Psychiatrie en Psychologie - Ontwikkeling van de psyche en theorieën over persoonlijkheid
6 belangrijke vragen over Psychiatrie en Psychologie - Ontwikkeling van de psyche en theorieën over persoonlijkheid
4. Benoem 3 verschillende benaderingswijzen en beschrijf kort de achterliggende theorieën betreffende persoonlijkheid.
- Psychoanalytische benadering - een groot deel van de psychische processen vindt onbewust plaats. Misschien is het door tekort of scheefgroei in de ontwikkeling in de kindertijd.
- Cognitieve benadering - de cognitie werkt als een associatief netwerk en heeft invloed op de persoonlijkheidsbeleving én uiting en wordt samengesteld uit de ervaren werkelijkheid.
- Sociale benadering - ervaringen met de ouders/verzorgers hangt nauw samen met de hechting en in welke mate een kind een veilige of onveilige hechting ervaart.
- Persoonlijkheid als zelfactualisatie - niet vaak gebruikt
6. Beschrijf kort de hechtingstheorie van Bowlby.
7. Wat zijn de types van gehechtheid volgens de hechtingstheorie van Bowlby?
- Veilig gehecht. Deze kinderen blijven zich veilig voelen.
- Angstig vermijdend. Deze kinderen zoeken nooit echt de nabijheid van de ouder en zijn over het algemeen apathisch.
- Angstig-afwerend. Deze kinderen kunnen zich bij terugkeer sterk vastklampen aan hun ouder en paniekgedrag vertonen, terwijl bijna tegelijkertijd affectief gedrag kan worden afgeweerd.
- Gedesorganiseerd gehecht. Deze kinderen vertonen een ingewikkeld patroon waarbij alle onveilige hechtingsvormen voorbij kunnen komen.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
10. Beschrijf kort de drie ontwikkelingsniveaus binnen de moraaltheorie van Kohlberg.
- Preconventioneel niveau. Hierin heerst vooral een egocentrische instelling gericht op gehoorzaamheid en vermijden van straf.
- Conventioneel niveau. Gekarakteriseerd door een onvoorwaardelijke onderwerping aan de heersende normen en een oriëntatie op tucht en orde.
- Postconventioneel niveau. Een volwaardig erkennen en begrijpen van de heersende maatschappelijke overeenkomsten mogelijk. Op dit niveau gelden ook de individuele rechten en universeel humane ethische principes.
11. Wat zijn de twee belangrijkste theorieën van Vygotsky die de ontwikkeling verklaren?
- Internalisatie betekent het verinnerlijken van wat eerst buiten, in de omgeving, aanwezig was. De ouder structureert en stuurt het kijk- en aandachtsproces van het kind, het kind imiteert en zal dit vervolgens meer en meer eigen maken.
- Zone van de naaste ontwikkeling. Goede pedagogische hulp loopt altijd een klein beetje voor op het ontwikkelingsniveau van het kind en heeft als effect dat het kind stapje voor stapje hoger op de ontwikkelingsladder wordt gezet.
12. Welke belangrijke ontwikkelproblemen kunnen in de vier leeftijdsfasen (0-2, 2-4, 5-12 en 12-19 jaar) voorkomen?
- 0-2: Eet/slaapstoornis, reactieve hechtingsstoornis, huilbaby
- 2-4: Scheidingsangst, fobische/sociale angst, taal-, spraak-, motoriekstoornis, onzindelijkheid, ADHD, gedragsstoornis gezin, oppositionele. gedragsstoornis jonge kind
- 5-12: Bedplassen, leerstoornissen, sociale terugtrekking, schoolweigering, geslachtsidentiteitsstoornis, vroege delinquentie, neurose en somatoforme stoornis
- 12-19: Misbruik alcohol, drugs, stoornis in de identiteit, anorexia / boulimia (nerv.), seksuele oriëntatie stoornis, suïcide, oppositionele gedragsstoornis, gedragsstoornis groepsverband, delinquentie, schooluitval
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden