Psychosociale ontwikkeling - De rol van het gezin

9 belangrijke vragen over Psychosociale ontwikkeling - De rol van het gezin

Onderzoek bij adolescenten laat zien dat er een duidelijk verband bestaat tussen hoe ouders hun kind opvoeden en het psychosociale welbevinden van het opgroeiende kind. Omdat de onderlinge verhoudingen tussen ouders en kinderen tijdens de adolescentie sterk veranderen, is het niet altijd eenvoudig een adolescent bij te sturen of emotioneel te ondersteunen.

Welke aspecten zijn hierbij van belang?

  • de hiërarchische verhouding tussen ouders en kinderen
  • een toename van conflicten
  • een dip in de kwaliteit van de ouder-kindrelatie
  • veranderende communicatiepatronen tussen ouder en kind

Een van de sterkste veranderingen in de ouder-kindrelatie tijdens de adolescentie is de aanpassing van de hiërarchische structuur in het gezin.

a) Licht deze verandering toe.

Kort gezegd worden controle en structuur gedurende de adolescentieperiode geleidelijk vervangen door wederzijdse, meer gelijkwaardige communicatie en gezamenlijke beslissingen. De relatie tussen ouder en kind verandert van verticaal (ouder vertelt het kind wat wel/niet mag) naar meer horizontaal (ouder overlegt/onderhandelt met het kind en beide partijen hebben inspraak).

Een van de sterkste veranderingen in de ouder-kindrelatie tijdens de adolescentie is de aanpassing van de hiërarchische structuur in het gezin.

b) Bij de verandering in de hiërarchische structuur neemt de controle die ouders uitoefenen geleidelijk af. Op welk vlak is dit met name het geval?

De mate waarin ouders controle uitoefenen neemt vooral af als het gaat over de vrijetijdsbesteding van de adolescent. Naarmate het kind ouder wordt, beslist het steeds meer zelf hoe hij/zij de tijd besteedt en verdeelt over school, vrienden en andere bezigheden.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat bedoelen we met parental mediaton?

Het monitoren van sociale-mediagebruik.

Wat kan samenvattend worden geconcludeerd over de invulling van monitoring door ouders?

In grote lijnen zijn er aanwijzingen dat
  • monitoring door ouders beter werkt bij jongere adolescenten dan bij oudere adolescenten.
  • minder restrictieve en minder privacy-schendende manieren een positievere uitwerking hebben.
  • de cognities van het kind en het gezinsklimaat medebepalend zijn voor de reactie (openheid versus geheimen) van de adolescent op het monitorgedrag van zijn/haar ouders.

In meer recent onderzoek wordt hoofdzakelijk gekeken naar opvoedgedragingen. Ook hierin worden verschillende dimensies onderscheiden, namelijk ondersteuning, controle en het ondersteunen van autonomie
Hebben ondersteunende opvoedgedragingen altijd een positief effect op de adolescent?

Over het algemeen laat het onderzoek op dit gebied zien dat er sprake is van positieve effecten. Het hangt echter ook af van hoe adolescenten de steun van hun ouders interpreteren.

Wat staat lijnrecht tegenover psychologische controle?

Autonomie-ondersteuning, waarbij de ouder het kind helpt om keuzes te maken die aansluiten bij de eigen waarden en doelen.

Op welke van deze principes doelen Watzlawick, Beavin & Jackson (1967) met niet-optelbaarheid?

Hiermee bedoelen zij dat het functioneren van het gezin niet de optelsom is van ontwikkelingen in de afzonderlijke (onder)delen of subsystemen. Als er één subsysteem verandert, veranderen ze allemaal. Dit is het hierboven eerstgenoemde kernprincipe van de systeembenadering.

Hoewel er al veel onderzoek is gedaan naar opvoeding van jongeren en de rol van het gezin, blijven er nog altijd vele vragen onbeantwoord. Belangrijke thema’s die nog onvoldoende aandacht hebben gekregen in de onderzoeksliteratuur zijn bijvoorbeeld de rol van cultuur en de wederkerige relatie tussen het gedrag van de ouders en het gedrag van het kind. Ook wordt in het tekstboek gezegd dat het hedendaagse adagium over gezinsinvloeden op het functioneren van adolescent luidt: 'One size does not fit all' (blz. 246).

Wat wordt in de context van dit laatste bedoeld met de termen orchideekind en paardenbloemkind?

Orchideekinderen zijn kinderen die heel goed functioneren in voor hen ideale omstandigheden en slecht in voor hen niet-ideale/slechte omstandigheden. Paardenbloemkinderen daarentegen lijken goed te functioneren, onafhankelijk van de context waarin zij opgroeien.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo