Exogene processen - verwering en hellingsprocessen - hellingsprocessen
4 belangrijke vragen over Exogene processen - verwering en hellingsprocessen - hellingsprocessen
Door wat wordt hellingserosie beïnvloedt?
- De hellingsgraad: hoe steiler de helling, hoe sneller de deeltjes kunnen eroderen
- de aard van het gesteente: zand zal gemakkelijker van een helling verweren in vergelijking met klei
- de hoeveelheid water: meer water vergemakkelijkt erosie, omdat hierdoor de wrijvingskracht tussen het deeltje en het hellingsoppervlak verkleint.
Wat onderscheiden we op basis van de snelheid?
- Afstorten: dit gebeurt ineens en aan de voet van de helling vormt zich een puinhelling
- voorbeeld: steenlawines
- verglijden: het materiaal wordt al 1 pakket verplaatst zonder verstoring van de inwendige structuur. Meestal treedt dit op na langdurige regenzones
- vloeien: bodemmateriaal vloeit van de onderlaag af waarbij de inwendige structuur wel verstoord wordt. We onderscheiden:
- kruip of creep: dit is het langzaam naar beneden kruipen van de bodem.
- solifluctie: is het afschuiven van de onderste vaste laag.
- modderstromen: vloeiende massa die met hoge snelheid van een helling glijdt.
Wat is afspoeling van losse bodemdeeltjes?
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Bij afspoeling onder invloed van water worden 3 processen onderscheiden. Welke?
- Spaterosie: door het inslaan van regendruppels, spatten de bodemdeeltjes in alle richtingen weg.
- oppervlakkig afspoelen: de afstromende regen neemt de gronddeeltjes mee over een breed oppervlak
- geulerosie: het water zoekt banen waarlangs het kan wegstromen. Er ontstaan geulen die dieper en dieper worden.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden