De bestuurlijke macht
5 belangrijke vragen over De bestuurlijke macht
Het materieel bestuursrecht valt onder te verdelen in een algemeen deel en een bijzonder deel.
Bestuursorganen kunnen twee soorten handelingen verrichten:
1. Feitelijke handelingen. De bestuursorganen kunnen hierbij onrechtmatig en rechtmatig handelen. Bij een onrechtmatige daad is het bestuursorgaan zelf aansprakelijk.
2. Rechtshandelingen. Hierbij wordt een beoogd rechtsgevolg nagestreefd. Een voorbeeld hiervan is de gemeente die een koopovereenkomst sluit met een koper. De rechtshandelingen kunnen privaatrechtelijk of publiekrechtelijk zijn. Privaatrechtelijke rechtshandelingen betreffen bijvoorbeeld een overeenkomst. Een publiekrechtelijke rechtshandeling levert een besluit op in de zin van de Awb, mits het om een schriftelijke beslissing gaat (artikel 1:3 Awb).
De Awb definieert in artikel 1:3 lid 3 Awb het begrip beschikking:
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
De beschikking is gericht op een belanghebbende. Het begrip ‘belanghebbende’ vormt een derde centraal begrip in de Awb. Zie bijvoorbeeld artikel 8:1 lid 1 jo 7:1 lid 1 Awb (over bezwaar en beroep).
Wanneer besluiten van bestuursorganen niet worden nageleefd, zoals bijvoorbeeld het tóch bouwen van een schuur terwijl het college van B&W hier geen toestemming voor had gegeven, kan men naar de rechter stappen. Zo’n procedure is echter langdradig en omslachtig. Daarom hebben bestuursorganen een viertal bevoegdheden om handhaving af te dwingen:
Voor een goed besef van de verschillende handhavingsmogelijkheden wordt in de bijlage een schematisch overzicht gegeven.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden