Startpagina / Samenvattingen / A1 - Risicofactoren / bloeddruk-bloedvaten-hypertensie

Hypertensie - Gevolgen van hypertensie

6 belangrijke vragen over Hypertensie - Gevolgen van hypertensie

Voor welke 7 aandoeningen is hypertensie een van de belangrijkste risicofactoren?

Atherosclerose: door vaatwandschade
Linkerventrikelhypertrofie
Hersenbloeding
Hartinfarct
Hartfalen
Nierschade
Blindheid

Wanneer spreekt men van een hypertensieve crisis?

Bij een hypertensieve crisis ontstaat er een sterke verhoging van de bloeddruk (>120-130 mmHg diastolisch en >200/220 mmHg systolisch). Deze wordt of kan worden gecompliceerd door acute schade aan hersenen, hart, nieren, grote bloedvaten en ogen.

Hypertensieve crisis wordt onderverdeeld in hypertensief noodgeval en hypertensieve urgentie, wat is het verschil tussen deze twee?

Hypertensief noodgeval: acute orgaanschade is al opgetreden en daarom moet er een snelle en gecontroleerde bloeddrukverlaging komen! Dit wordt gedaan met intraveneuze middelen

Hypertensieve urgentie: er is nog geen acute orgaanschade, maar de bloeddruk moet wel binnen enkele uren verlaagd worden door middel van orale medicatie (preventie)

Wat is het mechanisme dat optreedt wanneer men spreekt over maligne hypertensie?

Door de hoge bloeddruk treedt er necrose van de bloedvaten op. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door een snelle stijging van het diastolische volume.

De necrotisering van de bloedvaten treedt ook op in de nieren, waardoor er stenosen in de arteriolen kan ontstaan. Hierdoor is er een toename van reninesecretie --> nog hogere bloeddruk --> visuele cirkel

Waarom kan hypertensie leiden tot een myocardinfarct?

Hypertensie draagt bij aan atherosclerose. Bloedvaten reageren op de hoge bloeddruk door verandering, waaronder het verlies van beschermend endotheelfunctie. Uiteindelijk kan dit proces van atherosclerose leiden tot trombusvorming die los kan schieten en zo een coronair vat verstoppen: een myocardinfarct

Waarom kan hypertensie bijdragen tot de ontwikkeling van hartfalen?

Een te hoge bloeddruk zorgt op langere termijn voor een verdikte, minder elastische en stijvere hartspier (linkerventrikelhypertrofie). De stijvere hartspier leidt op haar beurt weer tot verlies van pompkracht van het hart, waardoor het hart meer moeite heeft het bloed rond te pompen. Hierdoor krijg je diastolisch hartfalen.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

A1 - Risicofactoren

Bekijk samenvatting