Angina pectoris - Pathofysiologie
3 belangrijke vragen over Angina pectoris - Pathofysiologie
De diagnose angina pectoris wordt gesteld aan de hand van een risicoschatting op de voorafkans van coronaire hartziekten. Welke 3 onderdelen zijn hiervoor van belang?
- Anamnese (typisch, atypisch of non-anginaal)
- Geslacht
- Leeftijd
De diagnose angina pectoris wordt gesteld aan de hand van de risicoschatting (a-priori). Wat kan je aan de hand van deze risicoschatting bepalen en wanneer moet je alsnog aanvullend onderzoek doen om de diagnose te stellen?
- > 85%: sprake van angina pectoris, geen vervolgonderzoek nodig
- 15-85%: mogelijk angina pectoris, vervolgonderzoek nodig
- < 15%: angina pectoris is onwaarschijnlijk, vervolgonderzoek gericht op andere verklaringen van klachten
Wat zijn de typische afwijkingen op het ECG tijdens een fase van pijn op de borst bij een patiënt die bekend is met angina pectoris?
ST-depressies. Bij angina pectoris is er sprake van ischemie en daar horen ST-depressies bij. Dit wil zeggen dat er een plateau onder de nullijn ontstaat na het QRS-complex.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
