Samenvatting: Adhd Bij Volwassenen - Diagnostiek En Behandeling

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van ADHD bij volwassenen - Diagnostiek en behandeling

• 1 Inleiding

  Dit is een preview. Er zijn 20 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
  Laat hier meer flashcards zien

• Vertel kort iets over de geschiedenis van ADHD.

  • Voor het eerst beschreven door George Still in 1902
    
  • Pas in jaren 60 meer aandacht voor aandachtstekort/hyper

• Vertel iets over ADHD bij volwassenen in Nederland/Europa

  • Voort het eerst in 1993 publicatie over ADHD problemen bij volwassen geworden patiënten.
    
  • In 2001 patiëntenvereniging Impuls voor volwassenen met ADHD en verwante stoornissen opgericht.
    
  • In 2002 startte eerste multidisciplinaire ambulante behandelafdeling voor volwassenen met ADHD bij Parnassia DH.
  • In 2003 oprichting van European Network Adult ADHD met als doel onderzoekers en behandelaars van ADHD bij volwassenen in Europa te verenigen.

• Welke risicofactoren zijn er voor het ontwikkelen van ADHD?

  • Erfelijkheid (60-80% verklaard door genetische factoren)
    
  • Perinatale ongunstige omstandigheden (langdurig zuurstofgebrek, bloedverlies, roken en alcohol tijdens zwangerschap)
  • laag geboortegewicht
  • vroeggeboorte
  • congenitale hyothyreoïdie

• Vertel iets over de neuroanatomische verschillen tussen controles en patiënten met ADHD.

  • Bij kinderen met ADHD is totale hersenvolumen 4,7% kleiner, met name in de gebieden die betrokken zijn bij het executieve functioneren. 
    
  • Jongens met ADHD hebben groter hersenvolume dan meisjes met ADHD, maar beiden beneden de norm.

• Vertel iets over de connectiviteit bij ADHD.

  Er bestaat een toegenomen connectiviteit in regio's betrokken bij beloning en motivatie, een een afname van connectiviteit in de gebieden van het default-mode netwerk (dat actief is in rust), end e dorsale aandachtsnetwerken.

• Wat is de relatie tussen functionele MRI-scans en diagnostiek.

  Er kan potentieel diagnostische test voor ADHD worden ontwikkeld. Op basis van patroonherkenning worden patiënten met ADHD onderscheiden van controles. Door berekening van de voxels in de witte en grijze stof.

• Leg uit wat het Executief functioneren is en benoem de 5 domeinen.

  EF wordt omschreven als een adequaat probleem oplossend vermogen kunnen genereren om een toekomstig doel te bereiken. Er zijn 5 domeinen:
  

  • inhibitie (het vermogen om het eigen handelen te remmen of te onderbreken
  • set shifting  (het vermogen om over te stappen op een andere handeling of oplossing voor een probleem)
  • fluency (verschillende oplossingen voor een probleem kunnen genereren)
  • planning (het vermogen om de stappen te plannen die nodig zijn om een probleem om te lossen)
  • working memory (het vermogen om informatie te raadplegen tijdens het uitvoeren van een taak

• Wat is de betekenis van onderzoek van de cognitieve functies voor de diagnostiek van ADHD.

  Onderzoek levert tot nu toe een gemengd beeld. Patiënten met ADHD verschillen op groepsniveau van controles wat betreft EF, maar er is geen speciale cognitieve test dat behulpzaam kan zijn voor de individuele diagnose van ADHD.

• Wat is de prevalentie van ADHD bij kinderen?

  4-8%

• Wat zijn voorspellers voor een ongunstig chronisch verloop van ADHD?

  • Agressief gedrag op jonge leeftijd
  •  lage intelligentie en bijkomende leerproblemen
  • familiair voorkomen van ADHD
  • Gezinsproblemen
  • Problemen met leeftijdsgenoten