Rechtsplegingen van bijzondere aard

37 belangrijke vragen over Rechtsplegingen van bijzondere aard

wanneer kan een GVO worden gevorderd?

indien het opsporingsonderzoek niet voldoende is om de zaak tot klaarheid te brengen en rijp te maken voor de behandeling ter terechtzitting. Dat kan bijv. zijn omdat de OvJ bepaalde bevoegdheden mist (zoals het dwingen van getuigen en verdachten tot verschijnen en het afleggen van verklaringen door getuigen. 

welke twee algemene voorschriften gelden voor het GVO?

tot alles waartoe de verdachte gerechtigd is is de raadsman bevoegd (artikel 241b Sv) en in afwijking van artikel 446 lid 2 staat voor het OM geen beroep in cassatie open tegen beschikkingen van de rechtbank die zijn gegeven in HB ingesteld tegen beschikkingen van de RC waarbij een vordering niet is toegewezen.  

wanneer de OvJ een GVO vordert, mag hij dan zelf ook nog opsporingsactiviteiten (laten) verrichten? 

JA; de OvJ behoudt na het openen van het GVO de vrijheid ook zelf opsporingsactiviteiten te (laten) verrichten. Het instellen van een GVO doet op zichzelf niets af aan de bevoegdheden welke de wet hem en de andere opsporingsambtenaren toekent. 

  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

is de raadsman van de verdachte bevoegd de verhoren van de RC bij te wonen?

JA; zie artikel 186a Sv.

heeft de raadsman ook het recht de verhoren van de verdachte bij te wonen wanneer deze verhoren afgenomen worden door politie of OvJ? 

NEEN; tenzij hem bijv. is toegezegd dat hij alle verhoren mag bijwonen; dan vergen de beginselen van een behoorlijke procesorde dat die toezegging wordt nagekomen. 

dient de vordering tot een GVO door de OvJ schriftelijk te worden gedaan of kan dit ook mondeling?

dit dient hij schriftelijk te doen, hij kan dit ook mondeling doen mits hij dit schriftelijk bevestigt. 

waarom is schriftelijke bevestiging van de vordering tot instellen GVO zo belangrijk?

 

omdat er achteraf nagegaan moet kunnen worden terzake van welk feit de vordering werd gedaan.

leidt verzuim van de schriftelijke bevestiging bij vordering GVO tot het niet geldig zijn van verkregen bewijsmateriaal in het GVO?

NEEN, de HR heeft beslist dat verzuim er niet toe hoeft te leiden dat het in het kader van het GVO verkregen bewijsmateriaal niet mag worden gebruikt.

kan de RC de vordering tot een GVO van de OvJ weigeren?

JA; zie artikel 184 lid 1, maar dit komt niet vaak voor. 

indien de RC de vordering van de OvJ tot instellen GVO weigert, staat hem dan de mogelijkheid open tot HB?

JA; op grond van artikel 446 Sv.

wie leidt ook alweer het opsporingsonderzoek en wie het GVO?

opsporingsonderzoek staat onder onder leiding van de OvJ en hij heeft hiervoor het politieapparaat tot zijn beschikking; het GVO staat onder leiding van de RC die alleen rechtstreekse beschikking heeft over een griffier. In het GVO ligt de nadruk op het door de RC zelf verricht onderzoek.

welke beperking heeft de wetgever de RC opgelegd na het leiden van het GVO?

hij is dan uitgesloten van het onderzoek ter terechtzitting (artikel 268 Sv). 

zijn opsporingsonderzoek en GVO strikt van elkaar gescheiden? mogen politie en OvJ ook nadat een GVO is ingesteld doorgaan met het zelfstandig verrichten van opsporingsonderzoek (bijv. horen van getuigen) of moeten zij instructies van de RC afwachten?

De HR heeft gekozen voor de opvatting dat de waarborgen welke de verdachte in het GVO zijn toegekend in beginsel niet gelden voor zover artikel 177 Sv wordt toegepast, en dat het OM en de politie ook na het instellen van het GVO nog zelfstandige onderzoeksdaden mogen verrichten, opnieuw in beginsel zonder dat daarbij de extra waarborgen gelden welke de verdachte in het GVO toekomen. 

in welk artikel wordt de parallelle opsporing erkent?

in artikel 177a Sv.

geeft de OvJ de algehele leiding uit handen aan de RC bij het vorderen van een GVO?

neen; er is sprake van een gedeeld leiderschap; de RC mag geen bevelen geven die het algemeen opsporings,- en vervolgingsbeleid aangaan, hij dient zich te beperken tot de delicten terzake waarvan het GVO is geopend en zelfs daarbinnen mag hij zich niet mengen in de algemene leiding van de vervolging.

hoe is het onderscheid tussen beide vormen van leiderschap het beste aan te geven?

door te zeggen dat de OvJ tijdens het GVO een initierende rol heeft en de RC eenb controlerende.

hoe wordt een GVO in gang gezet?

door de RC na vordering van de OvJ (zie artikel 181 Sv).

mag de RC een vordering tot het instellen van een GVO afwijzen?

JA; maar het oordeel of onderzoek moet worden gedaan is in beginsel aan het OM voorbehouden, de RC toetst slechts marginaal. Bij de vordering is inwilliging uitgangspunt en behoeft alleen afwijzing met redenen te worden omkleed. 

raakt de ve altijd onmiddellijk van een tegen hem ingesteld GVO op de hoogte?

NEE; de wet schrijft niet voor dat de beschikking tot opening aan de verdachte ter kennis wordt gebracht - al gaat zij er in de regel onmiskenbaar wel vanuit dat dit in de regel zal gebeuren. Het GVO mag echter geen geheim blijven.

op welke twee wijzen kan het GVO eindigen?

door sluiting (artikel 237 en 238 Sv) en door zgn. wegdagvaarden (artikel 258 2e lid Sv).

welke restrictie is de RC opgelegd in het GVO?

hij is gebonden aan de vordering; hij mag alleen tegen de daarin genoemde verdachte en terzake van het daarin bedoelde materiele gebeuren onderzoek instellen. 

wat moet het gevolg zijn wanneer de OvJ nalatig is in het doen van de vereiste nadere vordering bij een GVO?

de HR is in ieder geval van mening dat de sanctie op een dergelijk verzuim niet gezocht moet worden in niet ontvankelijkheid van het OM.

wat houdt uitbreiding van de vordering bij een GVO in?

wanneer de officier wil dat de RC meer (materiele) feiten onderzoekt waarvan hij degene tegen wie het GVO is ingesteld verdenkt dan alleen het in de vordering onschrevene zonder dat deze daarmee in nauwe zin samenhangen, heeft hij de keuze tussen een nadere vordering tot uitbreiding van het GVO en een nieuwe vordering tot het instellen van een 2e GVO. 

wat is terugverwijzen (artikel 316 Sv)?

de situatie waarin in een zaak het OTT al is begonnen en vervolgens blijkt dat (nader) onderzoek door de RC wenselijk is. De rechter kan daartoe dan opdracht geven en de zaak, zoals men zegt, terugverwijzen. De term is ietwat misleidend: het is nl. helemaal niet nodig dat door de RC al enig onderzoek is verricht. 

is het door de RC na terugverwijzing ingestelde onderzoek een GVO?

NEEN; het geldt echter wel als zodanig. 

welke redenen blijken in de praktijk van doorslaggevend belang bij het terugverwijzing?

redenen van proceseconomie. Het onderzoek dat nodig wordt geacht zal zo tijdrovend zijn dat daarvoor onvoldoende zittingscapaciteit beschikbaar is; denk bijv. aan het geval waarin de verdachte een reeks van getuigen wilt laten horen, dit verhoor wordt dan aan de RC overgelaten.

wat gebeurt er vervolgens met het OTT na terugverwijzing?

de rechtbank geeft in haar opdracht aan de RC het onderwerp van onderzoek aan en indien nodig geeft zij aanwijzingen omtrent de wijze waarop het onderzoek moet worden ingesteld, het onderzoek ter zitting wordt zolang geschorst. 

waarmee dient men rekening te houden bij het schorsen van het onderzoek ter zitting na een terugverwijzing?

met een voorlopig gehechte verdachte; in dat geval mag het onderzoek ter zitting ingevolge artikel 282 Sv maximaal voor een maand en bij klemmende redenen drie maanden worden geschorst. 

welke afdelingen uit de bepalingen inzake het GVO zijn niet van toepassing op het onderzoek na terugverwijzing?

afdeling 1, 6 en 7. 

welke vorm verzuimen onderscheiden we sinds de inwerkingtreding van de wet vormverzuimen?

formele (wettelijke) nietigheden waarvan de niet naleving altijd tot nietigheid leidt en substantiele vormverzuimen en welke gevolgen de rechtspraak aan deze dient te verbinden heeft de wetgever geregeld in artikel 359a Sv.

wat is het belangrijkste substantieel vormverzuim in het GVO?

het niet horen, althans niet oproepen van de verdachte voordat het GVO wordt gesloten (artikel 200 derde lid Sv). Is dit niet geschied dan is de sluiting nietig en moet worden gehandeld alsof nog geen sluiting had plaats gehad. 

welke artikelen gelden ten aanzien van vormverzuimen voor het gehele voorbereidend onderzoek (dus GVO en opsporingsonderzoek)?

artt. 256 en 257 Sv. 

kan verzuim van vormen begaan bij het voorbereidend onderzoek tot nietigheid leiden op het moment dat de zaak eenmaal ter terechtzitting is uitgeroepen?

NEEN; op grond van artikel 270 Sv.

welke uitzondering geldt op artikel 256 Sv?

hetgeen bepaalt in artikel 257 Sv.

wat houdt een mini instructie in?

de wetgever heeft de verdachte niet de mogelijkheid willen bieden tot het uitlokken van een volledig GVO; het behoort niet in de macht van de verdachte te liggen om door het inschakelen van de RC de zeggenschap van de OvJ over het voorbereidend onderzoek te beknotten. Hij kan de RC wel verzoeken om aangaande een bepaald feit een of meer concrete onderzoekshandelingen te verrichten. 

waar in de wet is de mini instructie geregeld?

in Boek 1 tweede titel, meer specifiek artikel 36a Sv.

door wie kan het verzoek tot mini instructie ook worden gedaan?

door de raadsman van de verdachte; zie hiervoor artikel 36d Sv.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo