Startpagina / Samenvattingen / Aardrijkskunde is overal / kaart-ruimtelijk-orientatie

Wanneer geef je wat? - Regionale beeldvorming

3 belangrijke vragen over Wanneer geef je wat? - Regionale beeldvorming

Wat zijn de inzichten die van belang zijn voor een goed kaartbegrip?

-Tastbare ruimte kan als een kaart worden getekend
-Concrete verschijnselen kun je als symbool weergeven
-Verschijnselen kun je op verschillende schaalniveaus bekijken
-Leerling met kaartbegrip kan zich orienteren op kaart zoals hij dat ook in werkelijke ruimte kan. Hij kan voorstellen hoe het landschap dat op kaart is afgebeeld er in werkelijkheid uitziet.

Wat is de opbouw van het onderwijs in ruimtelijke oriëntatie?

-Van bekende eigen omgeving naar onbekend vreemd gebied
-Van close-ups met weinig details naar overzichtsfoto’s en kaarten met veel informatie
-Van concreet kaartthema naar abstract kaartthema
-Van concrete kaartsymbolen naar abstracte kaartsymbolen
-Van weinig symbolen naar veel symbolen
-Van klein afgebeeld gebied naar omvangrijk gebied

Hoe begint ruimtelijke oriëntatie bij kleuters?

Ontwikkeling van ruimtelijke oriëntatie begint bij het eigen lichaam. Dat is logisch, want mensen zijn van nature egocentrisch. Daarom is het gemakkelijker relatie te leggen tussen element en jezelf dan tussen twee elementen buiten jezelf.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

Aardrijkskunde is overal | 9789075142754 | onder van Jan Karel Verheij, et al

Bekijk samenvatting