Verpleegkundig gebruik farmoceutische kompas; medicijnen delen is meer dan kunnen lezen
7 belangrijke vragen over Verpleegkundig gebruik farmoceutische kompas; medicijnen delen is meer dan kunnen lezen
De arts schrijft medicatie voor op basis van indicatie, rekening houdend met contra-indicaties en bijwerkingen. Waar is de vpk verantwoordelijk voor? Welke informatie vind je in farmacotherapeutisch kompas?
- De verpleegkundige is verantwoordelijk voor het aanreiken, toedienen, uitzetten, klaarmaken en beheren van medicijnen. Als verpleegkundige is het van belang kennis te hebben van de meest voorkomende middelen op de werkvloer.
- Informatie over geneesmiddelen, bijwerkingen en contra-indicaties kunnen gevonden worden op het Farmacotherapeutisch kompas.
Door welke stappen volgens VTGM kunnen fouten voorkomen worden
- Voorschrift medicatie arts;
- Inlezen en interpreteren opdracht door de verpleegkundige;
- Aanmaken toedienetiket met datum en tijd van het klaarmaken geneesmiddel, naam en sterkte geneesmiddel, naam en hoeveelheid verdunningsmiddel, plaats voor twee parafen, de naam van de patiënt.
- Voorbereiden en verzamelen benodigde materialen. Maak hierbij gebruik van het handboek Parentalia;
- Werkwijze klaarmaken van het geneesmiddel;
- Controle op klaarmaken door een tweede persoon. Hierbij wordt gelet op de juiste medicatie(opdracht), juiste sterkte, houdbaarheidsdatum, juiste oplosmiddel, juiste bereidingswijze, juiste patiënt, juiste toedienetiket.
Wat is het verband tussen medicijngebruik en bijwerkingen zv?
Werking:
Farmacokinetiek onderzoekt wat het lichaam met het medicijn doet. De concentratie van medicijn moet in het lichaam in de therapeutische breedte liggen, want dan werkt het medicijn het beste. Het medicijn moet om de zo veel tijd ingenomen worden, wil het de juiste manier van werken behalen. Dit is om dus een spiegel op te bouwen, dus er voor te zorgen dat het medicijn in de therapeutische breedte blijft. Ook heb je een toxische gebied (overdosering) en een subtherapeutisch gebied (onderdosering).
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Bij het gebruik van medicatie kunnen bijwerkingen optreden, welke 3 kunnen dit zijn?
- Universele bijwerkingen (standaard bijwerkingen die bij alle geneesmiddelen kunnen optreden, zoals misselijkheid en braken);
- Eenvoudige bijwerkingen (bijwerkingen die te verklaren zijn doordat de hoofdwerking van het geneesmiddel doorschiet);
- Bijwerkingen die je niet kunt verklaren, zoals bij antidepressiva à het idee van zelfmoord.
Alle geneesmiddelen hebben bijwerkingen. Reden van de bijwerking is dat de receptoren in het hele lichaam zitten en niet alleen op de plek waar de medicatie voor wordt toegediend.
Welke redenen van bijwerkingen zijn er?
· Giftig voor weefsels, bijvoorbeeld chemotherapie.
· Te sterke werking, bijv. laxeermiddel
· Allergie
· Overdosering.
Hoe heet de stof waar het om gaat in een geneesmiddel?
Hoeveel er van een stof nodig is om minimale effectieve concentratie te bereiken verschilt per middel. De duur van de werking van het middel verschilt en dit kan worden aangegeven door verschillende (5) termen, welke zijn dit?
- MGA. Met gereguleerde afgifte.
- Retard. Het medicijn wordt met vertraagde afgifte of verlengde werking afgegeven in het lichaam.
- Durette. Het medicijn wordt met een verlengde werking afgegeven.
- Contin. Met continue werking.
- MSR. Maagsapresistent. Het medicijn bevat een laagje waardoor maagsap het medicijn niet kan afbreken. Het geneesmiddel komt pas in de darm beschikbaar.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden