Toezichthoudende bevoegdheden en dwangmiddelen - aanhouden, staande houden etc - de dagvaarding

de in de DV gegeven omschrijving van het ten laste gelegde feit in de DV moet op straffe van nietigheid woordelijk overeenstemmen met die in de eventueel voorafgegane kennisgevingen van verdere vervolging. 

appointering is het op het verzoek en de voordracht van de OvJ bepalen van de zittingsdatum door de voorzitter. Het is beschreven in artikel 258 lid 5 Sv. 

nee, dit schrijft de wet niet voor; de dv moet hem echter zo nauwkeurig aanduiden dat ter terechtzitting kan worden uitgemaakt of de persoon die is verschenen, de gedagvaarde is en dat na veroordeling kan worden uitgemaakt tegen wie de opgelegde straf ten uitvoer kan worden gelegd. 

dan moet hem alsnog een vertaling in de juiste taal worden verstrekt, hiertoe dient het OTT dan te worden geschorst. 

in artt. 585/590 Sv. 

1) wanneer de verdachte noch diens raadsman ter zitting is verschenen artikel 278 lid 1 Sv); 2) wanneer alleen de raadsman ter zitting is verschenen en deze zich over een betekeningsgebrek beklaagt. 

in artikel 529/532 Sv. 

de TLL.

de gehele procesgang, beginnend bij de DV en eindigend met de einduitspraak, het is niet gelijk aan de terechtzitting!!!!. De artikelen 258 tot en met 366a hebben betrekking op het rechtsgeding. 

een onjuiste betekening. 

zie artikel 261 2e lid Sv : opgave van het feit, vermelding van de tijd, plaats en omstandigheden.

bijvoorbeeld omstreeks 6 november houdt in het tijdvak tussen 5 en 7 november. 

datgene dat niet bepalend is voor het begaan van het feit maar dit wel nader concretiseert: strafverzwarende of priveligierende omstandigheden. 

in de artt. 312 en 313 Sv. 

wanneer zij leidt tot een geheel ander feit in de zin van artikel 68 Sr. 

10 dagen tussen de dag van betekening en die der terechtzitting, zie artikel 265 Sv. 

ten minste drie vrije dagen, zie artikel 370 Sv.

om de verdachte voldoende tijd te geven om zijn verdediging voor te bereiden. De dagvaardingstermijn kan met zijn instemming dan ook worden verkort. 

wanneer de verdachte ter terechtzitting verschijnt mag ervan worden uitgegaan dat hij zich toch voldoende heeft kunnen voorbereiden op zijn verdediging en mag er gewoon worden doorgegaan met de zaak. Mits dat de verdachte uitdrukkelijk uitstel vraagt in het belang van zijn verdediging, de rechtbank moet het onderzoek dan voor bepaalde tijd schorsen (zie artikel 281 Sv) behalve wanneer zij (bij met redenen omkleedde beslissing) van oordeel is dat de verdachte redelijkerwijs niet in zijn verdediging kan worden geschaad en wanneer het onderzoel wordt voortgezet (artikel 265 derde lid Sv). 

tot op het moment dat het OTT nog niet is aangevangen (artikel 266 Sv).

dat hij op grond van gewijzigde omstandigheden of een alsnog binnengekomen reclasseringsrapport bij nader inzien voorkeur heeft voor sepot of dat de verdachte nog heeft gevraagd te mogen transigeren. Het kan ook zijn dat de officier een zo ingrijpende wijziging van de TLL nodig acht dat dit op voet van 313 Sv weliswaar zou mogen maar praktisch niet uitvoerbaar is, dan wel dat de door artikel 68 Sr getrokken grens wordt overschreden. Na intrekking herleven alle rechten welke de officier van justitie ook had voor het uitbrengen daarvan.

de enkelvoudige (slechts betrekking hebbende op één enkel delict) en de meervoudige of samengestelde tll welke meer dan een sf betreffen en / of de rechter dwingen tot het maken van een keuze tussen twee of meer onderdelen van een TLL. 

de gelede TLL. 

wanneer er een keuze is gesteld in de TLL, bijv. diefstal óf verduistering; diefstal of heling; de rechter moet dan een keuze maken tussen de twee en is in zijn keuze volledig vrij. 

een secundaire TLL (meestal een lichter feit) dat voor bewezenverklaring in aanmerking komt indien de eerste dat niet doet. 

indien hij tot het oordeel is gekomen dat het primair ten laste gelegde feit niet bewezen is. 

dan is de rechtbank als instantie ter kennisneming van het eerste feit toch bevoegd. 

NEEN; de wet schrijft voor dat er een tijd moet vermeld staan in de DV, als deze foutief is kan het TL gelegde niet worden bewezen en dient vrijspraak te volgen.

een onvoldoende duidelijke TLL die nietigheid ten gevolg heeft. 

om te voorkomen dat de verdachte zonder dat daarvoor voldoende redenen zijn in het openbaar terecht moet staan.