Gedragsproblemen --> kernbegrippen

11 belangrijke vragen over Gedragsproblemen --> kernbegrippen

Antisocial personality disorder  =

Dit is een persoonlijkheidsstoornis die wordt gekenmerkt dat een aanhoudend patroon van agressie en antisociaal gedrag na het 18e levensjaar.

Callous / unemontional traits =

Gevoelloos / zonder emoties. Dit zijn karaktertrekken voor psychopathy. Jongeren met deze trekken vertonen: 
  • oppervlakkige emoties
  • ontbreekt het aan angst
  • voelen weinig tot geen schuld.

Heeft betrekking op  ODD & CD

Oppostional defiant disorder =

ODD kent een patroon van:
  • Negativiteit
  • vijandigheid
  • uitdagend gedrag dat
  • Dat zich allemaal extreem ontwikkeld.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Agressive behavior syndrome = 

Agressief gedrag zoals veel:
  • Betogen
  • vernielen
  • ongehoorzaamheid
  • vechten

Heeft betrekking op  ODD & CD

Overt conduct problems =

Openlijke gedragsporblemen zijn confronterende antisociale gedragingen (bijvoorbeeld vechten, driftbuien ect.)

Heeft betrekking op  ODD & CD

Covert conduct problems =

Verborgen gedragsproblemen zijn antisociale gedragingen die niet meteen zichtbaar zijn voor de buitenwereld 

zoals bijvoorbeeld: liegen, stelen, spijbelen, dingen in de fik zetten.

Heeft betrekking op  ODD & CD

Behavioral inhibition system (BIS) =

BIS zit in de hersens en is gerelateerd aan de emoties van vrees en angst. Het probeert acties te remmen in angstige situaties of onder omstandigheden waarbij straffen en negatieve effecten een rol speelt.

Wanneer het BIS systeem minder werkt of niet werkt hebben zowel straf als negeren geen effect op de persoon, dit maakt leren volgens deze leermethoden minder effectief of niet mogelijke.

Heeft invloed op ODD & CD

Fight / Flight system =

Het Vecht / vlucht systeem is een emotie regulatiesysteem in de hersens. Het is bedoeld om te kiezen tussen reacties om jezelf te verdedigen, onder condities van frustratie / straf of pijn. 

Het geageerd dus op mogelijke gevaar of vervelende dingen en vanuit hier wordt de keuzen gegaan om te vluchten of om het gevecht aan te gaan.

Heeft invloed op ODD & CD

Verschillende factoren die betrokken zijn bij het ontstaan en de instandhouding van drugsgebruik:

- Individuele factoren: genen, neurobiologische kenmerken, temperament, zelfregulatie, probleemoplossende vaardigheden en cognitief-affectieve componenten.

- Gezinsfactoren: hechting, gezinsconflicten, opvoedpraktijden, modeling.

- Peerfactoren: drugsgebruik bij leeftijdsgenoten, waargenomen goedkeuring door leeftijdsgenoten.

- Schoolfactoren: schoolprestaties, betrokkenheid bij schoolactiviteiten.

- Leefomgevingfactoren: armoede.

- Grotere sociaal-culturele factoren: beschikbaarheid van drugs, sociale normen mbt drugsgebruik.

Verschillende modellen die verklaren hoe risico- en protectieve factoren bijdragen aan de ontwikkeling van drugsgebruik:

- Sociale leertheorie: benadrukt imitatie, verwachting en gevolgen.

- Ander model: adolescentie als periode van toenemende vrijheid en exploratie (bijv. alcohol)

- Ander model: drugsgebruik in relatie tot stress bekijken, jongeren die veel negatieve gebeurtenissen meemaken en daar niet mee om kunnen gaan, verhoogd risico (copingstrategie).

- Gateway theorie: gebruik van legale drugs, gaat vooraf aan illegale drugs, het gebruik van de een verhoogt dus de kans op het gebruik van de ander.

Assessment komt natuurlijk voor Interventions, maar foutje gemaakt in het maken van flashcards.

 

Waar moet de assessment van gedragsproblemen op gericht zijn?

Op verschillende problemen en op de omgeving van het kind.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo