Samenvatting: Abdomen.

Studiemateriaal generieke omslagafbeelding
  • Deze + 400k samenvattingen
  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Gebruik deze samenvatting
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Abdomen.

  • 1 Fysiologie spijsvertering

    Dit is een preview. Er zijn 11 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
    Laat hier meer flashcards zien

  • Hoe wordt hoeveelheid inname gereguleerd?

    - Ghrelin  hormoon: activatie hongergevoel wordt gemaakt in de maag. 
    - Leptine  verzadigingsgevoel (proef met muis) Wordt gemaakt door vetcellen en wordt afgegeven aan bloed waardoor het vervolgens naar de hersenen kan gaan. 
    - Obestatin  hormoon: eetlustremmend effect gemaakt door de maag. 
  • Hoe is het weefsel van het spijsverteringskanaal over het algemeen opgebouwd?

    1. Mucosa = bestaat uit epitheelcellen (villi), lamina propria, musculaire mucosa
    2. Submucosa = bevat in de maag bijvoorbeeld de klieren en zenuwen = plexus submucosus = Meissner’s plexus
    3. Spierlaag = circulaire en longitudinaal en bloevaten en met daar tussen een zenuw laag = myenteric sfincterauerbach’s plexus
    4. Serosa = connective tissue
  • Wat is de functie van globlet cellen?

    Secretie productie. Ze zitten dus in de villi.
  • Wat is het verschil tussen de villi van het jejunum/ileum en duodenum, waarom?

    Villi kleiner en in het duodenum.  minder absorptie cellen nodig omdat er in het duodenum nog meer moet worden gedigesteerd dan geabsorbeerd
  • Uit wat voor type spierweefsel bestaat ons spijsverteringsstelsel?

    - Gladgestreept spierweefsel = buiten onze wil om 
    - Dwarsgestreept spierweefsel = externe anale spierweefsel, bovenste deel van de TD (voor slikken) 
  • Hoe wordt de samentrekking van de spiercellen geregeld?

    - Pacemakercellen in het gladde spierweefsel bepalen de frequentie van de contractie. Variatie in membraan potentiaal van de spiercellen.
    - Ze bepalen niet de kracht van de contractie, dit wordt gedaan door de neurotransmitters.
  • Welke neurotransmitters zijn er die effect hebben op contracties van het gladde spierweefsel?

    - Acetylcholine: meer contracties
    - Gastrine: meer contracties

    - Norepinephrine: minder contracties
    - CCK: minder
    - Secretine: minder 
  • Welke spierlaag wordt als eerst gecontraheerd bij peristaltiek?

    De circulairespieren; dus eerst vernauwing.
  • Wat is segmentatie contracties?

    TRAAG, KRACHTIG EN LANG AANHOUDENDe contracties. 
    Relaxatie en contractie van de een deel van de dunne darm (en een klein gedeelte van de dikke darm)afwisselend. Het volgt geen specifiek patroon. Belangrijk voor de absorptie en digestie maar niet belangrijk voor de voorbeweging. 
  • Welke twee reflexen zijn er bij vulling van de maag?

    - Gastro-colische reflex = meer beweging in het colon (bij volwassenen vaak onderdrukt) 
    - Gastra-ileale reflex = meer beweging in het ileum + relaxatie van de ileocoecale sfincter  daardoor gaat de bolus naar het colon en daardoor meer motiliteit in het colon.

Om verder te lezen, klik hier:

Lees volledige samenvatting
Deze samenvatting +380.000 andere samenvattingen Een unieke studietool Een oefentool voor deze samenvatting Studiecoaching met filmpjes
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart