Rechters & Deskundigen, H.F.M. Crombag

13 belangrijke vragen over Rechters & Deskundigen, H.F.M. Crombag

Wat bepaalt artikel 359 lid 3 Sv.

dat in een strafvonnis 'de redengevende feiten en omstandigheden' voor een veroordeling moeten worden 'aangewezen'.
Brouns, strafrechtspecialist schrijft "Feiten en omstandigheden die in geen enkele betekenisvolle relatie tot het te bewijzen feit staan of daar haaks op staan" dienen in het vonnis niet voor te komen -> worden impliciet verworpen

Wanneer doet de rechter een beroep op een deskundige

wanneer hij van een of meer aspecten van een zaak zelf niet genoeg verstand denkt te hebben

Wat is het dilemma catch 22

- welke deskundige raadplegen?
- hoe weet rechter of hij deskundige moet geloven?
- voor beantwoorden van die vragen moet rechter verstand hebben van het specialisme van de deskundige
- en in dat geval zou hij deskundige niet nodig hebben
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Hoe lossen rechters catch 22 dilemma op

door deskundige bij voorkeur te rekruteren uit de groep van vaste deskundigen (PBC en NFI)

Wat is CBCA criteria

Criteria Based Content Analysis
methode om in zedenzaken de geloofwaardigheid van door slachtoffers (vaak kinderen) afgelegde belastende verklaringen te kunnen schatten
(a.d.h.v. 19 kenmerken van de tekst)

Hoge Raad 30 maart 1999

Deskundige Bullens had CBCA methode gebruikt. Tegendeskundigen Merckelbach en Wagenaar wezen het hof Den Haag op onbetrouwbaarheid van de methode. O.g.v. jurisprudentie meende het hof dat het oordeel daarover aan de feitenrechter is voorbehouden. Dus niet verantwoord hoefde te worden. Hoge Raad oordeelde echter dat ook in dit geval (evenals in poppenspel-arrest uit 1989) gemotiveerd had moeten worden waarom het hof aan de kritiek van de deskundige voorbij was gegaan.

Jurisprudentie omtrent deskundigen bewijs

HR 28-02-1989 Poppenspel-arrest
HR 30-03-1999 forensisch bewijs
(rechter kan dus gekritiseerde bewijs wel gebruiken, mits beslissing daarvan gemotiveerd. Aan de aard en kwaliteit van de motivering nog geen eisen gesteld)
HR 13-05-1997 computergame arrest/spiegelbeeldkwestie
HR 27-01-1998 schoenmakerarrest
(Volte-face/ommezwaai van de Hoge Raad. Aan de aard en de kwaliteit worden eisen gesteld)

Wat geeft de Hoge Raad voor het eerst met het schoenmakersarrest

voor het eerst geeft de Hoge Raad aan dat het niet meer aan de feitenrechter is om te bepalen wie deskundig is, maar dat een deskundige aan een aantal eisen moet voldoen en dat de feitenrechter moet controleren of dat ook het geval is. (een gewichtige doorbraak)

Wat zijn de eisen aan de deskundige (een gewichtige doorbraak)

1. wat beroep, opleiding, ervaring is
2. of de deskundigheid zich uitstrekt over het voorliggende onderwerp (hebt u dit soort zaken eerder onderzocht en waar blijkt dat uit)
3. welke methode hebt u gebruikt
4. waarom is deze methode betrouwbaar
5. is hij in staat de methode vakkundig toe te passen

Wat ligt er in de lijn van het schoenmakersarrest en de eerdere arresten

dat in beginsel iedere onderbouwde betwisting van de kwalificaties van wie als deskundige wordt gepresenteerd expliciet behoort te worden beantwoord

Aanvankelijk gold in het Amerikaans Federale recht de Frye-test (1923) als criterium voor toelaten bewijs getuigen-deskundigen (Frye vs United States), dat werkwijze algemeen geaccepteerd moet zijn onder vakgenoten. Hoe dat checken

a) met behulp van andere getuigen-deskundigen
b) met behulp van wetenschappelijke en juridische geschriften
c) met behulp van juridische precedenten (een eerdere rechter heeft de expertise als getoetst)

Waarom is a) een nieuwe catch 22

als de rechter met behulp van vakgenoten moet nagaan of de hem aangeboden expert kan rekenen op de 'algemene acceptatie' onder vakgenoten, hoe gaat hij dan na of de door hem geraadpleegde vakgenoten kunnen rekenen op de algemene acceptatie onder vakgenoten

CONCLUSIE: Frye-test lost voor Nederland niets op

Twee praktische wenken voor de rechter om conform Daubert-arrest te controleren of het hem aangebodene hele, halve of pseudo-wetenschap is

1) de rechter moet kennis van en inzicht hebben in de methode van proefondervindelijk onderzoek. Rechter moeten kennis hebben van empirische wetenschap. Een onderdeel in de juridische opleiding over de methodologie en zeden en gewoonten van de empirische wetenschappen, inclusief elementair begrip van de kwantitatieve analyse. Op dat punt ontbreekt veel juristen aan zelfs elementaire kennis. Juridische opleiding eenzijdig -> gericht op juridische doctrine, daardoor one-track-minds produceert

2) rechters/magistraten en deskundigen moeten met elkaar in gesprek komen. Ook zou terugkoppeling mogelijk moeten zijn

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo