ook op dezelfde voet als artikel 316 Sv een onderzoek door de RC bevelen. In beide gevallen wordt gehandeld als ware het onderzoek voor onbepaalde tijd geschorst (320/324 Sv). 

vanaf artikel 345 Sv. 

wanneer de grondslag van de ten lastelegging wordt verlaten. 

in artikel 353 Sv. 

de rechter behoeft in zijn motivering niet aan te geven waarom hij een bepaalde beslissing nam, maar waarom hij meent dat hij haar mocht nemen: de motivering van het vonnis is iets anders dan het motief voor het nemen van de beslissing. 

in 357 Sv. 

JA. 

aan het neerleggen van de motivatie plicht in artikel 121 Gw. 

wanneer de ve AL het bewezen verklaarde duidelijk en ondubbelzinnig heeft erkend. 

slechts hierin dat een beslissing wordt vernietigd wanneer het bewezenverklaarde niet uit de weergegeven inhoud van de bewijsmiddelen kan worden afgeleid.

de rechter moet zich beraden over hetgeen hij ter zitting heeft gehoord en waargenomen, het speelt zich af achter gesloten deuren in de raadkamer. 

dan kan de zaak in principe alleen nog maar eindigen op een van de 8 vraagpunten uit 48 en 350 Sv. 

NEE. Op die van de voorvragen niet, op de die van de hoofdvragen moet de rechter altijd ingaan.

in artikel 359 2e lid Sv. 

over de bepaling uit artikel 359 2e lid Sv; indien er sprake is van een uitdrukkelijk onderbouwd standpunt (uos) van de verdediging en/of van de OvJ moet de rechter die een daarvan afwijkende beslissing neemt dat in het vonnis motiveren.

igv een duidelijk door argumenten geschraagd standpunt dat is voorzien van een ondubbelzinnige conclusie. (zie ook arrest hennepkwekerij). Als een van deze elementen ontbreekt is geen sprake van een uos idzv 359 lid 2 Sv en bestaat dientengevolge geen verplichting voor de rechter om het aangevoerde gemotiveerd te verwerpen. 

JAWEL; maar in de wet wordt nu eenmaal van verweren gesproken wanneer de verdediging iets naar voren brengt. Ten aanzien van de OvJ kunnen we niet van verweren spreken, de OvJ verweert zich immers niet (tegen de vervolging) zodat in het 2e lid van artikel 359 Sv voor een neutralere aanduiding is gekozen. 

ig waarin de rechter gehouden is ambtshalve te onderzoeken of een beslissing als bedoeld in het betreffende artikel moet worden genomen (denk bijv. aan verjaring).

gemotiveerd een beslissing geven over de bewezenverklaring van het feit en over de kwalificatie. 

het verweer dat het bewijsmateriaal in strijd met de daarvoor geldende regels (onregelmatig/onrechtmatig) werd verkregen en daarom niet mag worden gebruikt; zgn. meer en vaart verweren; verweren waarin de betrouwbaarheid van (door de rechter gebruikt) bewijsmateriaal gemotiveerd wordt betwist. 

de feitelijke en de feitelijk juridische.

wanneer de mogelijkheid bestaat dat niet de verdachte het sf heeft begaan maar iemand anders; wanneer niet met voldoende zekerheid is komen vast te staan dat de verdachte dit heeft gedaan. 

hetgeen de verdachte verklaart is dan niet in strijd met de bewijsmiddelen maar met de ten lastelegging of bewezenverklaring. 

het moet steunen op wettige bewijsmiddelen, er moet zijn voldaan aan de wettelijke bewijsminima, het bewezenverklaarde moet uit de bewijsmiddelen kunnen volgen, de inhoud van de bewijsmiddelen mag niet innerlijk tegenstrijdig zijn. 

JA. 

nietigheid (359 8e lid Sv). 

1) de verweren zoals bedoeld in artikel 358 derde lid Sv, hieronder vallen de verweren mbt de voorvragen, de kwalificatieverweren, de sug verweren en de strafverminderingsverweren; 2) bewijsverweren, gedocumenteerde straf(maat)verweren; 4) de uitdrukkelijk onderbouwde standpunten. 

mbt art 359a Sv. 

NEEN; de toepassing van artikel 359a Sv is beperkt tot vormverzuimen die zijn begaan bij het voorbereidend onderzoek.