Samenvatting: Ace Hood 7 | Ace Hood
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Ace Hood 7 | Ace Hood
-
1 HC 1: Introductie: kenobject, geschiedenis, benaderingen, oriëntaties en methoden
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
1.1 Wat is sociologie?
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1
Laat hier meer flashcards zien -
'The sociological perspective reveals the power of society to shape individual lives' (Macionis, 2014:34).
De maatschappij beïnvloedt ons als mens, maar wij als mens maken de maatschappij. De maatschappij is geen gegeven: wij creëren zelf een bepaalde samenlevingsvorm. Enerzijds is hier dus sprake van een bottom-up perspectief: hoe structureert jouw gedrag hoe de maatschappij eruitziet? Anderzijds is er ook sprake van het top-down perspectief: hoe beïnvloedt de maatschappij jou als mens? Zelfs de meest persoonlijke keuze kan sociaal beïnvloed zijn, de maatschappij kan zelfs op deze keuzes invloed hebben. -
1.3 Het sociologisch perspectief
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.3
Laat hier meer flashcards zien -
Bestuurskunde is een interdisciplinaire studie. De sociologie is één van de 'hulpwetenschappen'.
Sociologen richten zich op de verhouding tussen het openbaar bestuur, organisaties en burgers. Sociologen zijn daarnaast agendabepalers en kennisproducenten van oplossingen voor maatschappelijke problemen. Voorbeelden hiervan zijn:
- Dutroux: straffen of opvoeden?
- Hoe ontstaat een 'doping' cultuur in het wielrennen? Wat kun je eraan doen?
- Wat voor gevolgen hebben sociale media voor ons gedrag?
-
1.5 Het structureel-functionalisme
Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.5
Laat hier meer flashcards zien -
Wat is het analyseniveau van het structureel-functionalisme?
Het analyseniveau is een macro-benadering: what makes society tick? (We kijken naar de gehele samenleving.) -
Een belangrijke denken van deze benadering is Robert Merton. Hij bedacht de typering van de sociale functies:
- Manifeste functie: enkele, beoogde functies (Bijvoorbeeld tijdens een hoorcollege: de functie van de setting is om kennis over te brengen.)
- Latente functie: informele, onbedoelde functies (Bijvoorbeeld tijdens een hoorcollege: naast de manifeste functie van het overdragen of overnemen van kennis, kan je ook onbedoeld je partner in de collegezaal ontmoeten, dit is de latente functie.)
- Sociale dysfunctie: sociaal patroon dat maatschappij verstoort. (Er gebeurt iets, waarbij de functies niet helemaal tot hun recht kunnen komen. Bijvoorbeeld: het bankwezen geeft bepaalde bonussen en dat heeft bepaalde onbedoelde effecten.)
-
Wat is de kritiek op het structureel-functionalisme?
Kritiek op het structureel-functionalisme is dat er te weinig oog is voor ongelijkheden tussen groepen en voor sociale conflicten. Het lijkt net alsof de samenleving werkt als een machine, maar er zijn toch ook spanningen in de maatschappij? Bijvoorbeeld tussen hoog- en laagopgeleiden. De conflictbenadering is een reactie op het structureel-functionalisme. -
1.6 Conflictbenadering
Dit is een preview. Er zijn 5 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.6
Laat hier meer flashcards zien -
Welke stromingen zijn er binnen de conflictbenadering?
- Gender-conflict theory: gaat over de ongelijkheid en het conflict tussen mannen en vrouwen
- Ras-conflict theorie: gaat over de ongelijkheid en de conflicten tussen groepen mensen met verschillende raciale en etnische achtergronden. (Sociologen specialiseren zich dan in de clash tussen bepaalde groepen.)
-
1.7 Symbolisch interactionisme
Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.7
Laat hier meer flashcards zien -
Wat is het analyseniveau van het symbolisch interactionisme?
Het symbolisch interactionisme is een micro-benadering. Het analyseniveau is meer bottom-up. Je kijkt naar hoe mensen in specifieke situaties met elkaar omgaan. -
1.8 Sociologie als wetenschap
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.8
Laat hier meer flashcards zien -
De grondlegger van de sociologie is August Comte (1798-1857).
Hij zag drie stadia van maatschappijen: theologisch, metafysisch en wetenschappelijk. En hij zag de sociologie als positivistische wetenschap. -
1.9 Sociologische onderzoeksoriëntaties
Dit is een preview. Er zijn 5 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.9
Laat hier meer flashcards zien -
Kenmerken van de positivistische oriëntatie:
- De maatschappij is een meetbaar object
- Kennis wordt gegenereerd via systematische observatie van sociaal gedrag
- Men zoekt naar causale verbanden
- De onderzoeker gat zo objectief en neutraal mogelijk te werk. Hij probeert tijdens het onderzoek zonder mening het onderzoek uit te voeren
- Men doet onderzoek op een kwantitatieve manier
- Er is een sterke link met het structureel-functionalisme
-
2 HC 2: kernthema 1: cultuur en sociale interactie
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2
Laat hier meer flashcards zien -
2.4 Taal
Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.4
Laat hier meer flashcards zien -
De tegenwoordige opvatting is een milde versie daarvan.
Er zijn ook dingen die je niet uit kunt drukken in taal, dingen die niet uit te drukken zijn in woorden. Taal en cultuur zijn niet determinerend, maar sturend. Het is dus niet allesbepalend. Voor sommige dingen die je heel goed begrijpt, lijken woorden ontoereikend. Bijvoorbeeld het verlies van een dierbare.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden