Samenvatting: Algemeen Astrid

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van algemeen Astrid

• 1 algemeen Astrid

  Dit is een preview. Er zijn 26 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
  Laat hier meer flashcards zien

• Vertellen wat de eilandjes van Langerhans zijn en hoe ze over de alvleesklier verdeeld zijn.

  
  
  Eilandjes van langerhans bevinden zich in de alvleesklier, bevatten cellen die hormonen afscheiden. Deze cellen liggen in groepjes bij elkaar, omgeven door een dun bindweefschilletje.Liggen tussen de rest van het alvleesklierweefsel in.
  Er zijn ongeveer 1 a 1,5 miljoen eilandjes. Deze maken ongeveer 1,5 % van het totale volume van de alvleesklier uit. Het latijn voor eiland(insula) komt terug in de naam van het hormoon insuline. Het aantal eilandjes neemt toe richting pancreasstaart.

• Vertellen wanneer insuline aan het bloed wordt afgegeven.

  
  
  De afgifte van insuline wordt gestimuleerd door een stijging van het glucosegehalte in het plasma. Als er behoefte aan insuline is laat de betacel grote hoeveelheden blaasjes met de celmembraan versmelten en geeft hij beide stoffen(c-peptide en insuline) aan het bloed mee. (c-peptide is voor de afbraak van vetten)

• Verklaren waarom een gezonde alvleesklier zo snel kan reageren met insuline.

  Een gezonde alvleesklier regelt de hoeveelheid insuline op basis van het glucoseniveau in het lichaam.  Een voorraad insuline ligt al klaar in de alvleesklier(gemaakt door de betacellen)
  en daardoor kan het direct aan het bloed worden afgegeven.

• Drie bloedglucose verhogende hormonen noemen en de omstandigheden waaronder deze actief worden.

  
  
  

  • Glucagon,
  • cortisol, en
  • adrenaline.

  In de levercel de omzetting van vetten en aminozuren in glucose bevorderen.
  Snel glucose kunnen vrijmaken uit in de levercel/spiercel opgeslagen glycogeen.
  Glucagon en adrenaline zijn hiertoe in staat.
  Adrenaline neemt deze taak van glucagon over als glucagon niet snel genoeg helpt.

• Vertellen waar deze hormonen geproduceerd worden

  .
  Glucagon: gemaakt door de alfacellen in de alvleesklier
  Cortisol: gemaakt in de bijnier
  Adrenaline: gemaakt in de bijnier. (ad=bij/ ren=nier)

• Vertellen wat er aan de hand is met de insulineproductie bij type-1-diabetes.

  
  
  

  • Het lichaam maakt zelf helemaal geen insuline meer aan.
  • Het afweersysteem maakt per ongeluk de cellen die insuline aanmaken kapot.
  • De aanmaak van insuline is gedaald tot nul of bijna nul.
  • De betacellen in de eilandjes van langerhans zijn dood. 

• Vertellen wat de meest voorkomende oorzaak is van diabetes type 1.

  
  
  Diabetes type 1 is een auto-immuunziekte. Dat betekent dat het eigen afweersysteem de oorzaak is. Normaal ruimt de afweer alleen ziektes op in je lichaam. Bij diabetes type 1 vergist het afweersysteem zich. Het vernielt per ongeluk je cellen dieinsulineaanmaken.

• Vertellen wat er met de insulineproduktie aan de hand is bij type 2 diabetes.

  
  
  Bij diabetes type 2 kan het lichaam debloedsuikerniet meer goed regelen. Doordat er te weinig van het hormooninsulinein het lichaam is. Bovendien reageert het lichaam niet meer goed op insuline. Dat heet ongevoeligheid voor insuline,  het medische woord is insulineresistentie.

• Vertellen bij welk type diabetes vaak insulineresistentie voorkomt.

  
  
  bij type 2 diabetes. Gewichtsafname kan de gevoeligheid van de weefsels voor insuline laten terugkomen en een oplossing zijn voor de hyperglycemie.

• Oorzaken noemen van iatrogene diabetes(als gevolg van medisch handelen)

  
  
  Een vorm van diabetes die zich ontwikkelt als een nadelig effect van een behandeling van een ander medisch probleem.
  -Patiënten die een totale pancreatectomie (het weghalen van de alvleesklier) hebben ondergaan leiden vanaf dat moment aan diabetes type 1.
  -Patiënten die een hoge dosis corticosteroïden worden toegediend ontwikkelen vaak iatrogene diabetes mellitis.