Startpagina / Samenvattingen / Class notes - Abdomen: spijs / stolling-leverlijden-stollingsstoornissen

Francque - leverfalen

5 belangrijke vragen over Francque - leverfalen

Hoe uit het functioneel syndroom van 'leverfalen' zich?

Vermoeidheid
Icterus
Stollingsstoornissen
Koorts
Endocrienologische afwijkingen
Foetor hepaticus
Hepatische encefalpoathie (op de voorgrond bij acute)

Als een patiënt met leverlijden stollingsstoornissen heeft, hoe kan het dat dat die vaak juist een beetje protrombotisch is?

In de lever worden verschillende factoren aangemaakt, zowel voor de stolling als voor de antistolling. Dit betekent dus dat beiden door leverlijden worden aangetast en dat er een evenwicht tussen stolling en antistolling is, die neigt naar stolling.
Als iemand een ernstige bloeding doet, is deze stolling zeker niet voldoende om daar iets mee te doen, maar voor bijvoorbeeld het prikken van een CVK is de stolling dus wel goed genoeg, ook al is de APTT afwijkend..

Wat zijn de stollingsstoornissen bij leverlijden?

Minder vorming stollingsfactoren
Cholestase: minder opname vit K
Minder leverklaring geactiveerde stollingsfactoren (DIC)
Minder vorming fibrinolytische factoren
Trombopenie
(gestoorde plaatjesfunctie door alcohol)

Waar wordt advanced chronic liver disease meestal mee gemeten?

Met de leverstijfheid. Hoe stijver, hoe kutter.

Waarom wordt een levercirrose opgevolgd?

Om te zien of er geen HCC ontstaat. Er wordt elke 6 maanden een echo gedaan. Eventueel kan er nog gescreend worden op tumormerkers.
Om de 1 a 2 jaar wordt er ook een leverstijfheidsmeting en een plaatjes meting bij. Als deze afwijkend zijn ga je ook een screeningsendoscopie doen om varices op te sporen, want dan is er kans op portale hypertensie.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

Abdomen: spijs

Bekijk samenvatting