Samenvatting: Adolescentiepsychologie

Studiemateriaal generieke omslagafbeelding
  • Deze + 400k samenvattingen
  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Gebruik deze samenvatting
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Adolescentiepsychologie

  • 1 Thema 1 inleiding

  • 1.2 Theorieën rondom de adolescentie

  • In het tekstboek (paragraaf 2.2.2) staat aangegeven dat ontwikkelingstaken tijdens de adolescentie door drie soorten invloeden worden bepaald. Welke zijn dit?

    1. De ontwikkelingstaken kunnen voortkomen uit de lichamelijke ontwikkeling die plaatsvindt tijdens de adolescentie.
    2. De ontwikkelingstaken kunnen voortkomen uit verwachtingen uit de omgeving die veranderen gedurende de adolescentie.
    3. De ontwikkelingstaken kunnen voortkomen uit de eigen waarden en aspiraties van de adolescent.
  • Psychoanalytische theorieënWat ontwikkelt zich?Welke bijdrage leveren enerzijds het individu en anderzijds de omgeving aan de ontwikkeling?Komen de gedragingen van jongeren overeen met het stereotiepe beeld dat veel mensen van de adolescentie hebben?

    1. Tijdens de adolescentie ontwikkelen zich de emoties van de adolescent en deze moet leren hier op een juiste manier mee om te gaan.
    2. Het individu en de omgeving zijn beide belangrijk en het is de wisselwerking tussen de adolescent en zijn/haar omgeving die de ontwikkeling beïnvloedt.
    3. De adolescentie wordt gekenmerkt door een toegenomen emotionele verwarring (Storm and Stress). De oorsprong van deze verwarring ligt bij de emoties en de wijze waarop de adolescent hier in sociale contacten (met zowel ouders als leeftijdgenoten) mee omgaat.
  • Cognitieve theorieën Wat ontwikkelt zich?Welke bijdrage leveren enerzijds het individu en anderzijds de omgeving aan de ontwikkeling?Komen de gedragingen van jongeren overeen met het stereotiepe beeld dat veel mensen van de adolescentie hebben?

    1. Tijdens de adolescentie ontwikkelt het denken zich van concreet-operationeel (kind) naar formeel-operationeel (jongere). Hierdoor kunnen jongeren nadenken over hun eigen denken.
    2. Het individu en omgeving zijn beide belangrijk. De ontwikkeling in het denken kan alleen plaatsvinden in interactie met anderen.
    3. De adolescentie wordt gekenmerkt door een toegenomen emotionele verwarring die samengaat met een onrealistische, idealistische visie op de maatschappij. De oorsprong van de verwarring ligt in de wijze waarop de adolescent denkt (over zichzelf, emoties, relaties en de maatschappij).
  • Contextuele (ecologische) theorieën Wat ontwikkelt zich?Welke bijdrage leveren enerzijds het individu en anderzijds de omgeving aan de ontwikkeling?Komen de gedragingen van jongeren overeen met het stereotiepe beeld dat veel mensen van de adolescentie hebben?

    1. Tijdens de adolescentie ontwikkelen zich de relaties tussen mensen en tussen systemen (interacties tussen individuen en omgeving) die veranderen.
    2. Het individu en omgeving zijn beide belangrijk. De wisselwerking tussen beide, in diverse vormen die ze aanneemt in de verschillende systemen, staat centraal.
    3. Niet bij alle adolescenten treedt een periode op van Storm and Stress. Dit hangt af van de onderlinge relaties tussen de verschillende systemen.
  • Theorie van de levensloop Wat ontwikkelt zich?Welke bijdrage leveren enerzijds het individu en anderzijds de omgeving aan de ontwikkeling?Komen de gedragingen van jongeren overeen met het stereotiepe beeld dat veel mensen van de adolescentie hebben?

    1. Tijdens de adolescentie doorloopt de adolescent een ontwikkelingstraject dat hij/zij zelf vormgeeft. Dit traject omvat alle sociale veranderingen die de adolescent doormaakt.
    2. Het individu en de omgeving zijn beide belangrijk, waarbij begrippen als risico- en beschermende factoren, plasticiteit en veerkracht de interactie tussen individu en omgeving verder vormgeven.
    3. Er is niet per se sprake van emotionele verwarring bij adolescenten. Dit hangt af van de hierboven genoemde begrippen en normatieve en non-normatieve invloeden. Anders gezegd, Storm and Stress zal alleen optreden indien er onvoldoende aansluiting is tussen de kenmerken van de adolescent en zijn/haar omgeving.
  • Dynamische systeemtheorie Wat ontwikkelt zich?Welke bijdrage leveren enerzijds het individu en anderzijds de omgeving aan de ontwikkeling?Komen de gedragingen van jongeren overeen met het stereotiepe beeld dat veel mensen van de adolescentie hebben?

    1. Tijdens de adolescentie vindt een ontwikkeling plaats van het gehele systeem, bestaande uit alle relaties met de sociale omgeving, de historische context en – voor sommigen – ook de relaties tussen de verlangens en gedachten van de adolescent.
    2. Het individu en de omgeving zijn beide belangrijk. De adolescent stuurt in interactie met de omgeving de eigen ontwikkeling.
    3. De adolescentie wordt niet gekenmerkt door Storm and Stress, maar is een periode waarin het individu in toenemende mate de eigen ontwikkeling in handen kan nemen.
  • De ecologische theorie van Bronfenbrenner (1995, 2005; Bronfenbrenner & Morris 2006) beschrijft vijf niveaus in de interactie tussen individu en omgeving, die elk op een directe of minder directe manier invloed uitoefenen op de ontwikkeling van adolescenten.De vier eerste van deze niveaus worden ook wel systemen genoemd. Geef een korte beschrijving van deze hiërarchisch georganiseerde systemen.

    -Microsysteem: de verzameling van activiteiten en relaties in de directe persoonlijke omgeving van de adolescent.
    -Mesosysteem: de wederzijdse verbindingen en processen die optreden tussen twee of meer microsystemen.
    -Exosysteem: systemen waarmee de adolescent niet direct mee in contact komt, maar wel invloed hebben op diens gedrag en ontwikkeling.
    -Macrosysteem: verwijst naar de cultuur waartoe de adolescent behoort en omvat daarmee alle andere systemen.
  • Positive Youth Development’ (toegepaste ontwikkelingspsychologie vanuit een positief-psychologische benadering) waarbij de nadruk ligt op de ontwikkeling van jongeren in positieve zin.Beschrijf het doel van deze nieuwe benadering.

    Aanhangers van deze benadering onderzoeken hoe adolescenten op een constructieve manier kunnen bijdragen aan de maatschappij waar zij deel vanuit maken en eventueel probleemgedrag kunnen vermijden. Zij gaan hierbij uit van de eigen kracht van jongeren en de steun van hun omgeving. Deze benadering wil de talenten en sterke kanten van de adolescent tot ontwikkeling laten komen en ziet de adolescentieperiode niet als een probleemfase die onder controle moet worden gehouden.
  • 2 Fysieke en psychoseksuele ontwikkelingen

  • 2.3 Psychoseksuele ontwikkeling

    Dit is een preview. Er zijn 8 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.3
    Laat hier meer flashcards zien

  • De psychoseksuele ontwikkeling bestaat uit verschillende facetten. Het gaat niet alleen om gedragingen, maar ook om cognities en emoties. Al deze facetten zijn relevant om de psychoseksuele ontwikkeling te begrijpen. De psychoseksuele ontwikkeling is een levenslang proces, dat al in de vroege kindertijd begint.Beschrijf waarom de adolescentie een bijzondere fase is wat betreft psychoseksuele ontwikkeling.

    In deze fase beleven de meeste adolescenten hun eerste ervaringen met interpersoonlijke intimiteit, na de eigen ervaringen met individuele intimiteit. Adolescenten ontwikkelen de diverse facetten van hun seksualiteit op verschillende manieren: ze doorlopen verschillende trajecten (qua timing, volgorde en tempo). Hoe deze trajecten verlopen is van groot belang voor de latere ervaringen met intieme relaties en seks in de (jong)volwassenheid.

    Voor het onderzoek naar en het begrijpen van seksuele ontwikkeling is de adolescentie een belangrijke periode maar het is ook de fase waarin het belangrijk is om een gezonde psychoseksuele ontwikkeling te bevorderen.
  • 3 Cognitieve, emotionele en morele ontwikkeling

  • 3.1 Cognitieve ontwikkeling

    Dit is een preview. Er zijn 4 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3.1
    Laat hier meer flashcards zien

  • Hoewel de psychometrische benadering verschillen tussen individuen tracht op te sporen, worden ook verschillen tussen groepen onder de loep genomen. Op pagina 136-137 van het tekstboek worden de verschillen tussen jongens en meisjes tegen het licht gehouden en naar mogelijke verklaringen gezocht. Bespreek twee mogelijke verklaringen.

    Vanuit een evolutionair perspectief wordt verondersteld dat vrouwen meer gericht zouden zijn op visuele details, omdat ze voedsel verzamelden. Mannen zouden volgens deze verklaring hun ruimtelijk gevoel meer ontwikkeld hebben, omdat tijdens het jagen relatieve posities in de driedimensionale ruimte belangrijker zijn.

    Een alternatieve verklaring die wordt gegeven heeft te maken met ervaringen met speelgoed tijdens de jeugd en kindertijd. Jongens spelen meer met speelgoed dat de ruimtelijke vaardigheden stimuleert (zoals Lego), en het spel van jongens is vaak ruimtelijker (zoals voetbal).

Om verder te lezen, klik hier:

Lees volledige samenvatting
Deze samenvatting +380.000 andere samenvattingen Een unieke studietool Een oefentool voor deze samenvatting Studiecoaching met filmpjes
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart