Samenvatting: Abs

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Abs

• 1 Anatomie abdomenwand

• 1.2 Deel 2

  Dit is een preview. Er zijn 7 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2
  Laat hier meer flashcards zien

• Waaruit bestaat stap 2 van de abdomenwand?

  Spieren en diepere fascia

• Welke buikspieren kent de abdomenwand? Benoem ze van buiten naar binnen.

  Na de subcutis komt de m. Obliquus externus abdominis, dan komt de m. Obliquus internus abdominis. Als laatste komt de dwarse schuine buikspier: m. Transversus abdominis en nog een rechte buikspier: m. Rectus abdominis. 

• Waar zorgen de schuine buikwandspieren voor?

  Maken serie van bewegingen mogelijk -> buigen, roteren, lateraalflexie (buigen), extensie (strekken).

• Wat is er zo bijzonder aan de linea arcuata met betrekking tot de buikspieren?

  Onder de linea arcuata gaan alle peesbladen naar voren lopen van de m. Rectus. De linea arcuata is dus eigenlijk de overgang van waar de peesbladen die achter lopen ook naar voren gaan lopen. 

• 1.3 Deel 3

  Dit is een preview. Er zijn 4 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.3
  Laat hier meer flashcards zien

• Hoe worden de vouwen van het peritoneum parietale genoemd?

  Plicae -> middelste is plicae umbilicalis mediana. Daarnaast ligt plicae umbilicalis mediales. Buitenste is plicae umbilicalis laterales. Bevat o.a. A en V epigastrica inferior. 

• Waarin splitst de fascia transversalis in de dorsale abdomenwand?

  In postrenaal blad en prerenaal blad. Het peritoneum parietale splitst niet! Alleen de fascia transversalis.

• 2 Fysiologie van de spijsvertering

• 2.1 Deel 1

  Dit is een preview. Er zijn 4 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.1
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat is de belangrijkste hoofdfunctie van het spijsverteringssysteem?

  Absorptie -> opname van stoffen. Er zijn maar weinig voedingsstoffen die direct kunnen worden opgenomen (monosachariden), er moet meestal eerst digestie plaatsvinden.

• Is er een regulatiemechanisme voor de inname óf voor de opname van het spijsverteringsstelsel? Of voor allebei?

  Er is enkel een regulatiemechanisme voor de mate van inname o.a. Ghrelin (hongergevoel) en leptine en obestatine (verzadigingsgevoel).
  
  Er is dus geen regulatiemechanisme voor de mate van opname.

• Benoem de zes hoofdfuncties van het spijsverteringssysteem.

  Ingestie, mechanische verwerking, digestie, secretie, absorptie, excretie.

• Wat hebben de speekselklieren voor functie?

  Bevochtigen van voedsel, wat helpt met het doorslikken richting de oesophagus.