Cognitieve, emotionele en morele ontwikkeling
3 belangrijke vragen over Cognitieve, emotionele en morele ontwikkeling
Beschrijf in maximaal tien regels wat emotie is.
Emotie is een gevoelstoestand die zich uit via het lichaam en waarvan men zich bewust is. Een emotie is een reactie op een concrete of ingebeelde gebeurtenis, of met andere woorden, kent een duidelijke aanwijsbare aanleiding. Een emotie gaat gepaard met specifieke gedachtenpatronen en met de neiging of zelfs de drang om iets te doen. Dergelijke gedragsneigingen zijn een wezenlijk onderdeel van emotie. Een emotie gaat gepaard met specifieke expressies, namelijk plotselinge veranderingen in het gezicht, de stem of het lichaam die vaak zichtbaar zijn voor de buitenwereld.
Het vermogen om emoties te reguleren, is het vermogen om te beïnvloeden welke emoties ervaren worden, wanneer en hoe ze ervaren worden, en hoe ze geuit worden. Dit ontwikkelt zich vanaf de basisschoolleeftijd en is een vaardigheid die gedurende de levensloop van groot belang is voor het functioneren en de mentale gezondheid.
Van adolescenten wordt vaak gezegd dat zij niet goed in staat zijn om hun emoties te reguleren. Evalueer deze uitspraak en geef een beredeneerde onderbouwing.
Er is geen wetenschappelijke ondersteuning voor de aanname dat in het algemeen adolescenten moeite hebben om hun emoties te reguleren. Wel verandert de emotieregulatie ingrijpend in de adolescentie en ontwikkelen jongeren gedurende de adolescentieperiode een breder en gevarieerder palet van emotieregulatiestrategieën. Ze krijgen ook steeds meer inzicht in de regulatiestrategieën die het meest effectief of gepast zijn in specifieke situaties. Hoewel problematische vormen van emotieregulatie wel degelijk voorkomen en soms toenemen, is de uitspraak dat de adolescentie gekenmerkt wordt door een algeheel onvermogen om emoties te reguleren onjuist.
Op welk niveau redeneert een adolescent?
Adolescenten hebben over het algemeen het conventionele stadium bereikt. Moreel redeneren is bij adolescenten meer geïnternaliseerd en berust in dit stadium op sociale goed- of afkeuring en op interpersoonlijke normen en waarden zoals gerechtigheid, eerlijkheid en loyaliteit. Moreel redeneren wordt breder toepasbaar en situationele variaties worden herkend.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
