Samenvatting: Afp
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van AFP
-
1 endocrinologie
Dit is een preview. Er zijn 45 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
Welke ziektes gaan gepaard met endocriene klieren?
... -
Noem een voorbeeld van een ziekte die optreed als de hormoonregulatie niet goed is.
Suikerziekten. -
Welke hormoonklieren spelen een rol in de endocrinologie?
- Pancreas
- testosteron
- hypofyse
- hypotalamus
- Pancreas
-
leg het begrip doeleiwit uit aan de hand van een voorbeeld.
de hypothalamus produceert neurohormonen die als doelwitorgaan de hypofyse hebben. de hypofyse neemt deze release hormonen op en produceert hierdoor weer hormonen die andere klieren in het lichaam aansturen. -
Wat doen de receptoren op een doeleiwit?
deze herkennen het hormoon en zullen de stof die bij het hormoon hoort produceren. -
Hoe binden hormonen zich aan receptoren?
hormonen binden zich aan de buitenkant van een eiwitreceptor of zijn vet oplosbaar en dringen tot in het cytoplasma door en binden zich hier aan de receptoren. -
wat is het gevolg van het binden aan receptoren en wat wordt hierna aangemaakt?
het gevolg is dat er een kettingreactie ontstaat waarbij specifieke antigenen aan of uitgeschakeld worden en er worden eiwitten geproduceerd (enzymen). -
wat doet je lichaam als er te veel is van een bepaald hormoon?
het lichaam zorgt er zelf voor dat de productie tijdelijk afneemt/stopgezet wordt. -
welke hormonen maakt de hypofyse zelf aan die ook weer andere klieren aansturen?
- schildklierhormonen
- groeihormonen
- geslachtshormonen
- cortisol (stresshormoon)
- schildklierhormonen
-
Welke hormonen maakt de hypofyse aan en waarvoor zijn ze?
- TSH: stimuleert schildklier tot thyroxine productie
- ACTH: stimuleert bijnieren tot cortisolproductie
- Prolactine: stimuleert borstmelk productie
- STH (groeihormonen): stimuleren de groei van het lichaam
- FSH en LH: zorgt voor de eisprong bij de vrouw en de ei kan rijpen en bij de man voor zaadcelproductie.
- ADH: reguleert het watergehalte van het lichaam (reabsorptie van water).
- Oxytocine: zorgt voor de contractie van glad spierweefsel in de baarmoeder en borstklieren (weeën).
- MSH: stimuleert de productie van melanine (pigment huid).
- TSH: stimuleert schildklier tot thyroxine productie
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden