Samenvatting: Aantekeningen Colleges Strategisch Management H1

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Aantekeningen colleges Strategisch Management H1

• 1 Definitie van een businessmodel, 9 bouwstenen, klantzijde

  Dit is een preview. Er zijn 20 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat kun je aan kanttekeningen plaatsen rond werken met modellen?

  • er is nooit 1 beste model om de werkelijkheid weer te geven
  • een model is nooit de werkelijkheid
  • modellen worden beïnvloed door makers, onderzoeken, onderzoekers etc.
  • modellen worden vanuit verschillende invalshoeken opgezet en gebruikt

• Wat is het verschil tussen het 7-S model en het businessmodel Canvas?

  7-S model is vooral gericht op de interne organisatie.

  Dit is in Canvas de linkerkant van het model.
  

  Het businessmodel Canvas richt zich daarnaast ook op de externe kant.

  
  

  7-S model werkt meer vanuit de organisatie

  Canvas meer vanuit de markt

  
  

  De klant ontbreekt in het 7-S model

  
  

  Canvasmodel kijkt wel naar binnen, maar pas in tweede instantie (eerst de klant, daarna: hoe moeten we ons daarvoor inrichten?)

• De sleutelvaardigheden uit het 7-S model hebben een relatie met welke bouwsteen uit Canvas?

  waardeproposities

• Waar staat iedere S voor in het 7 S model?

  Strategie: lijnen/doelen voor de toekomst

  Structuur: opbouw van de organistaie

  Systemen: hoe zijn zaken geregeld? procedures, handleidingen etc

  Staf: de mensen in de organisatie

  Stijl: stijl van management, leidinggeven

  Sleutelvaardigheden (skills): waar blinkt het bedrijf in uit?

  Shared Values/gemeenschapelijke waarden: de cultuur van de organisatie, wat vindt men gewoon?

• In welke vier blokken vallen de 9 bouwstenen uiteen?

  1. externe relatie met de klant en hoe die kan worden vormgegeven

  2. de wijze waarop een bedrijf geld kan verdienen aan deze klantrelatie

  3. de wijze waarop het bedrijf zich daarvoor moet organiseren

  4. hoe de wijze van interne organisatie zich vertaalt in de kostenstructuur van het bedrijf

  
  

  of:

  1. klantrelatie

  2. inkomstenstromen

  3. interne bedrijfsmodel

  4. kostenstructuur

• Wat is er gebeurd sinds de 2e Wereldoorlog mbt vraag en aanbod?

  Na de Tweede Wereldoorlog was er meer vraag dan aanbod (er was altijd wel vraag). De wereld is echter veranderd. 

  Op veel terreinen is verzadiging opgetreden; 

  de wereld is 'kleiner' geworden;

  concurrentie is toegenomen;

  bedrijven kunnen producten niet vanzelfsprekend meer kwijt;

  klanten hebben steeds meer keuze

• Wat is de werkwijze van het Businessmodel Canvas?

  Van rechts (klant) naar links

• Welke vragen stel je jezelf bij het invullen van 'klantsegmenten'?

  • wat heb ik mijn klant te bieden?
  • bij welke doelgroep past dit het beste?
  • wil ik de hele wereld als klant?
  • wie bedien ik wel?
  • wie bedien ik niet?
  • maak ik verschillende producten voor verschillende groepen?

• Geef een voorbeeld van klantsegmenten, gesegmenteerd op productaanbod

  verschillend productaanbod voor verschillende klantbehoeften.

  
  

  voetbalpubliek vs klassieke concertpubliek

• Leg de relatie tussen klantsegmenten en distributiekanalen uit

  Sommige klantsegmenten bereik je via andere distributiekanalen dan andere segmenten. 

  De ene klant koopt graag in een winkel, de ander graag online.