Samenvatting: Adviseren Na Het Post-Modernisme: Naar Een Buitengewone Interventiekunde?

Studiemateriaal generieke omslagafbeelding
  • Deze + 400k samenvattingen
  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
LET OP!!! Er zijn slechts 22 flashcards en notities beschikbaar voor dit materiaal. Deze samenvatting is mogelijk niet volledig. Zoek a.u.b. soortgelijke of andere samenvattingen.
Gebruik deze samenvatting
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Adviseren na het post-modernisme: naar een buitengewone interventiekunde?

  • 1 De vanzelfsprekendheid van de organisatocratie

    Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
    Laat hier meer flashcards zien

  • Wat is de vooronderstelling van organisatieadviseurs?

    Dat organisaties moeten voortbestaan of "overleven" en de vanzelfsprekendheid dat managers hiervoor verantwoordelijk zijn.
  • Wat kan je vertellen over de werkwijze van organisatie-deskundigen?

    De persoonlijke stijl en voorkeur hebben meer invloed op de aard en inhoud van het advies dan de diagnose van het probleem van de klant. Bovendien wordt de diagnose gekleurd door de bril waarmee de adviseur kijkt. Adviseurs 'zien' bij de klant vooral dat wat zij kennen en kunnen.
  • 2 Paradigma's in de organisatiekunde

    Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2
    Laat hier meer flashcards zien

  • Wat zijn de drie dominante 'mainstreams' in de organisatiekunde?

    1. Positivisme
    2. modernisme
    3. spiritualisme
  • Wat zijn de belangrijkste verschillen en overeenkomsten tussen de drie dominante 'mainstreams'?

    De benaderingen verschillen van elkaar wat betreft hun opvattingen over de kwaliteit waar managers als persoon aan moeten voldoen en de instrumenten en strategieën waarmee managers hun organisaties moeten sturen, leidinggeven en motiveren.

    Ze stemmen overeen in hun beeld van de context waarin organisaties opereren.
  • 3 Een poging vanuit het post-modernisme

    Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3
    Laat hier meer flashcards zien

  • Wat is de post-modere opvatting over de werkelijkheid?

    Wij kennen geen andere werkelijkheid dan wat ons bewustzijn produceert.

    Veel managers leven in de veronderstelling dat deze teksten (beleid, adviezen, vergaderingen, strategieen, structuren, etc.) een niet-talige werkelijkheid representeren of creëren.

    Woorden als doel, structuur, strategie en dergelijke hebben slechts betekenis binnen een bepaalde taalgemeenschap.
  • Wat is de grote opgave van het post-modern denken?

    Post-modern denken vraag om een verandering van de richting van ons denken en daarmee om een nieuwe taalvorm. Het is onmogelijk om nieuwe zaken met oude vormen uit te leggen. consequentie van zo'n nieuwe taalvorm is dat in zo'n organisatietheorie het woord organisatie niet voorkomt, of wordt gebruikt in een heel andere betekenis.
  • Hoe dient een post-moderne organisatietherorie te worden aangeboden?

    Ze dient aangeboden te worden in een taal die in het officieel organisatiediscours onbekend is, althans ongebruikelijk, bijvoorbeeld in de taal waarin Kafka zijn sprookje over de bouw van de Chinese Muur heeft verteld. 
  • Post-modern denken versus heersende organisatocratie.

    Het ontwerpen en managen van organisaties volgens organisatiekundige principes en inzichten is een erfenis van het beheersingsdenken en het vooruitgangsideaal van positivisten, modernisten, en spiritualisten. Wie anders denkt, bijvoorbeeld post-modern zit weliswaar niet meer vastgeroest in de vanzelfsprekendheid van het organisatiekundige denken maar is daarmee nog niet geheel verlost van de terreur van de heersende organisatocratie. Het effect van een post-moderne interventie is in een organisatocratische setting altijd nihil. Immers, post-modern impliceert de ontkenning van ernst, van belangen, van noodzakelijkheid en van een werkelijkheid buiten ons bewustzijn. 
  • 4 Een mogelijke break-through: van 'dingen' naar 'denken'

    Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 4
    Laat hier meer flashcards zien

  • Wat betekent een doorbraak in het adviesvak volgens de auteur?

    Een fundamentele wijziging in de optiek van de adviseur: van een oriëntatie op 'dingen' (organisaties) naar een oriëntatie op 'denken' (dwz op het denken waarmee mensen organisaties -en dus problemen- creëren). 

    Organisatie-adviseurs kunnen adviseren aan mensen (ipv directeuren) bijvoorbeeld over wat en hoe te denken of te interpreteren.

    Dit betekend dat wanneer een klant advies vraagt over 'problemen van de organisatie', de adviseur zijn aandacht niet meer richt op die organisatie maar in plaats daarvan op de vanzelfsprekendheden in het denken van de klant en dat hij die probeert te ontstroeven.
  • Hoe verandert de identiteit van de adviseur?

    De identiteit van een organisatie-adviseur verandert tot die van een interventiekundige.

    Deze 'sprong' van organisatie-adviseur naar interventiekundige, van het veranderen van 'dingen' naar het ontstroeven van het denken van de klant, van het managen van organisaties naar anders kijken, denken en doen, wordt in de toonaangevende vakliteratuur over veranderingen, ontwikkeling, transformatie, vernieuwing en lerende organisaties niet expliciet beschreven of gesuggereerd. 
LET OP!!! Er zijn slechts 22 flashcards en notities beschikbaar voor dit materiaal. Deze samenvatting is mogelijk niet volledig. Zoek a.u.b. soortgelijke of andere samenvattingen.

Om verder te lezen, klik hier:

Lees volledige samenvatting
Deze samenvatting +380.000 andere samenvattingen Een unieke studietool Een oefentool voor deze samenvatting Studiecoaching met filmpjes
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Onderwerpen gerelateerd aan Samenvatting: Adviseren Na Het Post-Modernisme: Naar Een Buitengewone Interventiekunde?