Samenvatting: Adaptatiefysiologie: Thermoregulatie | Leerstoelgroep adaptatiefysiologie

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Adaptatiefysiologie: thermoregulatie | Leerstoelgroep adaptatiefysiologie

• 1 Inleiding in de thermoregulatie

  Dit is een preview. Er zijn 91 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
  Laat hier meer flashcards zien

• Negatieve aspecten van huisvesten: 

  Vermindering van keuzemogelijkheden van het dier. Door huisvesten worden dieren bij elkaar gehouden, dit is complex. (Hogere infectiedruk, reductie weerstand.) 

• Wat gebeurt er als er een verstoring in de homeostase optreedt?

  Bij een verstoring van de homeostaste wordt dit waargenomen door een bepaalde sensor. De afwijking wordt vergeleken met het setpoint in het centrale zenuwstelsel (met name in de hypothalamus). Wanneer het setpoint en de gemeten waarde van elkaar afwijken, zullen dieren hierop reageren door neurale en/of endocriene reacties, waardoor het gedrag of het metabolisme aangepast zal worden. 

• Beredeneer hoe een dier volgens het schema van Young et al. zal reageren op een koude stressor, zodat de homeostase weer hersteld zal worden. Geef nauwkeurig aan welke mechanismen een rol spelen en welke verschillende acties een dier kan ondernemen. 

  De environmental stressor is de koude. Via huidsensoren wordt deze doorgegeven aan de hypothalamus, waar de 'deep body temperature' sensor zit. Het centraal zenuwstelsel herkend deze afwijking van de setpoint en geeft het lichaam opdracht om door middel van gedragsaanpassingen en/of metabole aanpassingen de warmteafgifte te verlagen of de warmteproductie te verhogen, waardoor de homeostase weer hersteld wordt. 

• Beredeneer welke realloctie binnen de onderhoudsprocessen zal kunnen plaatsvinden wanneer een dier blootgesteld wordt aan een immunologische challenge. 

  Wanneer een dier immunologisch getriggerd wordt, zal een immuunproces optreden. Afhankelijk van de soort immuunrespons (humoraal, cellulair) kost dit minder of meer energie. Dit kan tot gevolg hebben dat er meer energie gebruikt wordt door onderhoudsprocessen, maar ook dat bijvoorbeeld de vertering verlaagd wordt, of dat dat de eiwitturnover verlaagd wordt. 

• Wat betekent de term homeotherm?

  De term homeotherm wordt gebruikt voor dieren die normaal gesproken hun lichaamstemperatuur binnen vrij nauwe grenzen handhaven, onafhankelijk van de omgevingstemperatuur en hun activiteit. 

• Wat wordt bedoelt met de een constant blijvende lichaamstemperatuur?

  Met een constant blijvende lichaamstemperatur wordt bedoeld dat de deep body temperature constant blijft en niet dat de temperatuur op de huid van het dier overal gelijk is. 

• Wat is een een endotherm dier?

  Dieren die hun lichaamstemperatuur regelen door activiteit. (Winterslaap)

• Welk orgaan speelt een centrale rol in de handhaving van de warmtebalans?

  De hypothalamus staat centraal in de handhaving van de warmtebalans. In de hypothalamus anterior zit het centrum voor de warmteafgifte, terwijl in de hypothalamus posterior het centrum voor de warmteproductie en het vasthouden van de warme (isolatie) zit. 

• Wat gebeurt er in het algemeen als een dier het te koud heeft?

  Dan zal het proberen de warmteafgifte te verminderen door een compactere houding aan te nemen, de vachtisolatie te vergroten en door de bloedtoevoer naar de huid te verminderen (vasoconstrictie). 

• Wat gebeurt er in het algemeen als een dier het te warm heeft?

  Het dier zal dan de warmteproductie minimaliseren en de isolatie verminderen. Dit zal resulteren n een uitgestrekte houding, een verhoging van de bloedtoevoer naar de huid (vasodilatatie) en een verhoogde warmteafgifte door zweten en hijgen.