Samenvatting: Aardrijkskunde Hoofdstuk 6 Leefomgeving
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Aardrijkskunde hoofdstuk 6 Leefomgeving
-
6.1 Wateroverlast: rivieren en gevaren
Dit is een preview. Er zijn 21 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 6.1
Laat hier meer flashcards zien -
Wat is het verschil tussen verticale en horizontale erosie van een rivier?
Verticaal: insnijden in ondergrond.
Horizontaal : eroderen van oever. -
In de middenloop is het verval groot / klein /gering en de verticale erosie groot / klein en vindt er wel / geen sedimentatie plaats.
Klein, klein, wel -
In de benedenloop is het verval groot / klein /gering en de horizontale erosie groot / klein en vindt er veel / weinig sedimentatie plaats.
Gering, groot, veel -
Wat stellen de cijfers op de foto voor?
1 = rivier
2 = oude rivierloop
3 = stroomrug
4 = oeverwal
5 = komgrond -
Vlechtende rivieren ontstaan vooral in laagland. Welk proces is daar verantwoordelijk voor? Leg dit uit met een hoe-hoe-zin.
Sedimentatie.
Hoe lager de stroomsnelheid hoe groter de sedimentatie van zand en kei. -
Welke onderdelen worden met de cijfers aangeduid?
1 = uiterwaard
2 = zomerdijk
3 = winterdijk
4 = zomerbed
5 = winterbed -
Wanner staat de water in een rivier hoog en wanner laag?
Hoog in dewinter , er valt minderneerslag , maar de waterverdampt nauwelijks.Laag in de zomer, er valt veelneerslag , maar heelveel ervanverdampt . -
1. Wat stellen de cijfers 1 en 2 voor?2. Hoe wordt de bocht bij nummer 3 genoemd?3. Is de spoorbrug gunstig of ongunstig bij hoge waterstanden?
1.Kleiputten enkribben
2. Een meander
3. Gunstig omdat het water er vrij onderdoor kan stromen. -
Uit welke drie delen bestaat een stroomstelsel?
- De
bovenloop : hoog in de bergen, waar de rivier ontspringt. Door het grote hoogteverschil stroomt de rivier snel en is de erosieve kracht groot. - De
middenloop : het middelste deel waar de rivier door een dal loopt waar zij zich heeft ingesneden. - De
benedenloop : dicht bij de monding waar de rivier door eenriviervlakte stroomt. De stroomsnelheid is laag, de rivier gaatmeanderen en desedimentatie neemt toe.
- De
-
Hoe noem je de sterke stijging van het waterpeil in een korte periode?
Piekafvoer
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden