Toezichthoudende bevoegdheden en dwangmiddelen - aanhouden, staande houden etc - IBN en teruggave

23 belangrijke vragen over Toezichthoudende bevoegdheden en dwangmiddelen - aanhouden, staande houden etc - IBN en teruggave

wat wordt verstaan onder 'voorwerpen' uit artikel 94 Sv?

alle zaken en alle vermogensrechten - dus wat het BW aanduid als goederen. Dit maakt ook beslag op vorderingen mogelijk.

kan artikel 94a worden toegepast ter ibn van voorwerpen die onder de verdachte berusten maar hem niet toebehoren?

NEEN; artikel 94a kan alleen worden toegepast op voorwerpen die vatbaar zijn voor verhaal, wat aan een ander toebehoort is dat in beginsel niet, ook al berust het onder de verdachte. De toepassing van het artikel is wel verruimd: ook voorwerpen die geheel aan een derde toebehoren kunnen - zelf onder henzelf - in beslag worden genomen indien is voldaan aan een der gevallen genoemd in artikel 94a lid 3. 

kan er op meer dan een titel tot IBN worden overgegaan?

JA; de artikelen 94 en 94 a Sv maken duidelijk welke de titel(s) kunnen zijn van IBN. 

  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

waar in het wetboek vinden we de betekenis van IBN?

onder de betekenissen titel meer specifiek artikel 134 lid 1 Sv. 

is de bevoegdheid tot IBN alleen voorbehouden aan opsporingsambtenaren?

NEEN; ieder die bij ontdekking op heterdaad tot aanhouding van de verdachte overgaat, mag voorwerpen welke deze met zich meevoert en die daarvoor (krachtens artikel 94 Sv) vatbaar zijn, in beslag nemen.

wat moet men zich in concreto voorstellen bij onder zich gaan houden?

hiervan is bijv. sprake wanneer een politieambtenaar een door hem op straat gevonden geldbiljet heeft opgeraapt en voor de eigenaar vasthoudt, terwijl later blijkt dat het biljet afkomstig is van een bankoverval en de politieambtenaar besluit het in beslag te nemen. 

is doorzoeking op grond van artikel 96 Sv toegestaan?

nee, dit is op grond van dit artikel niet toegestaan. 

welke bevoegdheden zijn gekoppeld aan de bevoegdheid in artikel 96 Sv?

een algemene betredingsbevoegdheid en een bevriezingsbevoegdheid ter plaatse. 

waarop moet worden gelet bij de algemene betredingsbevoegdheid op grond van artikel 96 Sv?

dat wanneer de plaats een woning is de aanvullende eisen van de Algemene wet op het binnentreden gelden. Van de bevriezingsbevoegdheid kan gebruik worden gemaakt door de opsporingsambtenaar die bevoegd een plaats heeft betreden maar niet bevoegd is deze te doorzoeken. 

wart kunt u vertellen over de 'eis' van het plaatsvinden van een doorzoeking 'onder leiding van' ?

dat deze autoriteit niet ter plaatse aanwezig behoeft te zijn. Wel van belang is dat die autoriteit gedurende de doorzoeking steeds voor de betrokkenen bereikbaar is. 

stel nu dat de ovj of de opsporingsambtenaren bij de doorzoeking voor ibn vatbare voorwerpen vinden die niets met  het feit hebben te maken waarvoor zij wordt verricht. Kunnen deze dan in beslag worden genomen?

JA, er kan worden verwezen naar het Geweerarrest. 

stel nu dat de RC bij een doorzoeking voor ibn vatbare voorwerpen vindt die niets met het onderzoek te maken hebben. Kunnen die dan in beslag worden genomen?

Die situatie is niet geheel duidelijk; enerzijds heeft de RC ogv artikel 104 Sv een algemene in beslagname bevoegdheid, anderzijds lijkt het zelfde artikel uit te gaan van het feit dat de bevoegdheid alleen kan worden uitgeoefend als het gaat om een zaak waarin de RC zelf onderzoek doet waarvan natuurlijk niet noodzakelijkerwijs sprake is ten aanzien van de toevallige vondsten die verband houden met andere feiten dan waarvoor het GVO wordt gedaan. 

wat kunt u vertellen over het bevel tot uitlevering?

zie artikel 96a Sv : elke opsporingsambtenaar mag een bevel tot uitlevering van voor in beslagneming vatbare voorwerpen geven. Als de houder weigert aan dit bevel te voldoen, dan moet in de voorstelling van de wetgever onmiddellijk tot doorzoeken van de woning kunnen worden overgegaan, dit zal meestal geschieden op basis van artikel 97 Sv (spoeddoorzoeking).

wat geldt als voorwaarde voor een bevel tot uitlevering?

zie artikel 96a lid 1 Sv : dat er sprake moet zijn van een op feiten en omstandigheden gebaseerd redelijk vermoeden dat een misdrijf als omschreven in artikel 67 1e lid Sv is begaan, de alternatieve voorwaarde voor ontdekking op heterdaad is hier niet opgenomen. 

wat duidt het begrip houder in artikel 96a Sv precies aan?

degene die het feitelijk in zijn macht heeft aan het bevel tot uitlevering te voldoen, daarom kan ook bijv. de uitlener van een voorwerp houder van dat voorwerp in de zin van het artikel zijn.

mag het bevel tot uitlevering aan de verdacht worden gedaan op grond van het WvSv?

NEEN; wel op grond van de WWM en de Opiumwet, daar kan het bevel tot uitlevering ook aan de verdachte worden gegeven. 

hoe kan het bevel tot uitlevering worden gegeven?

zowel mondeling als schriftelijk, als het schriftelijk geschied behoeft het niet te worden betekend en wanneer het mondeling wordt gedaan moet de opsporingsambtenaar daarvan pv opmaken. 

aan wie komt het verschoningsrecht mede toe naast de geheimhouder zelf?

diens personeel en collegae met wie zij mochten hebben overlegd.

in geval van welke zeer uitzonderlijke gevallen kan worden afgeweken van hetgeen in artikel 98 Sv is bepaald ten aanzien van ibn van geschriften van een verschoningsgerechtigde?

dat is niet precies duidelijk; wel heeft de HR in het arrest Savanah overwogen dat er zich zeer uitzonderlijke omstandigheden laten denken waarin het belang dat de waarheid aan het licht komt moet prevaleren boven het verschoningsrecht. Enkele algemene factoren werden geformuleerd: de vraag of het gaat om een tegen de verschoningsgerechtigde bestaande verdenking; de aard en de omvang van de gegevens die met doorbreking van het verschoningsrecht in de strafprocedure zouden worden ingebracht, de aard en de zwaarte van de delicten, de vraag in hoeverre de relevante gegevens op andere wijze kunnen worden verkregen. 

wat is rechtens indien de verschoningsgerechtigde zelf verdachte is?

deze omstandigheid op zichzelf is niet voldoende om het verschoningsrecht te doorbreken; maar het kan in samenhang met de algemene factoren geformuleerd in het arrest Savanah wel leiden tot doorbreking van het verschoningsrecht.

wat vind u in artikel 116 1e lid Sv?

de hoofdregel met betrekking tot teruggave in beslag genomen voorwerpen. De toepassing van deze hoofdregel zou ertoe kunnen leiden dat soms aan de crimineel moet worden teruggegeven. Mede daarom zijn er uitzonderingen op deze hoofregel.

waar vind u de regels met betrekking tot teruggave en bewaring van in beslag genomen goederen?

onder paragraaf 4 derde afdeling inbeslagneming, meer specifiek in de artt. 116 tem 119a Sv. 

wat is rechtens wanneer de beslagene geen afstand doet?

dat staat beschreven in artikellid 3 van artikel 116 Sv. 

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo