Inleiding in de thermoregulatie

27 belangrijke vragen over Inleiding in de thermoregulatie

Gegeven een varken van 50 kg. Bereken de verandering in warmte-inhoud van dit dier als de lichaamstemperatuur stijgt van 39 naar 40 graden. 

Dier bestaat uit ongeveer 70% wter met een specifieke warmte van 4.184 J/g/gr.C en 30% droge stof met een specifieke warmte van 1.674 J/g/gr.C. Specifieke warmte van het dier is dus 0.7*4.184+0.3*1.674=3.42 J/g/gr.C. Warmte inhoud: delta=BW*dT*c=50*1*3.42=171 kJ

Welke factoren zijn belangrijk bij straling?

Oppervlakte van het dier
Emissie van de elkaar beïnvloede lichamen
Temperatuur van de dieroppervlakte 
Temperatuur van de omgeving

Vind er ook stroming plaats als de windsnelheid nul is?

Ja, er vind nog altijd convectie plaat, omdat lucht opstijgt wanneer het warm wordt of omdat het dier beweegt. 
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Warmteverliezen als gevolg van stroming worden beïnvloed door:

Hc=A*h*(Tf-Ta)
Het klimaat: luchttemperatuur, (Tf-Ta) veranderd dan verander de temperatuursgradiënt. 
Het dier: door verandering van de oppervlakte. 

Waarom hebben kleine dieren meer last van convectie als warmteverlies?

De verhouding oppervlakte:gewicht bij kleine dieren is groter dan bij grotere dieren. Daarnaast spelen veranderingen in de weefselisolatie en de vachtisolatie een rol, doordat daardoor de huid- of vachttemperatuur beïnvloed wordt. 

Warmteverliezen als gevolg van geleiding kunnen beïnvloed worden door:

Het klimaat: temperatuur van muren, wanden en vloeren zijn belangrijk
Het contactmateriaal: mate van geleiding thermische capaciteit (hoe snel balans afgifte/opname)
Het dier: Contactoppervlakte veranderen, huidtemperatuur aanpassen

Welke drie vormen van verdamping zijn er?

Continue verdamping door middel van diffusie.
Een veel effectievere manier van verdamping is zweten. 
Een derde weg van verdamping is warmteverlies via respiratie.

Waarom kan verdamping via respiratie langer doorgaan dan verdamping vanaf de huid?

Omdat de temperatuur in de ademhalingswegen meestal hoger is dan op de huid. Hierdoor kan de hoeveelheid water in de lucht hoger zijn. Meestal is de ademhalingslucht verzadigd met water. 

Warmteverliezen als gevolg van verdamping kunnen beïnvloed worden door: 

Het klimaat. De windsnelheid enerzijds en de luchttemperatuur in combinatie met de relatieve luchtvochtigheid anderzijds. 
Het dier. Om de verdamping te veranderen zal een dier de effectieve oppervlakte waar verdamping kan plaatsvinden aanpassen. 

Waarom heeft een verhoging van de luchtsnelheid een groter effect op de convectieverliezen van een muis dan op die van een olifant?

Omdat de oppervlakte-gewicht verhouding van een muis veel groter is dan die van een olifant. Door dit grote oppervlak geeft een muis veel gemakkelijker warmte af dan een olifant. 

Geef aan waarom een drenkeling in water van 20 graden veel korter kan overleven dan in lucht van 20 graden. 

De thermische capaciteit en de geleidbaarheid van water is veel hoger dan die van lucht. Een drenkeling geeft zijn/haar warmte veel sneller en langer af aan water dan aan lucht en zal hierdoor minder lang zijn eigen warmte vast kunnen houden. 

Welke drie systemen van indirecte calometrie zijn er?

  1. Gesloten circuit: Uitgeademde lucht wordt verzameld en gebonden aan stoffen die O2, CO2 en CH4 binden. Het verschil in gewicht geeft de productie en consumptie aan. 
  2. Open circuit: respiratiekamerr. De samenstelling van de ingaande en uitgaande lucht wordt gemeten, terwijl ook de hoeveelheid ingaande en uitgaande lucht wordt gemeten. 
  3. Totale collectie. 

Leg het begrip basaal metabolisme uit. 

Een dier produceert een minimale hoveelheid warmte als gevolg van een bepaald basaal metabolisme. Deze minimale hoeveelheid is noodzakelijk om essentiële processen, zoals eiwittuernover, osmoregulatie, ademhaling en bloedsomloop te laten verlopen. 

Welke vergelijking wordt gebruikt om de lichaamsoppervlakte te berekenen?

Lichaamsoppervlakte=0.09*W^0.67

Teken het warmtediagram en geef de verschillende zones en gebieden aan. 

A-B: Zone van hypothermie. Lichaamstemperatuur daalt. 
B: Temperatuur met maximale stofwisseling (summit metabolisme)
B-C: chemostatische thermoregulatie. Hs is afhankelijk van de Ta. Helling van de lijn is maat voor maximale isolatie (ETH). Latente warmteafgifte minimaal. (Hemin)
C: Onderste kritieke temperatuur (LCT)
C-D: Comfortzone. regeling van de voelbare warmteafgifte mogelijk. 
C-E: Thermoneutrale zone; Hs ia afhankelijk van Ta, He stijgt om de daling in Hs te compenseren. He=-Hs, M=Mmin en H=Hmin
E: Bovenste kritieke temperatuur. (UCT)
E-F: Zone van hyperthermie. Lichaamstemperatuur stijgt.
B-E: Zone van homeothermie. Lichaamstemperatuur is onafhankelijk van omgevingstemperatuur. 

Wat is een andere benaming voor de factor a*W^0.75?

De onderhoudsbehoefte en wordt vaak uitgedrukt als MEm
Mmin=MEm+(1-k)(ME-MEm)

Welke zone kan binnen de thermoneutrale zone worden onderscheiden?

De comfortzone, een vrij kleine zone, waarin de latente warmteafgifte nog niet toeneemt met een stijging van de omgevingstemperatuur. 

Wat is de onderste kritieke temperatuur?

  • De temperatuur waar met behulp van fysische mogelijkheden het warmteverlies niet verder beperkt kan worden. 
  • Die temperatuur waarbij de warmtebehoefte en de normale warmteproductie aan elkaar gelijk zijn.
  • Die temperatuur waarbij fysische temperatuursregulatie uitgeput is
  • Die temperatuur waar beneden extra warmte geproduceerd moet worden om de lichaamstemperatuur constant te houden
  • Die temperatuur waar beneden de weefselisolatie en de vachtisolatie maximaal zijn en nagenoeg niet meer veranderen. 

Waar is ETH een maat voor?

ETH is een dalende lijn en dus een negatief getal. ETH is de maat voor de minimale geleidbaarheid (Kb=KBmin) en 1/ETH is de maat voor de maximale isolatie (I=Imax). 
ETH=1/Imax en -ETH=Kbmin

De warmte productie bij een omgevingstemperatuur lager dan de LCT bestaat uit de minimale warmteproductie plus de warmteproductie als gevolg van de ETH. Welke vergelijking hoort hierbij?

M=Mmin+EHT*(Ta-LCT)

Wat geeft de partiële efficiëntie aan?

Deze geeft aan hoeveel van de opgenomen ME aangezet wordt in het dier in de vorm van melk, wol of nakomelingen. k=EB/ME 

Welke vergelijking berekent de weefselisolatie?

It=(Tb-Ts)/H

De weefselisolatie wordt beïnvloed door leeftijd, conditie, maar ook langdurige blootstelling aan koude of hitte. 

Vachtisolatie kan berekent worden met de vergelijking: 

If=(Ts-Tf)/(H-He) 
Het warmteverlies via de vacht bestaat uit straling, convectie en conductie, want verdamping vind plaatst vanaf de huid ipv de vacht. 

Welke zeven factoren zijn naast luchttemperatuur van invloed op de effectieve temperatuur?

Houding van het dier
Type vloer
Stralingstemperatuur
Luchtvochtigheid
Weersomstandigheden (buiten gehuisveste dieren)
Temperatuur van het opgenomen voer en water

Een zeugenhouder schakelt over van individuele huisvesting tijdens de dracht peroide over naar groepshuisvesting.beredeneer welke gevolgen dit heeft voor de LCT en voor de gewenste voeropname. 

Doordat zeugen in groepshuisvesting kunnen huddlen, zal de LCT dalen, omdat de isolatie beter wordt. De dieren komen hierdoor eerder in de thermoneutrale zone, waar geldt dat de warmteproductie minimaal is. wanneer de dieren op hetzelfde niveau gevoerd worden als in de individuele huisvesting, bestaat de kans van vervetting. het gewenste voerniveau zal nar verwachting lager zijn. 

Beredeneer waarom bij goed geïsoleerde gebouwen het warmteverlies van dieren lager zal zijn dan bij slechte isolatie?

Bij goede isolatie zal de stal dezelfde temperatuur aannemen als de oppervlakte van de dieren. hierdoor zal er geen stralingsverlies optreden bij de dieren. bij een slecht geïsoleerd gebouw zl de temperatuur lager blijven dan van de oppervlakte van het dier, waardoor stralingsverliezen blijven optreden. 

Noem vijf redenen waarom regen een negatief effect heeft op de warmtebalans. 

1. Regen maakt de vacht nat, hierdoor daalt de isolatiewaarde van de vacht. 
2. Door warmte accumulatie in de vacht wordt minder dik. Isolatiewaarde van de vacht daalt. 
3. het nat worden en weer opdrogen van de vacht kan de structuur van de bedekking veranderen en daarmee de isolatiewaarde. 
4. Water dat tijdens een regenbui van het dier afloopt, neemt warmte van het lichaam mee. 
5. Het water uit de vacht moet bij het opdrogen verdampt worden, wat energie kost. Hoeveel verdampingsenergie dit kost hangt af van de hoeveelheid water in de vacht. 

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo